Philip Island Pinguïnparade

Elke avond bij zonsondergang op Phillip Island, ten zuiden van Melbourne, Australië, vindt een betoverende spektakel plaats. Duizenden kleine pinguïns, de kleinste pinguïn ter wereld, waggelen aan land in een dagelijkse parade na een dag op zee te hebben gevist. Deze schattige zeevogels, die slechts 30 cm groot zijn, creëren een betoverende scène terwijl ze een specifiek pad volgen van de oceaan naar hun holen.

 

Larry Koester | Flickr

© Larry Koester | Flickr

De dwergpinguïn, Eudyptula minor, is de kleinste pinguïnsoort ter wereld. Ongeveer ter grootte van een schoen, met een schattig blauwgrijs pakje, witte buik en glinsterende bruine ogen, verovert de dwergpinguïn ieders hart. Dwergpinguïns zijn echte familievogels. Ze leven in gezellige kolonies langs de zuidelijke kust van Australië en Nieuw-Zeeland, waar ze van augustus tot februari hun jongen grootbrengen.

Bouw

De dwergpinguïn, een charismatische vogel, is 30-40 cm lang, weegt 1-1,2 kg en heeft een blauwgrijze rug, witte buik en grijs met witte borst. Hun bruine ogen, roze voeten met zwarte strepen en sterke klauwen maken ze tot unieke zwemmers en duikers die tot 60 meter diep kunnen gaan. Na een dag op zee te hebben doorgebracht komen ze tegen zonsondergang terug naar land. Dit gebeurt soms letterlijk met vallen en opstaan en zorgt telkens voor grappige taferelen. 

Extra details:

  • De pinguïns waggelen met een snelheid van ongeveer 5 kilometer per uur.
  • De pinguïns kunnen tot 30 kilometer per dag zwemmen op zoek naar voedsel.
  • De pinguïns gebruiken hun snavels om kleine vissen te vangen.
  • De pinguïns zijn zeer sociale dieren en leven in kolonies.

Leefgebied

Dwergpinguïns leven in kolonies langs de zuidelijke kust van Australië en Nieuw-Zeeland, waar ze broeden van augustus tot februari. Met een gemiddelde levensduur van 6 jaar spelen ze een belangrijke rol in het mariene ecosysteem, maar zijn ze helaas ook kwetsbaar voor bedreigingen zoals habitatverlies, vervuiling en overbevissing. Bescherming van deze fascinerende diersoort is dan ook van essentieel belang.

Penguin Parade op Philip Island

De Pinguïnparade op Phillip Island is een van de meest geliefde toeristische attracties in Australië. Duizenden bezoekers komen jaarlijks naar het eiland om te getuigen van het schouwspel van honderden kleine pinguïns die na een dag op zee terugkeren naar hun holen. Het koddige gewaggel van de pinguïns over het strand is een humoristisch en ontroerend moment dat je niet snel zult vergeten.

Diverse toeroperators bieden excursies aan naar de parade, met of zonder gids. De pinguïnparade hanteert strenge regels met betrekking tot het filmen en fotograferen om de pinguïns te beschermen. Het is dan ook ten strengste verboden om foto's of filmopnames te maken. Respect voor de dieren en de regels van de parade is dan ook belangrijk: blijf op de paden, maak geen lawaai en gebruik geen flits of camera.

De pinguïnparade is een unieke en onvergetelijke ervaring die je dichter bij de schoonheid van de Australische natuur brengt.

Extra informatie:

  • Locatie: Summerland Beach, Phillip Island
  • Tijdstip: Elke avond bij zonsondergang (ongeveer 18:30 uur)
  • Aantal pinguïns: Ongeveer 3000
  • Website: https://www.penguins.org.au/attractions/penguin-parade/

Tip: Kom op tijd om een goede plek te bemachtigen op de viewing platform.

 

 

Pinguïnparade op Phillip Island:

Tijdstip: De pinguïns komen elke avond aan land bij zonsondergang. De exacte tijd varieert per seizoen, maar is meestal rond 18:30 uur.

Locatie: De parade vindt plaats op Summerland Beach, Phillip Island. Er zijn verschillende viewing platforms beschikbaar.

Aantal: Er zijn ongeveer 3000 kleine pinguïns die op Phillip Island leven. Ongeveer 500-1000 pinguïns komen elke avond aan land bij de Penguin Parade.

© Larry Koester | Flickr

Larry-Koester | Flickr
 

 

 

Na een dag op zee te hebben gevist, keren de pinguïns terug naar hun holen op het land. Dit doen ze in een fascinerende parade, waarbij ze in groepen over het strand waggelen. De pinguïns volgen een instinctief pad, geleid door de geur van hun holen en de roep van hun jongen.

Duizenden bezoekers komen jaarlijks naar Phillip Island om de Pinguïnparade te bewonderen. Er zijn verschillende viewing platforms en tours beschikbaar om de parade te observeren. Het is belangrijk om de pinguïns niet te storen, dus flitsfotografie is verboden en bezoekers mogen zich niet te dicht bij de dieren begeven.

Jacht

De Kleine Pinguïn mag dan klein zijn, hij is een geduchte jager met een onverzadigbare honger. Dagelijks verorbert hij een hoeveelheid voedsel die evenveel weegt als hijzelf! Op het menu staan kleine vissen, ansjovis, sardines, garnalen en krill. Deze wonderlijke vogels jagen in ondiep water op kleine vissen, maar duiken ook met gemak tot wel 60 meter diep om inktvissen en krill te vangen. Hun krachtige flippers en gestroomlijnde lichaam maken hen tot ware acrobaten onder water. De jacht is een onmisbaar onderdeel van hun leven. De Kleine Pinguïn is dan ook een belangrijk onderdeel van het mariene ecosysteem, waar hij helpt om de populaties van kleine vissen en andere organismen in evenwicht te houden.

Natuurlijke vijanden

De Kleine Pinguïn mag dan dapper en klein zijn, hij is niet zonder vijanden. In de oceaan loeren zeehonden en haaien op hun prooi. Terwijl ze op het land rusten, vormen zeemeeuwen een bedreiging voor hun kuikens en voedsel. Een van de grootste gevaren zijn echter aan uitheemse roofdieren, zoals vossen. Deze sluwe jagers vormen een constante bedreiging voor de eieren en kuikens van de pinguïns. Het is dan ook belangrijk om deze kwetsbare vogels te beschermen tegen hun natuurlijke vijanden. Door hun leefomgeving te beheren en te controleren, kunnen we de dwergpinguïn helpen om te overleven en te gedijen.

 

Larry Koester | Flickr

© Larry Koester | Flickr

Voortplanting

De dwergpinguïn kent een fascinerende voortplantingscyclus die zich jaarlijks tussen augustus en februari voltrekt. Mannetjes keren dan terug naar de kolonie om hun oude holen op te knappen of nieuwe te graven. In deze knusse nestjes legt het vrouwtje 1 tot 2 witte eieren. Beide ouders nemen afwisselend de taak op zich om de eieren te broeden, terwijl de andere partner voedsel verzamelt in de oceaan. Na een broedperiode van 33-37 dagen komen de kleine pinguïnkuikens ter wereld.

De ouders zorgen met liefde voor hun kroost en voeden hen met voedsel dat uit hun bek komt. Na acht weken zijn de jongen oud genoeg om hun eerste tocht naar de zee te maken. De dwergpinguïn heeft een gemiddelde levensduur van 6 jaar, waarin ze talloze keren deze wonderlijke cirkel van voortplanting doorlopen. Zo dragen ze bij aan de instandhouding van hun soort en zorgen ze voor een nieuw leven in de kolonie.

Relatie tot mens

De dwergpinguïn is een fascinerend dier dat onze bewondering en bescherming verdient. Helaas is de relatie tussen mens en pinguïn niet altijd zonder problemen. Honden, katten en vossen vormen een directe bedreiging voor de pinguïns, zowel op het land als in de kolonies. Vossen jagen op eieren en kuikens, terwijl honden en katten pinguïns kunnen verwonden of doden.

Naast deze directe gevaren, vormen habitatverlies, vervuiling en overbevissing ook ernstige bedreigingen voor de dwergpinguïn. Menselijke activiteiten zoals kustontwikkeling, vervuiling van de oceaan en overbevissing van vissoorten die de pinguïns eten, kunnen hun voortbestaan ​​in gevaar brengen.

 

Larry Koester | Flickr

© Larry Koester | Flickr

Beschermstatus

De dwergpinguïn is een prachtige en unieke zeevogel die helaas kwetsbaar is. In Australië is de dwergpinguïn gelukkig beschermd door wetgeving. Dit betekent dat er regels zijn om ze te beschermen tegen schade en bedreigingen. We kunnen allemaal ons steentje bijdragen om de dwergpinguïn te helpen.

Enkele eenvoudige acties die een groot verschil kunnen maken:

  • Afstand houden: Blijf op een veilige afstand van pinguïns, ten minste 5 meter. Dit helpt om stress te verminderen en verstoring van hun broedplaatsen te voorkomen.
  • Stil blijven: Maak geen overbodig lawaai in de buurt van pinguïns. Dit kan ze verontrusten en hun natuurlijke gedrag beïnvloeden.
  • Honden aanlijnen: Houd honden altijd aan de lijn in gebieden waar pinguïns leven. Honden kunnen pinguïns aanvallen en verwonden.
  • Afval opruimen: Zorg ervoor dat je al je afval meeneemt en weggooit in de daarvoor bestemde prullenbakken. Pinguïns kunnen plastic en ander afval inslikken, wat tot ernstige gezondheidsproblemen kan leiden. Meld illegale activiteiten: Als je illegale activiteiten ziet, zoals het verstoren van pinguïns of het stelen van eieren, neem dan contact op met de lokale autoriteiten of een natuurbeschermingsorganisatie.

Door deze simpele stappen te volgen, kunnen we de dwergpinguïn helpen om te overleven en te gedijen. We dragen zo bij aan de instandhouding van deze unieke diersoort en de biodiversiteit van onze planeet.

 

Zie ook:

 

                                       

 

 

 

 

 

De sidderaal

De sidderaal is een fascinerende vis die exclusief in de Amazone-rivier te vinden is. Op het eerste gezicht lijkt deze schokkende bewoner van zoet water weinig te maken te hebben met haaien, die we meestal associëren met de zoute oceaan. Echter, schijn bedriegt. Stierhaaien, bekende jagers die zich niet tot de oceaan beperken, komen ook voor in de Amazone-rivier. Deze overlap in hun leefomgeving maakt de sidderaal relevant voor ons onderzoek naar haaien.

 

Sidderaal Canva Pro

Sidderaal | Canva Pro

De sidderaal, Electrophorus electricus, is wellicht geen haai, maar zijn unieke eigenschappen en zijn mogelijke interactie met stierhaaien in de Amazone maken hem een waardevolle toevoeging aan onze website. Er zijn geen gedocumenteerde gevechten tussen de twee soorten, maar het is een intrigerende hypothese wie van de twee zou overleven in een gevecht. De elektrische schokken van de sidderaal kunnen de stierhaai verlammen of doden, maar de stierhaai is veel groter en krachtiger. Aan de andere kant kan een sidderaal wel een krokodil uitschakelen, dus wie zal het zeggen? 

Bouw

Stel je een vis voor die genoeg elektriciteit kan opwekken om een paard te verdoven. Dat is het ongelooflijke vermogen van de elektrische paling, een krachtpatser die voorkomt in de troebele wateren van Zuid-Amerika. Dit is geen doorsnee aquariumvis - de sidderaal is een fascinerend wezen met een unieke biologie en een krachtige jachtstrategie.

De sidderaal, ook wel elektrische paling genoemd, is een langwerpige, cilindrische vis die tot 2,5 meter lang en 20 kilogram zwaar kan worden. Hij heeft een gladde, schubloze huid die meestal grijsbruin is, soms met een rode onderkant. De kleine, onopvallende ogen bevinden zich aan de bovenkant van de kop en zijn gespecialiseerd in het zien in troebel water. De sidderaal heeft scherpe, puntige tanden in rijen die hij gebruikt om prooi te vangen en te verscheuren. Drie kleine vinnen op de rug en een anale vin langs de onderkant zorgen voor voortbeweging en sturing. In zijn staart bevinden zich drie speciale organen die krachtige elektrische schokken kunnen genereren. Deze schokken gebruikt de sidderaal voor jacht, navigatie en communicatie.

Elektrische organen

De sidderaal is meer dan een vis met een schokkende reputatie. Hij is een wonderbaarlijke creatie van de natuur, uitgerust met een ingenieus wapenarsenaal van elektrische organen. Deze organen, gelegen in zijn staart, stellen de sidderaal in staat om te jagen, te navigeren en te communiceren in de troebele wateren van de Amazone-rivier.

De kracht van de schok

Het hoofdorgaan, gelegen aan de achterkant van de staart, is de bron van de sidderaal's beroemde schokken. Dit orgaan bevat duizenden platte cellen, genaamd elektrolyten, die gestapeld zijn als batterijen in een zaklamp. De sidderaal kan deze cellen opladen en ontladen, waardoor een krachtige elektrische stroom ontstaat. Deze stroom kan tot 860 volt oplopen, genoeg, zoals hierboven vermeld, om een ​​paard te verdoven of een mens een flinke schok te geven.

Jacht met precisie

Het orgaan van Hunter, gelegen aan de voorkant van de staart, werkt samen met het hoofdorgaan om prooi te vangen. Dit orgaan produceert schokken van lagere spanning, maar met een hogere frequentie. Deze schokken verlammen de spieren van de prooi, waardoor de sidderaal de vis gemakkelijk kan opsporen en verslinden.

 


Anatomie van een sidderaal en de werking van zijn elektrische organen 

  • De eerste afbeelding toont stapels van elektrocyten, cellen die gebundeld zijn om de elektrische organen van de sidderaal te vormen.
  • De tweede afbeelding zoomt in op een individuele elektrolyt. Hier zien we ionkanalen en pompen in het celmembraan. De uiteinden van een zenuwcel laten neurotransmitters los, die de elektrische activiteit in de elektrolyt op gang brengen.
  • De laatste afbeelding toont de detail van de ionkanalen: opgerolde eiwitketens die de stroom van ionen door het celmembraan regelen.

© National Institute of Standards and Technology | Wikipedia

Biotechnologysystemsbiologyartificialcells5940428301
 

 

Navigeren in troebel water

Het orgaan van Sachs, gelegen aan de basis van de staart, produceert zwakke, continue elektrische pulsen. Deze pulsen worden gebruikt om te navigeren in het troebele water van de Amazone-rivier. De sidderaal kan de echo's van deze pulsen gebruiken om obstakels te detecteren en zijn weg te vinden.

Jacht

De sidderaal zwemt langzaam door de modder, zijn staart alert. Zodra hij kleine prooi detecteert, vuurt hij een schok van lage spanning af met zijn orgaan van Hunter, waardoor de prooi verlamd raakt en een makkelijke maaltijd wordt. Voor grotere prooi schakelt hij over op zijn hoofdorgaan, die een krachtige schok afgeeft die de prooi verdooft. De sidderaal bijt en verscheurt vervolgens zijn prooi met efficiënte precisie.

Sidderaal vs krokodil

Als een krokodil een sidderaal probeert te doden, is de meest waarschijnlijke uitkomst dat de krokodil een elektrische schok krijgt. De sidderaal kan tot wel 860 volt elektriciteit produceren, wat genoeg is om de krokodil te verdoven of zelfs te doden. 

 

© National Geographic YouTube kanaal

Mogelijke scenario's:

  • De krokodil overleeft: de schok kan de krokodil verlammen of bewusteloos maken, waardoor hij de sidderaal loslaat en wegzwemt. De krokodil kan later herstellen, maar de schok kan blijvende schade veroorzaken.
  • De krokodil sterft: de elektrische schok kan dodelijk zijn voor de krokodil, vooral als deze langdurig is of als de krokodil al verzwakt is.
  • De sidderaal overleeft: de krokodil kan de sidderaal mogelijk doden met zijn krachtige kaken, maar de elektrische schok kan de krokodil ook verlammen of doden voordat hij de sidderaal kan doden.

Factoren die de uitkomst bepalen:

  • De grootte van de krokodil en de sidderaal: een grote krokodil heeft meer kans om te overleven dan een kleine krokodil. Evenzo heeft een grote sidderaal meer kans om de krokodil te doden dan een kleine sidderaal.
  • De kracht van de elektrische schok: de sterkte van de schok hangt af van de grootte van de sidderaal en de afstand tussen de krokodil en de sidderaal.
  • De gezondheid van de krokodil: een gezonde krokodil heeft meer kans om te overleven dan een zieke of verzwakte krokodil.

Conclusie:

Een krokodil die een sidderaal probeert te doden, loopt een aanzienlijk risico om een elektrische schok te krijgen. De uitkomst hangt af van verschillende factoren, maar de kans is groot dat de krokodil gewond of gedood wordt. Wat de uitkomst ook wezen mag, arme krokodil. 

Compas en communicatiemiddel

De sidderaal's schokken dienen niet alleen voor de jacht. Ze fungeren ook als een kompas in het troebele water. De sidderaal zendt zwakke elektrische pulsen uit met zijn orgaan van Sachs en interpreteert de echo's om obstakels te detecteren en zijn weg te vinden. Verder gebruikt hij zijn elektrische capaciteiten ook om te communiceren met soortgenoten. Door de frequentie en intensiteit van zijn pulsen te variëren, kan hij informatie uitwisselen over voedsel, gevaar en paringsgedrag.

Leefgebied

De sidderaal komt exclusief voor in het Amazonegebied van Zuid-Amerika. Hij leeft in ondiep, troebel water met een zachte bodem, en verkiest de Amazone-rivier zelf, maar ook de bijrivieren en overstromingsgebieden. De sidderaal is een warmbloedig dier en heeft een warm klimaat nodig om te overleven. Het Amazonegebied biedt hem beschutting, een overvloed aan prooi en geschikte watercondities. De sidderaal speelt een belangrijke rol in het ecosysteem door de populatie van prooidieren in toom te houden en te dienen als voedselbron voor andere dieren.

Voortplanting

De sidderaal heeft een intrigerende voortplantingscyclus. In tegenstelling tot eerdere veronderstellingen, vindt de voortplanting plaats in het droge seizoen. Vrouwtjes leggen 1.200 tot 1.700 eieren, minder dan gedacht. Mannetjes tonen onverwachte betrokkenheid door nesten te bouwen van speeksel en de larven te bewaken tot het regenseizoen. Verhoogde voedselconcurrentie en gevaar voor predatoren tijdens het droge seizoen motiveren mogelijk deze intense mannelijke zorg. De precieze eierlegging is nog onduidelijk, met theorieën over opeenvolgende batches en eenmalige leg. Wetenschappers bestuderen dit fascinerende proces verder om meer te weten te komen over paringsrituelen, timing van eierlegging en factoren die de ouderlijke zorg beïnvloeden.

 

Sidderaal Canva Pro

Sidderaal | Canva Pro

Natuurlijke vijanden

De sidderaal heeft weinig natuurlijke vijanden vanwege zijn vermogen om elektrische schokken te genereren. Jaguars en kaaimannen zijn enkele van de weinige dieren die de paling kunnen doden.

Relatie tot de mens

Mensen en sidderalen hebben een lange en interessante relatie. Inheemse stammen in het Amazonegebied gebruiken de sidderaal al eeuwenlang om vissen te vangen. De schokken van de sidderaal verdoven vissen, waardoor ze gemakkelijk gevangen kunnen worden.

De elektrische schokken van de sidderaal kunnen ook gevaarlijk zijn voor mensen. Een schok van een grote sidderaal kan pijn, verlamming en zelfs de dood veroorzaken. Er zijn echter weinig gedocumenteerde gevallen van dodelijke aanval van een sidderaal op een mens.

In de wetenschap wordt de sidderaal bestudeerd voor zijn unieke biologie en zijn vermogen om elektriciteit te produceren. De kennis die we opdoen door de sidderaal te bestuderen, kan worden gebruikt voor diverse toepassingen, zoals medische apparatuur, batterijen en beveiligingssystemen.

Een andere interessante ontwikkeling is de toepassing van het soort elektriciteit van een sidderaal in de medische wereld. De elektrische schokken van de sidderaal worden nagebootst in apparaten die worden gebruikt voor pijnbestrijding, neurostimulatie en behandeling van epilepsie.

De sidderaal is ook een belangrijke indicatorsoort voor de gezondheid van het ecosysteem van de Amazone. De aanwezigheid van sidderalen wijst op een schoon en gezond watermilieu.

Mensen hebben een verantwoordelijkheid om de sidderaal en zijn leefomgeving te beschermen. De Amazone-rivier wordt bedreigd door ontbossing, vervuiling en overbevissing. Deze bedreigingen kunnen de populatie van sidderalen en andere diersoorten in gevaar brengen. De elektrische paling wordt ook door mensen gevangen voor voedsel en voor de aquariumhandel. Hij wordt ook gebruikt in traditionele geneeskunde.

Beschermstatus

De sidderaal wordt door de International Union for Conservation of Nature (IUCN) geclassificeerd als weinig zorgen. De paling wordt echter bedreigd door habitatverlies en watervervuiling.

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

Zie ook: 

 

 

Koningaap - Costa Rica

 

 

De clownvis

Clownvis

De clownvis, Amphiprion ocellaris, ook wel anemonevis genoemd, is een kleurrijke kleine vis die leeft in een symbiotische relatie met zeeanemonen. Deze fascinerende vissen zijn niet alleen populair vanwege hun 'Finding Nemo' roem, maar spelen ook een belangrijke rol in het gezonde functioneren van koraalriffen.

Veel mensen kennen de clownvis van de populaire film Finding Nemo. In deze film gaat clownvis Marlin op zoek naar zijn zoon Nemo, die door een duiker gevangen wordt genomen. De film heeft ervoor gezorgd dat clownvissen een van de meest herkenbare vissensoorten ter wereld zijn geworden. Clownvissen zijn zeer geliefd bij aquarialiefhebbers.

 

Matteo Vella Unsplash

© Matteo Vella | Unsplash

Kleurige Verschijning

Clownvissen zijn meestal helder oranje met witte strepen of stippen. De soort clownvis die te zien was in 'Finding Nemo', de anemoonvis, Amphiprion ocellaris, is wellicht de meest bekende. Er bestaan echter wel zo'n dertig verschillende soorten clownvissen, die variëren in kleur van helder oranje tot geel, rood, en zelfs zwart.

Leefgebied

Clownvissen komen voor in tropische wateren in de Indische Oceaan, de Stille Oceaan en de Rode Zee. Ze leven in ondiepe wateren, meestal tot 15 meter diep. Clownvissen leven in symbiose met zeeanemonen, en komen dan ook vaak voor in gebieden met koraalriffen.

Er zijn ongeveer 30 verschillende soorten clownvissen, die variëren in kleur en grootte. De meest bekende soort is de anemoonvis, Amphiprion ocellaris, die te zien was in de film Finding Nemo.

 

Fascinerende Feiten over clownvissen

Ze zijn immuun voor de steken van hun gastheeranemoon
De anemoonvis (Amphiprion ocellaris) kan wel 30 jaar oud worden
Clownvissen communiceren met geluid
Ze leven in kleine groepen in een enkele anemoon
De grootste en meest dominante vis in de groep is het vrouwtje

 

Symbiose met Zeeanemonen

Clownvissen leven in een unieke symbiotische relatie met zeeanemonen. Deze anemonen hebben tentakels die nematocysten bevatten, kleine capsules die een pijnlijke steek kunnen toedienen. De clownvis is echter immuun voor deze steken en gebruikt de anemoon als bescherming tegen roofvissen. De clownvis jaagt op kleine ongewervelde dieren en houdt de anemoon schoon van parasieten en afval.

Geslacht wisselen

Clownvissen leven in kleine groepen in een enkele anemoon. De grootste en meest dominante vis in de groep is het vrouwtje. De andere vissen in de groep zijn mannetjes. Als het vrouwtje sterft, verandert het dominante mannetje in een vrouwtje en neemt de voortplanting op zich. De overige mannetjes in de groep concurreren dan met elkaar om de nieuwe dominante man te worden.

 

Adrian Jakob | Unsplash

© Adrian Jacob | Unsplash

Hermafrodiet

Clownvissen zijn hermafrodiet, wat betekent dat ze zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen hebben. De ontwikkeling van deze geslachtsorganen wordt geregeld door hormonen.

In een groep clownvissen is er één dominant vrouwtje. Dit vrouwtje produceert oestrogeen, een hormoon dat de ontwikkeling van mannelijke geslachtsorganen onderdrukt. De andere vissen in de groep zijn mannetjes. Ze produceren testosteron, een hormoon dat de ontwikkeling van mannelijke geslachtsorganen stimuleert.

Als het vrouwtje sterft, verandert het dominante mannetje in een vrouwtje. Dit gebeurt doordat de productie van oestrogeen stopt en de productie van testosteron toeneemt. De overige mannetjes in de groep concurreren dan met elkaar om de nieuwe dominante man te worden.

Het proces van geslachtsverandering kan 10 tot 21 dagen duren. De vis verandert niet alleen van geslacht, maar ook van kleur en gedrag. Mannetjes zijn kleiner en feller van kleur dan vrouwtjes. Vrouwtjes zijn groter en hebben een meer dominante uitstraling.

Wetenschappers denken dat clownvissen van geslacht veranderen om meer nageslacht te krijgen. In een groep clownvissen planten alleen het vrouwtje en het dominante mannetje zich voort. Door van geslacht te kunnen veranderen, is er altijd een vrouwtje aanwezig om zich voort te planten.

De geslachtsverandering van clownvissen is een fascinerend fenomeen dat laat zien hoe flexibel en veerkrachtig deze vissen zijn.

Voortplanting

Clownvissen planten zich voort in een symbiotische relatie met zeeanemonen. Het vrouwtje legt haar eitjes op een harde ondergrond in de buurt van de anemoon. Het mannetje bevrucht de eitjes en zorgt er daarna voor dat ze schoon en zuurstofrijk blijven. De eitjes komen na ongeveer 6 tot 10 dagen uit.

De larven van de clownvissen zijn planktonisch, wat betekent dat ze in de waterkolom zweven. Ze voeden zich met plankton en groeien snel. Na ongeveer 2 tot 3 weken vestigen de larven zich op een anemoon en worden ze jonge clownvissen.

Clownvissen zijn monogaam en blijven hun hele leven bij dezelfde anemoon. Ze vormen een hechte band en werken samen om hun nest te beschermen tegen roofdieren.

 

© Dmitry Bukhantsov | Unsplash

© Dmitry Bukhantsov | Unsplash

De voortplanting van clownvissen is een belangrijk onderdeel van het ecosysteem van koraalriffen. Clownvissen helpen de populatie van zeeanemonen in stand te houden en ze zijn een voedselbron voor andere vissen en zeedieren.

Interessante feiten over de voortplanting van clownvissen:

  • Het vrouwtje kan tot 1000 eitjes per keer leggen.
  • Het mannetje zorgt voor de eitjes totdat ze uitkomen.
  • De larven van clownvissen kunnen tot 100 kilometer afdrijven in de oceaan.
  • Clownvissen worden geslachtsrijp na ongeveer 1 jaar.
  • Clownvissen kunnen tot 30 jaar oud worden.

Bedreigingen

Helaas worden koraalriffen wereldwijd bedreigd door klimaatverandering, overbevissing, en vervuiling. Dit heeft ook een negatieve impact op clownvissen. Daarnaast worden clownvissen soms gevangen voor de aquariumhandel. 

De Internationale Unie voor Natuurbehoud (IUCN) classificeert de status van de meeste clownvissoorten als weinig zorgen. Dit betekent dat hun populaties over het algemeen stabiel of zelfs groeiend zijn en geen direct gevaar voor uitsterven lopen.

Bescherming

Het behoud van gezonde koraalriffen is essentieel voor het voortbestaan van clownvissen. Er zijn verschillende initiatieven gericht op het beschermen van koraalriffen en het duurzaam houden van de aquariumhandel.

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

Aquariums

Clownvissen, met hun levendige kleuren en fascinerende symbiose met anemonen, zijn superstars in zowel tropische wateren als in huisaquaria. Hun populariteit is te danken aan hun aantrekkelijke verschijning, relatief kleine formaat, aanpasbaarheid en interessante gedragingen. Bovendien zijn ze voor beginnende aquariumhouders vaak goed te verzorgen. Echter, vergeet niet dat clownvissen sociale wezens zijn die in paren of groepen gehouden moeten worden. Sommige soorten kunnen ook wat agressief zijn naar tankgenoten. Zorg er dus voor dat je je aquariumomgeving goed voorbereidt en de juiste waterkwaliteit handhaaft voor deze geliefde, maar toch kieskeurige huisdieren.

Kortom, clownvissen zijn zeer geliefd bij aquariumhouders vanwege:

  • Kleurenpracht: Clownvissen zijn er in een grote verscheidenheid aan kleuren en patronen, waardoor ze een prachtige toevoeging zijn aan elk aquarium.
  • Relatief klein: Clownvissen worden niet erg groot, waardoor ze geschikt zijn voor aquaria van verschillende groottes.
  • Aanpasbaar: Clownvissen zijn over het algemeen vrij aanpasbaar en kunnen goed gedijen in verschillende aquariumomgevingen.
  • Interessant gedrag: Clownvissen zijn levendige en interessante vissen om naar te kijken. Ze vormen een symbiose met anemonen, wat een fascinerend schouwspel is.
  • Relatief eenvoudig te verzorgen: Clownvissen zijn over het algemeen niet zo moeilijk te verzorgen, waardoor ze ook geschikt zijn voor beginnende aquariumhouders.


Factoren waar je rekening mee moet houden als je clownvissen wilt houden:

  • Sociale interactie: Clownvissen zijn sociale vissen en moeten in paren of kleine groepen worden gehouden.
  • Compatibiliteit met andere vissen: Sommige clownvissen kunnen agressief zijn tegen andere vissen in het aquarium.
  • Grootte van het aquarium: Clownvissen hebben voldoende ruimte nodig om te zwemmen en te bewegen.
  • Waterkwaliteit: Clownvissen zijn gevoelig voor waterkwaliteit, dus het is belangrijk om het water goed te filteren en te verversen.
  • Als je overweegt om clownvissen te houden, is het belangrijk om je goed te informeren over hun behoeften en de juiste aquariumomgeving te creëren.

 

 

De Northern Stargazer

Northern Stargazer

Diep verscholen in de zanderige kustwateren van de Atlantische Oceaan leeft een opvallend wezen, dat bekend staat om zijn bijzondere uiterlijk en verbazingwekkende vaardigheden. Deze opmerkelijke vis leeft in de zanderige kustwateren van de Atlantische Oceaan, voornamelijk langs de oostkust van Noord-Amerika, van North Carolina tot New York. Hij staat erom bekend dat hij dankzij zijn unieke kenmerken en eigenschappen, heel goed in staat is om te overleven in zijn natuurlijke habitat. Hij brengt veel tijd door op zandige of modderige zeebodems, waar hij geduldig wacht tot nietsvermoedende prooien voorbijzwemmen.

 

AdobeStock-Andrea-Izzotti

© Andrea Izzotti | Adobe Stock

Bouw

De Northern Stargazer, Astroscopus guttatus, is echt een fascinerende vis die je niet snel over het hoofd zult zien. Met zijn platte lichaam en opvallende uitpuilende ogen, lijkt hij rechtstreeks uit een sciencefictionfilm te komen. Deze kleine vis, die gewoonlijk tussen de 15 en 30 centimeter lang is en enkele honderden grammen tot een kilogram weegt, heeft een mix van bruine en grijze tinten, wat hem perfect camoufleert op de zanderige of modderige bodems waar hij woont.

Wat de Northern Stargazer echt uniek maakt, zijn zijn ogen die boven op zijn kop zitten. Het lijkt wel alsof hij constant verrast is. Deze bijzondere ogen helpen hem om zich te verstoppen in het zand terwijl hij uitkijkt naar zijn volgende maaltijd of potentiële gevaren. Verder heeft hij kleine, scherpe tanden die perfect zijn om zijn prooi vast te grijpen en op te eten. Ze zijn misschien niet zo groot als die van sommige haaien, maar ze zijn precies wat hij nodig heeft om te overleven in de grote oceaan. Hoewel er niet veel bekend is over de levensduur van de Northern Stargazer, worden geschat dat ze tussen de twee en drie jaar oud kunnen worden.

Elektrische Vaardigheden

Een van de meest opmerkelijke kenmerken van de Northern Stargazer is zijn vermogen om elektrische schokken te genereren. Achter zijn ogen bevinden zich gespecialiseerde organen, bekend als elektrische organen, die lage elektrische ontladingen produceren. Deze schokken worden voornamelijk gebruikt ter verdediging en kunnen potentiële bedreigingen, zoals roofdieren en onoplettende mensen, verdoven of afschrikken.

Leefgebied

De Northern Stargazer voelt zich het meest thuis in de zanderige of modderige kustwateren van de westelijke Atlantische Oceaan, van North Carolina tot New York. Deze vis houdt ervan om zich te verschuilen op de bodem van ondiepe kustgebieden, waar hij zich kan ingraven in het zachte zand of modderige sedimenten. Je kunt hem vinden op dieptes variërend van ondiep water tot ongeveer 30 meter diep. Deze gebieden bieden hem niet alleen voldoende schuilplaatsen, maar ook een overvloed aan voedselbronnen. 

 

AdobeStockFrancesco

© Francesco | Adobe Stock

 

Wat betreft zijn leefgebied, de Northern Stargazer is niet kieskeurig en kan zich aanpassen aan verschillende soorten bodems, variërend van zand tot modder en grind. Hij is te vinden langs rotsachtige kusten, in poeltjes en zelfs in estuaria, waar zoet en zout water samenkomen. Kortom, de Northern Stargazer is een veelvoorkomende bewoner van de kustwateren langs de oostkust van Noord-Amerika, waar hij zich perfect heeft aangepast aan zijn unieke habitat.

Voedsel

De Northern Stargazer jaagt voornamelijk op kleine visjes, kreeftachtigen en andere ongewervelde dieren die zich op de zeebodem bevinden. Om te jagen graaft de vis zijn hele lichaam onder het zand. Alleen de ogen, neus en mond zijn dan nog zichtbaar. Deze zijn echter minder opvallend vanwege hun camouflage. 

De Northern Stargazer jaagt voornamelijk op kleine visjes, kreeftachtigen en andere ongewervelde dieren die zich op de zeebodem bevinden. Om te jagen graaft de vis zijn hele lichaam onder het zand. Alleen de ogen, neus en mond zijn dan nog zichtbaar. Deze zijn echter minder opvallend vanwege hun camouflage.

Voortplanting

Net als veel andere vissen plant de Northern Stargazer zich voort door middel van externe bevruchting. Dit betekent dat zowel het mannetje als het vrouwtje hun eitjes en sperma in het water vrijgeven, waar de bevruchting plaatsvindt.

De paaitijd van de Northern Stargazer valt meestal in de lente en vroege zomer, wanneer de watertemperaturen warmer zijn en de omstandigheden gunstig zijn voor het uitkomen van de eitjes. Een enkel vrouwtje kan duizenden eitjes produceren, die vervolgens in het water worden verspreid. Na de bevruchting zweven de eitjes vrij in het water totdat ze uitkomen tot larven. Deze larven zijn vaak planktonisch en worden meegevoerd door de stroming voordat ze zich uiteindelijk vestigen op de zeebodem en volwassen worden.

 

Ria-Tan-Flickr1

Natuurlijke vijanden

Ondanks zijn unieke aanpassingen en verdedigingsmechanismen heeft de Northern Stargazer ook enkele natuurlijke vijanden. Dit kunnen grotere roofvissen zijn die de Northern Stargazer als prooi beschouwen. Daarnaast vormen sommige zeevogels, zoals roggen en zeemeeuwen, ook een bedreiging voor de Northern Stargazer, aangezien ze de kans grijpen om op deze kleine vis te jagen.

Bedreigingen

Hoewel de Northern Stargazer momenteel niet als bedreigd wordt beschouwd, is de soort niet zonder risico's. Kustontwikkeling kan zijn zanderige leefgebied verstoren, terwijl vervuiling de waterkwaliteit en de beschikbaarheid van prooi kan aantasten. Baggeractiviteiten kunnen op kleine schaal schadelijk zijn.

Om de Northern Stargazer en zijn leefomgeving te behouden, zijn verschillende maatregelen nodig. Het instellen van beschermde gebieden creëert een veilige haven voor de vis. Het herstellen van beschadigde kustecosystemen kan de leefomgeving verbeteren. Duurzame vispraktijken helpen om overbevissing en bijvangst te verminderen. En het verminderen van vervuiling helpt om de waterkwaliteit te verbeteren en de voedselvoorziening van de vis te beschermen.

Het vergroten van het bewustzijn over het belang van het behoud van kustecosystemen is essentieel. Door samen te werken, kunnen we de Northern Stargazer en andere zeedieren voor toekomstige generaties beschermen.

De beschermingsstatus van de Northern Stargazer volgens de IUCN is 'weinig zorgen', wat betekent dat de soort op dit moment niet als bedreigd wordt beschouwd. Het is echter belangrijk om te benadrukken dat de status van een soort kan veranderen. De Northern Stargazer kan in de toekomst bedreigd worden als de huidige bedreigingen niet worden aangepakt.

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

Zie ook:

 

 

 

 

 

 

De blobvis

Diep in de duistere diepten van de oceaan leeft een wezen dat de verbeelding van velen heeft gevangen met zijn vreemde uiterlijk en mysterieuze levensstijl: de blobvis, Psychrolutes marcidus. Deze vis staat bekend om zijn gelatineuze, hangende verschijning en wordt vaak bestempeld als het 'lelijkste dier ter wereld'. De blobvis is zelfs door de Ugly Animal Preservation Society in 2013 uitgeroepen tot de lelijkste dier.

 

AdobeStockJosh

© Josh | Adobe Stock

Uiterlijk

Nu zijn er heel veel opvallende vissoorten, maar de blobvis is alsnog een uitzonderlijk geval. Ze verdienen beslist geen schoonheidsprijsje, maar dat hoeft ook niet. Wat hun uiterlijk betreft: ze lijken op een kikkervis. Ze hebben een bolvormige kop, grote kaken, taps toelopende staart en veerachtige borstvinnen. Verder hebben ze, in tegenstelling tot de meeste vissen, geen schubben, maar een losse, slappe huid.

Blobvissen hebben ze geen sterke botten, dikke spieren of een zwemblaas, maar vertrouwen in plaats daarvan op de waterdruk om hun vorm te behouden. Deze unieke aanpassing betekent dat blobvissen net als een pudding in elkaar zakken als deze naar de oppervlakte wordt gehaald. De blobvis heeft geen tanden. In feite heeft deze soort geen echte kaakstructuur zoals bij veel andere vissoorten. Hij voedt zich voornamelijk door kleine zeedieren op te slokken die langs zijn schuilplaats drijven. Zijn dieet bestaat voornamelijk uit kreeftachtigen en andere kleine zeedieren die in de diepzee leven. 

Blobvissen zijn over het algemeen niet erg groot, maar de exacte grootte kan variëren afhankelijk van de soort en individuele kenmerken. Over het algemeen worden ze meestal ergens tussen de 30 en 60 centimeter lang, maar sommige exemplaren kunnen mogelijk iets groter worden. Het is echter belangrijk om te onthouden dat deze schattingen gebaseerd zijn op wat men tot nu toe weet en dat er nog veel te leren valt over hun biologie en leefgewoonten. Gemiddeld weegt een blobvis 9 kilo.

Leefgebied en Levensstijl

De blobvis wordt gevonden in de diepe wateren voor de kusten van Australië, Tasmanië en Nieuw-Zeeland, meestal op dieptes variërend van 600 tot 1.200 meter. In deze omgeving leidt de blobvis een eenzaam bestaan, vaak liggend op de zeebodem, geduldig wachtend tot potentiële prooi binnen bereik komt.

 

 

Voortplanting

De voortplanting van blobvissen is nog grotendeels onbekend, omdat ze voornamelijk op grote diepten leven waar het moeilijk is om ze te observeren. Er is echter enige informatie bekend over hun voortplantingsgedrag. Het is bekend dat blobvissen eieren leggen, maar er is weinig bekend over de specifieke voortplantingscyclus of het broedgedrag van deze soort. Het vermoeden bestaat dat vrouwtjes hun eieren in het diepe water vrijgeven, waar ze zich vervolgens ontwikkelen tot larven voordat ze uitkomen.

De blobvis is door de Ugly Animal Preservation Society in 2013 uitgeroepen tot lelijkste dier

 

Om meer te weten te komen over deze vissoort is er meer onderzoek nodig om een beter begrip te krijgen van de voortplantingsbiologie en hoe deze soort zich voortplant in zijn natuurlijke habitat.

Relatie tot de mens

De blobvis vormt geen gevaar voor mensen omdat hij op grote diepten in de oceaan leeft, meestal veel dieper dan waar mensen kunnen duiken. Bovendien is de blobvis een trage en passieve vis. Er zijn geen gevallen bekend waarin blobvissen mensen zijn aangevallen of als gevaarlijk worden beschouwd voor menselijke activiteiten. Het zijn eerder mensen die gevaarlijk zijn voor de blobvis. 

 

GrufnikFlickr

© Grufnik | Flickr

Beschermstatus

Momenteel heeft de blobvis geen specifieke status als bedreigde diersoort, maar hij wordt wel bedreigd door bodemsleepnetvisserij, vervuiling en klimaatverandering. Daarom is het van groot belang om zowel de blobvis zelf als zijn leefomgeving te beschermen. Gelukkig zijn er al inspanningen gaande om deze te behouden. De blobvis, hoewel een ongewoon wezen, is een levendig voorbeeld van de diversiteit en veerkracht van het diepe oceaanleven. Het behouden en beschermen van deze afgelegen ecosystemen is van cruciaal belang voor toekomstige generaties.

 

 

De steenvis

De steenvis Synanceia verrucosa, zou zo ingezet kunnen worden bij de geheime dienst. Hij kan perfect opgaan in zijn omgeving en heeft daarnaast ook nog een krachtig gif als verdediging, wat hen uniek maakt onder vissen. James Bond is er niets naast.

Steenvissen zijn experts in camouflage, waardoor ze eruitzien als rotsen of koraal op de bodem van de oceaan. Met hun ruwe huid en vlekkerige patronen zijn ze bijna niet te onderscheiden van hun omgeving. Ze zijn daarom nauwelijks zichtbaar voor vrienden, zich van geen kwaad bewuste toevallige passerende prooien, of voor henzelf gevaarlijke predatoren die zo'n lekker steenvis maar al te graag op de spreekwordelijke BBQ willen gooien. Ook niet voor menselijke fans, en dat is maar goed ook. Steenvissen kunnen gemiddeld 30-40 cm lang worden en 2 kilo wegen.

 

Jukka-Siltanen

© Jukka Siltanen | Flickr

Bouw

De steenvis heeft een ruwe huidtextuur met wratachtige uitsteeksels. Hierdoor zie je ze nauwelijks wanneer ze verstopt liggen tussen de rotsen of koraal. Hun kleine, hooggeplaatste ogen zijn perfect aangepast voor het spotten van beweging en prooien. Dit is onmisbaar voor hun manier van jagen wat veel weg heeft van een hinderlaag. Uitgerust met kleine, scherpe tanden grijpt de steenvis prooien vast en manipuleert ze voordat ze ze in hun geheel doorslikken.

Hun rugvin heeft giftige stekels, die overend gaan staan wanneer ze zich bedreigd voelen. Deze stekels bevatten zeer krachtige gif. Hun kleur varieert van bruin, grijs, groen of roodachtig en heeft ook gevlekte of gespikkelde patronen om hun camouflage verder te verbeteren. Met een lengte van 30 tot 40 centimeter liggen steenvissen op de oceaanbodem te wachten, waarbij ze hun vinnen gebruiken om te manoeuvreren en voor stabiliteit, klaar om nietsvermoedende prooien met dodelijke precisie aan te vallen.

Leefgebied

Steenvissen leven vooral in de kustgebieden van de Indische Oceaan. Je kunt ze vinden in ondiep water bij koraalriffen, rotsachtige kusten en zandbodems, waar ze in feite onzichtbaar worden dankzij hun uitzonderlijke camouflage vaardigheden. Je vindt deze bijzondere vissen in tropische landen.  Wanneer je dus op vakantie gaat naar Australie, Indonesië, Tanzania, Zanzibar, de Filipijnen, Maleisië, Thailand, Vietnam, Japan, de Malediven en de Seychellen, dan bestaat er een heel klein kansje dat je ze ziet. Zeker wanneer je gaat duiken of snorkelen.

Een krachtige verdedigingsstrategie

Dit zijn geen vriendelijke vissen - als je erop stapt of ze lastigvalt, kan dat leiden tot een heel pijnlijke steek, of zelfs erger, als je niet tijdig wordt behandeld, de dood. Ze hebben een krachtig en heel giftig verdedigingsmechanisme: giftige stekels. Deze stekels, langs hun rugvin, bevatten een sterk gif dat bij mensen ondraaglijke pijn en weefselschade. Het gif van de steenvis is een van de krachtigste gifstoffen in het dierenrijk en laat zien hoe gevaarlijk deze vissen kunnen zijn.

Onmiddellijk medisch hulp inschakelen

Als iemand wordt gestoken door een steenvis, is onmiddellijke medische hulp cruciaal om de gevolgen van het gif onder controle te krijgen. Als eerste hulp moet je het getroffen lichaamsdeel in warm water onderdompelen. Dit helpt de gifstoffen te neutraliseren en verlicht de pijn. Pijnstillende medicijnen kunnen worden toegediend, en de wond moet grondig worden schoongemaakt om het risico op infectie te verminderen.

In ernstige gevallen kan antigif worden toegediend om de effecten van het gif te neutraliseren. De patiënten moeten goed in de gaten worden gehouden voor tekenen van vergiftiging in het hele lichaam. Soms is behandeling nodig voor problemen zoals ernstige allergische reacties of het afsterven van weefsel. Het is belangrijk om na een steek van een steenvis snel medische hulp te zoeken. Vervolgzorg is nodig om het herstel te volgen en aanhoudende symptomen te behandelen. Dit helpt complicaties te voorkomen en zorgt voor een effectieve behandeling.

Verschil tussen het gif van de blauwgeringde octopus en de steenvis

De blauwgeringde octopus en de steenvis hebben allebei krachtig gif, maar hoe het werkt en hoe gevaarlijk het is, verschilt. Het gif van de blauwgeringde octopus heeft tetrodotoxine, een neurotoxine dat binnen enkele minuten ademhalingsproblemen en de dood kan veroorzaken als je niet meteen behandeld wordt. Het gif van de steenvis bevat neurotoxines en enzymen die ondraaglijke pijn, weefselnecrose en, in ernstige gevallen, verlamming en hartfalen kunnen veroorzaken.

 

NOAA

© NOAA | Flickr

Tetrodotoxine wordt beschouwd als een van de meest dodelijke natuurlijke gifstoffen, met slechts een kleine dosis die al fataal kan zijn voor mensen. Het gif van de steenvis is ook erg krachtig en kan ernstige schade aanrichten aan weefsels en organen. Ontmoetingen met zowel de blauwgeringde octopus als de steenvis moeten worden vermeden. Als je toch wordt gestoken of gebeten, is snelle medische hulp cruciaal om de effecten van hun gif te verminderen.

Jacht

Steen vissen houden zich voornamelijk op in ondiepe kustwateren van de Grote Oceaan en de Indische Oceaan, en in de Rode Zee, waar ze leven op zanderige of rotsachtige zeebodems. Ze zijn net ninjas omdat ze echte meesters zijn in camouflage en sluipen. Door stil te blijven zitten en op te gaan in hun omgeving, wachten ze geduldig tot nietsvermoedende prooien te dichtbij komen voordat ze toeslaan. 

Als roofdieren die op de loer liggen, voeden steenvissen zich voornamelijk met kleine vissen en schaaldieren die langs hun schuilplaatsen zwemmen. Ze vertrouwen op hun uitstekende verstop en camouflagetechniek en zijn heel geduldig, wachtend op het perfecte moment om toe te slaan.

Het beschermen van een kwetsbare soort

Ondanks hun opmerkelijke aanpassingen worden steen vissen bedreigd door teloorgaan van hun leefgebied, door vervuiling en overbevissing. Ontmoetingen met mensen kunnen ook risico's inhouden voor zowel steenvissen als nietsvermoedende individuen. Beschermingsinspanningen gericht op het behoud van hun leefgebieden en het vergroten van het bewustzijn over de gevaren van confrontaties met steenvissen zijn cruciaal voor hun overleving op de lange termijn.

 

National-Parks-Gallery

© National Parks Gallery 

Steenvissen zijn boeiende wezens. Met hun slimme camouflage, krachtige gif en boeiende uiterlijk fascineren ze ons. Door meer over hen te leren en hen te beschermen, kunnen we ervoor zorgen dat onze oceanen zoveel mogelijk onaangetast blijven voor toekomstige generaties.

Beschermstatus

Steenvissen worden bedreigd door verschillende problemen die hun voortbestaan in gevaar brengen. Een grote zorg is het verlies van hun leefgebied, zoals koraalriffen en rotsachtige kusten, die essentieel zijn voor voedsel en bescherming. Als deze plekken verdwijnen, zullen steenvissen moeite om te overleven, omdat ze elders moeten zoeken naar eten en een veilig onderkomen.

Daarnaast vormt vervuiling een ernstig gevaar. Giftige stoffen in het water kunnen schadelijk zijn voor steenvissen, net als bij heel veel andere zeedieren. Overbevissing vormt ook een bedreiging. Soms worden steenvissen per ongeluk gevangen bij het vissen op andere soorten, of ze er wordt specifiek op hen gejaagd voor de handel.

Om te zorgen dat steenvissen blijven bestaan, moeten we maatregelen nemen. We moeten hun leefgebieden beschermen, watervervuiling verminderen en de visserij reguleren. Dit zijn belangrijke stappen om de populaties van steenvissen te helpen behouden en herstellen.

 

 

Barracuda

Barracuda's, Sphyraena barracuda, zijn roofvissen. Ze komen overal ter wereld voor in tropische en subtropische oceanen en staan bekend om hun lange, slanke lichaam en scherpe tanden. Barracuda's komen meestal voor in de buurt van koraalriffen, mangroves en andere gebieden waar er een overvloed is aan voedsel. Ze zijn opportunistische jagers die zich voeden met verschillende prooien, waaronder vis, inktvis en schaaldieren. Barracuda's zijn populaire jachtvissen, maar hun vlees kan gevaarlijk zijn om te eten vanwege het risico van ciguatera vergiftiging. Ondanks hun scherpe tanden en intimiderende uiterlijk worden barracuda's over het algemeen niet beschouwd als een grote bedreiging voor mensen, tenzij ze worden uitgedaagd of zich bedreigd voelen. 

 

Francois-Libert-Flickr

Cozumel, Mexico © Francois Libert / Flickr

De gemeenschappelijke geslachtsnaam voor barracuda's is Sphyraena, en er zijn 26 verschillende soorten binnen dit geslacht. Enkele voorbeelden hiervan zijn:

  • Grote barracuda: Sphyraena barracuda
  • Pacifische barracuda: Sphyraena argentea
  • Blackfin barracuda: Sphyraena qenie
  • Geelstaart barracuda: Sphyraena flavicauda
  • Pikante barracuda: Sphyraena jello

Bouw

Barracuda's hebben een lang, gestroomlijnd lichaam, vergelijkbaar met een torpedo, dat gebouwd is voor snelheid en wendbaarheid in het water. Ze hebben een spits toelopende kop met een grote mond vol scherpe tanden, waarmee ze hun prooi vangen en vasthouden. Barracuda's hebben een reeks zintuiglijke cellen langs hun flanken waarmee ze bewegingen en trillingen in het water kunnen waarnemen. Ze hebben twee rugvinnen, waarvan er één stekelig is, en een anaalvin aan de onderkant. Verder hebben ook borst- en buikvinnen, die ze gebruiken om te sturen en te manoeuvreren. Barracuda's hebben een zwemblaas dat hen helpt om hun drijfvermogen te regelen. Barracuda's zijn meestal zilver, groen of blauwgrijs van kleur. Hun schubben zijn bedekt met slijm, wat de weerstand vermindert als ze door het water zwemmen.

Barracuda's hebben een grote mond met veel tanden, die scherp en puntig zijn. Hierbij steekt de onderkaak meer naar voren dan de bovenkaak. Ze hebben rijen vlijmscherpe tanden die tijdens hun leven voortdurend groeien en worden vervangen. Afhankelijk van de soort kunnen barracuda's tot honderden tanden hebben. Hun tanden zijn ontworpen om hun prooi te verscheuren en vast te grijpen, en staan schuin naar achteren om het voor de prooi moeilijk te maken om te ontsnappen als hij eenmaal gevangen is.

Barracuda's kunnen, afhankelijk van de soort, verschillende afmetingen hebben. De grote barracuda (Sphyraena barracuda), een van de grootste barracudasoorten, kan ongeveer 1,8 meter lang worden en tot 45 kg wegen. De meeste barracuda's zijn echter kleiner dan dit, en veel soorten bereiken een maximale lengte van 0,9 tot 1,2 meter. Deze vissoort groeit relatief snel, en hun groeisnelheid kan variëren afhankelijk van factoren zoals watertemperatuur, beschikbaarheid van voedsel en habitat. Over het algemeen groeien barracuda's sneller in warme, voedselrijke wateren en kunnen ze in slechts enkele jaren hun volledige grootte bereiken.

Leefgebied

Barracuda's komen voor in tropische en subtropische oceanen over de hele wereld, waaronder de Atlantische, Indische en Stille Oceaan. Ze geven de voorkeur aan ondiepe, nabijgelegen wateren en worden vaak aangetroffen in de buurt van koraalriffen, rotsachtige kusten en mangrovebossen. Barracuda's komen ook voor in riviermondingen, waar zoet water en oceaan elkaar ontmoeten. Van sommige soorten barracuda's is bekend dat ze lange afstanden afleggen op zoek naar voedsel of geschikte broedplaatsen.

Barracuda's komen ook voor in de Middellandse Zee, maar veel minder dan in tropische en subtropische wateren. Ze worden meestal gevonden in het oostelijke deel van de Middellandse Zee, in de buurt van Cyprus, Israël en Libanon, waar de watertemperatuur warmer is. De meest voorkomende soort barracuda in de Middellandse Zee is de mediterrane barracuda (Sphyraena sphyraena), die kleiner is dan sommige andere soorten die in warmere wateren voorkomen.

Jacht

Barracuda's zijn opportunistische jagers en gebruiken hun snelheid en behendigheid om hun prooi te vangen. Het zijn hinderlaag roofdieren, wat betekent dat ze wachten tot hun prooi binnen aanvalsafstand komt voordat ze overgaan tot de aanval. Barracuda's jagen vaak in scholen en werken samen om hun prooi te omsingelen en te vangen. Ze zijn in staat om met hun tanden door het vlees en de botten van hun prooi heen te bijten, waardoor ze deze gemakkelijker kunnen opeten. Barracuda's kunnen ook de positie van hun ogen aanpassen om zich op hun prooi te concentreren, wat hen helpt om nauwkeurig toe te slaan en hun doelwit te vangen.

 

Gingergeek-Flickr

 Sipidan, Borneo - Omringd door een enorme school barracuda's. © Gingergeek / Flickr

Voedsel

Barracuda's zijn vleeseters en voeden zich voornamelijk met kleinere vissen, zoals haring, sardines en ansjovis. Het zijn opportunistische roofdieren die ook inktvis, schaaldieren en zelfs andere barracuda's eten. Barracuda's liggen in een hinderlaag en gebruiken hun snelheid en behendigheid om hun prooi te vangen. Ze staan erom bekend dat ze scholen aasvissen volgen en vaak in een vlaag van razernij aanvallen, waarbij ze hun prooi met hun scherpe tanden verscheuren. Barracuda's staan bovenaan de voedselketen in hun ecosysteem en hebben weinig natuurlijke vijanden.

Voortplanting

Barracuda's zijn zeevissen die zich voortplanten via externe bevruchting, wat betekent dat eitjes en sperma in het water worden vrijgelaten en dat de bevruchting buiten het lichaam van het vrouwtje plaatsvindt. Tijdens het broedseizoen jagen de mannelijke barracuda's actief op de vrouwtjes, die hun eieren in het water loslaten. Het mannetje laat dan zijn sperma los, dat de eieren bevrucht.

Na de bevruchting komen de eieren uit in larven, die groeien en zich ontwikkelen in het open water. Jonge barracuda's trekken dan naar ondieper water en uiteindelijk naar koraalriffen en andere habitats waar ze volwassen worden. Zodra de eieren bevrucht zijn, spelen de Barracuda's ook geen actieve rol in de ontwikkeling van hun jongen.

Barracuda's planten zich gewoonlijk voort in ondiepe, warme wateren nabij koraalriffen, zeegrasvelden en andere soortgelijke habitats waar voedsel en beschutting in overvloed aanwezig zijn. Deze gebieden bieden ideale omstandigheden voor de ontwikkeling en overleving van hun jongen. Tijdens het broedseizoen, dat varieert afhankelijk van de soort en de locatie, trekken barracuda's naar deze ondiepe wateren om te paaien. Na het paaien drijven de larven in het open water en vestigen zich uiteindelijk in gebieden met een geschikte habitat voor groei en ontwikkeling.

Van sommige soorten barracuda's is bekend dat ze zich tijdens het paaiseizoen in grote aantallen verzamelen en grote scholen vormen in diepere offshore-wateren. De timing van het paaien kan ook variëren afhankelijk van de locatie en de milieuomstandigheden, waarbij sommige populaties het hele jaar door paaien en andere seizoensgebonden.

Natuurlijke vijanden

Barracuda's hebben natuurlijke vijanden, waaronder grotere roofvissen, zoals haaien en tandbaarzen, en mensen die op hen vissen. Haaien behoren tot de grootste roofdieren en staan erom bekend dat zij zich voeden met barracuda's. Ook baarzen, grote vleesetende vissen, jagen op barracuda's.

De mens vormt ook een belangrijke bedreiging voor de barracuda door overbevissing. Het is een populaire sportvis die gewild is voor zijn vlees en als trofee. Overbevissing kan leiden tot een afname van de barracuda populatie, wat negatieve gevolgen kan hebben voor de algemene gezondheid en het evenwicht van mariene ecosystemen. Barracuda's kunnen ook worden bedreigd door verlies en achteruitgang van habitats, vervuiling en klimaatverandering, die hun voedselbronnen en voortplantingshabitat kunnen aantasten.

Relatie tot de mens

De relatie tussen barracuda's en de mens is complex en veelzijdig. Aan de ene kant zijn barracuda's een populaire sportvis en worden ze door sportvissers gezocht vanwege hun vechtvermogen en als trofeevangst. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke visindustrie die zich richt op barracuda's, en in sommige gebieden is overbevissing een probleem geworden. Anderzijds zijn barracuda's ook belangrijke roofdieren in mariene ecosystemen en spelen zij een essentiële rol bij het handhaven van het ecologisch evenwicht. Ze helpen de populaties van kleinere vissen onder controle te houden en koraalriffen en andere habitats gezond te houden.

Barracuda's kunnen ook een bedreiging vormen voor de mens, omdat ze soms mensen aanvallen, vooral als ze zich bedreigd voelen of als ze een glimmend voorwerp voor een prooi aanzien. Dergelijke incidenten zijn echter zeldzaam en barracuda's worden over het algemeen niet als een groot gevaar voor de mens beschouwd. In het algemeen is de relatie tussen barracuda's en de mens complex, en is het belangrijk om een evenwicht te vinden tussen de belangen van de vissersgemeenschappen en de noodzaak om de mariene ecosystemen te beschermen en gezond te houden.

 

Kris-Mikael-Krister-Flickr

Zwartvinbarracuda (Sphyraena genie) Barracuda's verzamelen zich in scholen als bescherming tegen grotere roofdieren. © Kris Mikael Krister / Flickr

 

Barracuda's worden als groep momenteel niet als bedreigd of met uitsterven bedreigd beschouwd. Sommige soorten barracuda's kunnen echter te maken krijgen met een afname van de populatie als gevolg van overbevissing, habitatverlies en andere bedreigingen.

Zo is de grote barracuda (Sphyraena barracuda), een wijdverspreide soort die voorkomt in tropische en subtropische wateren over de hele wereld, door de International Union for Conservation of Nature (IUCN) opgenomen in de lijst van minst zorgwekkende soorten. De populaties van de grote barracuda kunnen in sommige regio's echter afnemen als gevolg van overbevissing en aantasting van de habitat. Andere soorten barracuda's, zoals de zwartvinbarracuda (Sphyraena qenie) in de Rode Zee, worden door de IUCN als kwetsbaar beschouwd vanwege overbevissing en aantasting van de habitat.

Hoewel barracuda's momenteel niet met uitsterven worden bedreigd, zijn instandhoudingsinspanningen nodig voor een duurzaam beheer van hun populaties en habitats om hun ecologisch en economisch belang te behouden.

 

De Forel

Forel is een vissoort die behoort tot de familie Salmonidae, waartoe ook de zalm en de meerforel behoren. Forellen komen voor in verschillende werelddelen, met name in rivieren, beken, meren, vijvers en (in sommige gevallen) in de oceaan. Ze staan bekend om hun opvallende kleuren en schoonheid.

 

Paul | Adobe Stock

© Paul | Adobe Stock

Er zijn verschillende geslachten van forel, de meest bekende zijn Salmo (Atlantische oceaan), Salvelinus (Indische oceaangebied) en Oncorhynchus (Arctisch oceaangebied). Binnen deze geslachten zijn er nog veel meer soorten te vinden.

Forel is een geliefde vissoort voor hengelsportliefhebbers. In Nederland en België mag er in de meeste wateren gratis op forel gevist worden, mits je een visvergunning hebt.

Stierhaai

Stierhaaien (Carcharhinus leucas) komen voor in zoutwater, maar kunnen ook in zoetwater terechtkomen — bijvoorbeeld in riviermondingen, estuaria en mangroven. Deze bijzondere eigenschap maakt hen tot een van de weinige haaiensoorten die zowel in zee als in rivieren kunnen overleven. Dankzij hun unieke nierfunctie kunnen ze zouten uit hun lichaam filteren in zoutwater en juist water opnemen in zoetwater.

In Afrika, Australië, Noord- en Zuid-Amerika komen stierhaaien zelfs voor in rivieren die honderden kilometers landinwaarts stromen. In zulke gebieden kunnen ze forel tegenkomen, vooral op plekken waar rivieren in zee uitmonden. Hoewel forel geen vaste prooi is, kan een stierhaai er wel op jagen als de kans zich voordoet. Hun dieet bestaat voornamelijk uit andere vissen, inktvissen en schaaldieren. Zie ons artikel Sluipmoordenaars van de Zambezi.

Stierhaaien worden beschouwd als een bedreigde diersoort, en de jacht op deze haaien is wereldwijd beperkt of verboden. Het is dus van groot belang dat ze worden beschermd.

Forel: een diverse en belangrijke vissoort

Forel is een verzamelnaam voor verschillende vissoorten die behoren tot de familie Salmonidae. Tot deze familie behoren ook zalmen en beekforellen. De bekendste soorten zijn de regenboogforel, bruinforel, beekforel, zeeforel en goudforel.

Forellen leven in rivieren, beken, meren en vijvers, en sommige soorten trekken zelfs naar zee om te paaien. Ze zijn te herkennen aan hun gestroomlijnde lichaam, opvallende kleuren en elegante zwembewegingen. In heldere wateren schitteren ze in het zonlicht met tinten die variëren van zilver en groen tot rood en goud.

Forellen spelen een belangrijke rol in het ecosysteem. Ze zijn roofvissen die zich voeden met insecten, kleine visjes, schaaldieren en andere waterdieren, maar dienen zelf ook als prooi voor vogels, zoogdieren en grotere vissen.

Helaas worden forelpopulaties wereldwijd bedreigd door vervuiling, verlies van leefgebied en overbevissing. Klimaatverandering zorgt bovendien voor hogere watertemperaturen, wat hun voortplanting bemoeilijkt. Natuurbeschermingsorganisaties en viskwekerijen zetten zich daarom in voor het behoud van forelsoorten door het herstel van leefgebieden, kweekprogramma’s en bewustwording onder sportvissers.

In Nederland is vooral de regenboogforel populair bij sportvissers. Deze soort wordt regelmatig uitgezet in rivieren en vijvers en staat bekend om zijn vechtlust en prachtige kleuren. Forelvissen is hier toegestaan met een geldige visvergunning, zolang de regels voor vangst en dierenwelzijn worden gerespecteerd.

 

KernRiverRainbowTrout-DaveWiz84

© DaveWiz84 

Regenboogforel: een prachtige en veelzijdige vis

De regenboogforel (Oncorhynchus mykiss) is een zoetwatervis die oorspronkelijk voorkomt in het westen van Noord-Amerika, met name in de riviergebieden rond de Stille Oceaan. Inheemse volkeren vingen deze vis al eeuwenlang, niet alleen als voedselbron, maar ook als onderdeel van hun cultuur. In de 19e eeuw werd de soort voor het eerst in Europa geïntroduceerd en is sindsdien verspreid over vrijwel de hele wereld.

Regenboogforellen danken hun naam aan hun opvallende kleuren:

  • een metallic blauwgroene rug die glinstert in het zonlicht
  • een zilverkleurige buik die de vis een elegante uitstraling geeft
  • een roze tot rode streep langs de flanken die hen hun karakteristieke uiterlijk verleent

De kleuren kunnen variëren afhankelijk van leefgebied, voeding en seizoen. Tijdens het paaiseizoen kleuren de mannetjes feller om de vrouwtjes te imponeren.

Regenboogforellen leven in verschillende soorten water: rivieren met stromend water, beken met rotsachtige bodems, diepe meren en vijvers met helder, zuurstofrijk water. Ze verkiezen koel water met voldoende schuilplaatsen, zoals stenen, planten en overhangende oevers.

Deze forelsoort is bijzonder flexibel en past zich goed aan verschillende omstandigheden aan. Ze kunnen overleven in watertemperaturen van 0 tot 25 graden Celsius en zich voeden met een breed scala aan voedsel — van insecten en wormen tot kleine vissen en schaaldieren. Dit aanpassingsvermogen heeft bijgedragen aan hun wereldwijde verspreiding.

De lengte en het gewicht van regenboogforellen verschillen sterk per leefgebied. In voedselrijke wateren kunnen ze groter worden, soms tot meer dan 1 meter en meer dan 20 kilogram. Meestal zijn ze echter kleiner, tussen 20 en 40 centimeter lang.

Als actieve jagers gebruiken regenboogforellen verschillende technieken. Ze kunnen hun prooi achtervolgen, in een hinderlaag wachten of zelfs uit het water springen om insecten te vangen. Hun jachtgedrag maakt hen tot een geliefde sportvis, gewaardeerd om hun kracht en snelheid.

De voortplanting vindt plaats in grindrijke beken en rivieren met stromend, zuurstofrijk water. Het vrouwtje legt haar eieren in een ondiepe kuil in het grind, waarna het mannetje ze bevrucht. Na ongeveer zes weken komen de eieren uit en zwemmen de jonge forellen weg om hun eigen leefgebied te zoeken.

 

Browntrout029-Philthy54

© Philthy54

Bruinforel: pracht en kracht in harmonie

De bruinforel (Salmo trutta) is een inheemse forelsoort uit Europa en West-Azië. Deze vis staat bekend om zijn prachtige kleuren, sterke karakter en grote aanpassingsvermogen. Bruinforellen leven in koele, heldere wateren zoals beken, rivieren, meren en vijvers, waar ze graag schuilen tussen stenen, waterplanten en overhangende wortels.

Hun uiterlijk is indrukwekkend:

  • een donkergroene tot bruine rug die mooi opgaat in het water
  • zilverachtige flanken met rode en zwarte stippen, vaak omringd door een blauwe gloed
  • een lichte, bijna gouden buik die vooral tijdens het paaiseizoen sterker kleurt

Tijdens de paaitijd in de herfst worden deze kleuren nog intenser, vooral bij de mannetjes. Bruinforellen kunnen tot wel 80 centimeter lang worden en een gewicht van ongeveer 6 kilogram bereiken, afhankelijk van hun leefomgeving en voedselbeschikbaarheid.

Net als andere forellen zijn ze opportunistische jagers. Ze voeden zich met insecten, larven, kleine vissen, kreeftachtigen en wormen. Zelf vormen ze een belangrijke schakel in het ecosysteem, want ze dienen als prooi voor vogels, otters en grotere roofvissen.

Helaas worden bruinforelpopulaties in Europa bedreigd door watervervuiling, klimaatverandering, overbevissing en het verdwijnen van natuurlijke leefgebieden. In sommige regio’s geldt de soort zelfs als kwetsbaar of bedreigd.

Om deze vissen te beschermen worden maatregelen genomen zoals het verbeteren van leefgebieden, het instellen van vangstquota en het voorlichten van vissers. Door bruinforel te beschermen en hun leefomgeving te herstellen, kunnen we ervoor zorgen dat deze bijzondere soort ook in de toekomst in onze rivieren en beken blijft voorkomen.

 

Brooktroutinwater-Jay-Fleming-US-Natl-Park-Svc

© Jay Fleming - (US Nat'l Park Svc)

 

Beekforel: een prachtige en unieke vissoort

De beekforel (Salvelinus fontinalis) is een inheemse zoetwatervis uit het oosten van Noord-Amerika. Deze soort is geliefd bij sportvissers vanwege zijn opvallende kleuren, sterke vechtlust en sierlijke bewegingen in helder water.

Beekforellen leven in koele, zuurstofrijke beken, rivieren en vijvers. Ze geven de voorkeur aan kleine, beboste stroompjes met een rotsachtige bodem en veel schuilplaatsen, zoals omgevallen bomen of overhangende planten.

Hun uiterlijk is werkelijk betoverend:

  • een donkergroene tot bruine rug
  • een lichte, bijna zilveren buik
  • flanken met rode vlekken omgeven door blauwe halo’s

Tijdens het paaiseizoen in de herfst worden de kleuren nog intenser, vooral bij de mannetjes. In gunstige omstandigheden kunnen beekforellen tot 80 centimeter lang worden en een gewicht van ongeveer 6 kilogram bereiken, al blijven ze meestal kleiner.

Beekforellen zijn roofvissen die zich voeden met insecten, larven, kleine visjes en andere waterdieren. Ze vormen een belangrijke schakel in het ecosysteem, want ze helpen insectenpopulaties in balans te houden en zijn zelf een prooi voor vogels, vissen en zoogdieren.

Net als andere forellen worden ook beekforelpopulaties bedreigd door vervuiling, verlies van leefgebied, overbevissing en klimaatverandering. In Europa geldt de soort als kwetsbaar.

Om deze vissen te beschermen worden maatregelen genomen zoals het verbeteren van waterkwaliteit, het herstellen van natuurlijke oevers, het beperken van de visvangst en het geven van voorlichting aan vissers. Dankzij deze inspanningen kan de beekforel hopelijk ook in de toekomst blijven schitteren in onze heldere beken en rivieren.

 

Yellowstone-NP-USA-cutthroat-trout

© Yellowstone NP - USA

Roodkeelforel: een veelzijdige vis met een kenmerkende rode streep

De roodkeelforel (Oncorhynchus clarkii) is een zoetwatervis die van nature voorkomt in het westen van Noord-Amerika, van Alaska tot het noorden van Mexico. De soort dankt zijn naam aan de felrode tot oranje streep onder de kaken, die lijkt op een snee of schuine lijn.

Roodkeelforellen leven in uiteenlopende wateren: van kleine bergbeekjes tot grote rivieren, meren en kustmondingen. Ze geven de voorkeur aan helder, koud en goed zuurstofrijk water met een bodem van grind of steen. Deze vissen komen voor op hoogtes van zeeniveau tot boven de 3000 meter.

De lengte en het gewicht van roodkeelforellen variëren sterk per ondersoort en leefgebied. In kustgebieden zijn ze vaak kleiner, rond 30 tot 40 centimeter lang, terwijl in het binnenland exemplaren tot 70 centimeter en ruim 4 kilogram kunnen bereiken. Hun groei wordt beïnvloed door de watertemperatuur, voedselbeschikbaarheid en de aanwezigheid van roofdieren.

Roodkeelforellen zijn actieve jagers die zich voeden met insecten, kleine vissen, kreeftachtigen en andere waterdieren. Ze spelen een belangrijke rol in het ecosysteem: ze helpen insectenpopulaties te reguleren en vormen zelf voedsel voor vogels, vissen en zoogdieren.

Helaas worden roodkeelforelpopulaties bedreigd door vervuiling, verlies van leefgebied, overbevissing en klimaatverandering. In verschillende gebieden zijn beschermingsmaatregelen ingevoerd, zoals het verbeteren van paaigronden, het beperken van de visvangst en het herstellen van natuurlijke stroompatronen in rivieren.

Dankzij deze inspanningen blijft de roodkeelforel een symbool van de bergstromen van Noord-Amerika — kleurrijk, krachtig en onvervangbaar in zijn natuurlijke omgeving.

 

Goudforel---Rayfound

© Rayfound

Goudforel: een kleine forel met een gouden glans

De goudforel (Oncorhynchus aguabonita of Oncorhynchus mykiss aguabonita) is een opvallend mooie vis met een warme, gouden kleur en een roodachtige glans langs de flanken. Deze forel komt van oorsprong voor in de bergachtige gebieden van Californië, waar hij leeft in helder, koud en zuurstofrijk water.

Goudforellen voeden zich vooral met aquatische insecten, larven en kleine kreeftachtigen, maar eten ook kleine visjes. Ze leven meestal in hooggelegen beken en meren, waar het water koel en schoon is. Door hun beperkte verspreidingsgebied en de kwetsbaarheid van hun leefomgeving worden ze beschouwd als een zeldzame en beschermde soort.

In vergelijking met andere forelsoorten zijn goudforellen klein van stuk. De gemiddelde lengte ligt tussen 15 en 30 centimeter en het gewicht tussen 0,3 en 1,5 kilogram. In uitzonderlijke gevallen kunnen ze tot 45 centimeter lang worden en bijna 2 kilogram wegen. Hun groei hangt sterk af van het voedselaanbod, de watertemperatuur en de hoogte waarop ze leven — hoe hoger in de bergen, hoe kleiner ze doorgaans blijven.

Goudforellen spelen een belangrijke rol in het ecosysteem van bergmeren en bergstromen. Ze houden insectenpopulaties in balans en dienen als voedsel voor vogels en grotere roofvissen.

Net als veel andere forellen worden goudforelpopulaties bedreigd door vervuiling, verlies van leefgebied, overbevissing en klimaatverandering. In sommige gebieden zijn maatregelen genomen om hun voortbestaan te waarborgen, zoals het herstellen van natuurlijke waterlopen, het verbeteren van paaigronden en het beperken van de visvangst.

Door hun schoonheid en zeldzaamheid is de goudforel een symbool geworden van de ongerepte bergnatuur: kwetsbaar, maar van onschatbare waarde.

 

Piotr-Wawrzyniuk-adobe-stock-sea-trout

© Piotr Wawrzyniuk | Adobe Stock

Zeeforel: een fascinerende trekvis

De zeeforel (Salmo trutta) is een bijzondere forelsoort die zowel in zout als zoet water leeft. Deze trekvis — ofwel anadrome soort — brengt het grootste deel van zijn leven door in zee, maar trekt naar rivieren en beken om te paaien.

Zeeforellen geven de voorkeur aan helder, koud en zuurstofrijk water met een grind- of zandbodem. De jonge vissen blijven meestal één tot drie jaar in de rivier voordat ze naar zee trekken om volwassen te worden. Daar leven ze vooral in kustwateren en estuaria, waar ze zich voeden met kleine vissen, garnalen en krabben.

De trek tussen zoet en zout water is essentieel voor hun levenscyclus. In rivieren groeien de jongen op in een relatief veilige omgeving, terwijl de volwassen dieren in zee voedsel in overvloed vinden. De terugkeer naar de paaigronden zorgt voor een gezonde genetische verspreiding en houdt de populatie sterk.

Zeeforellen kunnen indrukwekkend groot worden. De meeste exemplaren worden tussen 40 en 70 centimeter lang en wegen 1 tot 5 kilogram, maar in uitzonderlijke gevallen kunnen ze langer dan 1 meter worden. Hun groei hangt af van voedselbeschikbaarheid, watertemperatuur en leefgebied.

Helaas worden zeeforellen bedreigd door vervuiling, dammen die migratie blokkeren, verlies van leefgebied en klimaatverandering. Om deze vissoort te beschermen, werken natuurbeschermers en overheden samen aan het herstellen van rivieren, het verwijderen van barrières en het verbeteren van paaigebieden.

Dankzij deze maatregelen is de zeeforel nog steeds te vinden in verschillende Europese rivieren — een levende herinnering aan de nauwe band tussen zee en zoetwater.

 

Bull-trout-Oregon-Department-of-Fish--Wildlife

© Oregon Departement of Fish and Wildlife

Stierforel: een prachtige, maar bedreigde vis

De stierforel (Salvelinus confluentus) is een indrukwekkende vis die voorkomt in heldere, koude rivieren en meren van het westen van de Verenigde Staten en Canada. Hij behoort tot de familie van de riddervissen (char), waartoe ook de beekforel en Dolly Varden behoren.

Stierforellen leven in bergachtige gebieden met diep, koel water en veel schuilplaatsen tussen stenen, keien en boomwortels. Ze zijn sterk, wendbaar en kunnen een lengte bereiken tot ruim 1 meter en een gewicht van meer dan 14 kilogram, hoewel de meeste exemplaren kleiner blijven.

Hun uiterlijk is bijzonder: een olijfgroene tot bronskleurige rug, lichtere flanken met lichtgele vlekken en een witte rand langs de vinnen. Tijdens de paaitijd in de herfst kleuren de mannetjes dieper oranje en rood, wat hen een opvallend en bijna sierlijk uiterlijk geeft.

Stierforellen zijn roofvissen die zich voeden met insecten, kreeftachtigen en kleinere vissen. Ze spelen een belangrijke rol in hun leefgebied door het evenwicht tussen prooidieren te behouden.

Helaas is de stierforel tegenwoordig een bedreigde vissoort. Vervuiling, verlies van leefgebied, overbevissing, klimaatverandering en barrières in rivieren hebben hun populatie sterk doen afnemen. In de Verenigde Staten staat de soort onder bescherming van de Endangered Species Act.

Om deze vissen te behouden, worden in Noord-Amerika diverse maatregelen genomen. Denk aan het herstellen van natuurlijke stroompatronen, het verbeteren van paaigronden, het verwijderen van dammen en het voorlichten van vissers. Dankzij deze inspanningen is er hoop dat de stierforel zijn plaats in de koude bergwateren kan behouden.

 

Dolly-Varden-Bering-Land-Bridge-National-Preserve

© Bering Land Ridge National Preserve

Dolly Varden: een prachtige en veelzijdige vissoort

De Dolly Varden (Salvelinus malma) is een soort riddervis die van nature voorkomt in het noorden van de Stille Oceaan en in aangrenzende zoetwatergebieden van Noord-Amerika en Azië. Deze middelgrote vis valt op door zijn elegante kleuren en zijn vermogen om zich aan te passen aan verschillende leefomgevingen.

Dolly Vardens hebben een donkergroene tot blauwzwarte rug, zilverkleurige flanken en een witte buik. Over hun lichaam en vinnen liggen kleine zwarte vlekjes, en tijdens de paaitijd krijgen de mannetjes een felrode of oranje buik. Ze leven vooral in koude, heldere rivieren, bergstromen en kustgebieden waar zalm voorkomt. Vaak zijn ze te vinden bij paaigronden van zalmen, omdat ze zich voeden met insecten, kreeftachtigen, kleine vissen en zalmeitjes.

De lengte van een Dolly Varden varieert afhankelijk van het leefgebied. In rivieren worden ze meestal 30 tot 50 centimeter lang, terwijl ze in grotere meren en kustwateren wel tot 80 centimeter kunnen bereiken. Het gewicht ligt doorgaans tussen 1 en 7 kilogram.

Dolly Vardens spelen een belangrijke rol in het ecosysteem: ze helpen insectenpopulaties in balans te houden en vormen zelf voedsel voor vogels, zoogdieren en grotere vissen.

Net als veel andere forelsoorten worden ook Dolly Vardenpopulaties bedreigd door vervuiling, klimaatverandering, overbevissing en het verdwijnen van natuurlijke leefgebieden. In sommige regio’s worden maatregelen genomen om hun aantallen te herstellen, zoals het verbeteren van waterkwaliteit, het herstellen van paaigronden en het beschermen van rivieren tegen dammen.

De Dolly Varden is daarmee een symbool van de noordelijke wildernis: sterk, kleurrijk en onvervangbaar in de koude, heldere wateren van Alaska en Canada.

Viskwekerijen Nederland en België

In Nederland en België worden verschillende vissoorten gekweekt in gespecialiseerde viskwekerijen. Deze bedrijven leveren vissen voor consumptie, sportvisserij en herstelprojecten van natuurlijke populaties.

Alle viskwekerijen in Nederland staan onder toezicht van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). In België houdt het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) toezicht. Beide organisaties controleren de kwaliteit van het water, het dierenwelzijn en de voedselveiligheid binnen de kwekerijen.

De NVWA en het FAVV geven daarnaast advies over maatregelen om het welzijn van de vissen te verbeteren, milieueffecten te beperken en duurzame productiemethoden te stimuleren. Hun doel is om consumenten te beschermen tegen onveilig voedsel en om de kwaliteit van de visproductie te waarborgen.

Viskwekerijen spelen ook een belangrijke rol bij het behoud van bedreigde vissoorten. Door het kweken en uitzetten van jonge vissen helpen ze populaties te herstellen die onder druk staan door vervuiling, overbevissing of klimaatverandering.

Zo dragen kwekerijen in Nederland en België bij aan zowel voedselproductie als natuurbehoud — een evenwicht tussen mens en water dat van groot belang is voor de toekomst van onze binnenwateren.

Ga mee vissen! Hier vind je de leukste forelvijvers

Wil je zelf eens proberen forel te vangen?
Op deze kaart zie je waar dat allemaal kan – van gezellige dorpsvijvers tot grote visparken met meerdere vijvers.
Klik op een visicoontje om meer te ontdekken over elke locatie en plan je eigen dag aan het water!

 

Kaart: © Google My Maps – gegevens gecontroleerd door Wereld van de Haai.

 

Veel plezier aan de waterkant!
Of je nu komt voor de rust, de spanning van de vangst of gewoon voor een gezellig dagje buiten — forelvissen is een prachtige manier om de natuur van dichtbij te beleven.

Trek dus je laarzen aan, neem je hengel mee en ontdek hoe leuk forelvissen kan zijn! Wie weet vang jij straks de grootste vis van de dag. Forelvissen is namelijk meer dan een sport — het is een moment van rust, natuur en verwondering. Geniet van elke minuut aan het water.

 

 

 

Zeeleguaan

Zeeleguanen, Amblyrhynchus cristatus, komen uitsluitend voor op de Galapagoseilanden in de Stille Oceaan. De Galapagoseilanden liggen hemelsbreed 1500 km vanaf het vaste land en zijn van oorsprong vulkanisch. De Galapagoseilanden bestaan uit een groep van 13 kleine eilanden waarvan de grootste Isabela is met 4588 km² en de kleinste Genovesa is dat 14 km² groot is. 
 
De zeeleguaan is de enige hagedissoort die in zee zwemt en er zijn welgeteld nog 6 andere subsoorten te vinden op de Galapagoseilanden die allen geïsoleerd van elkaar leven. Zeeleguanen zijn nu niet bepaald moeders mooiste, ze worden zelfs vergeleken met Godzilla. Charles Darwin had zelfs erg veel moeite om iets aandoenlijks aan ze te vinden, maar ondanks hun uiterlijk zijn ze wel heel bijzonder. © Graham H / Pixabay
Zeeleguaan Galapagos
 

Bouw

  • Zeeleguanen zijn koudbloedige dieren. Hierdoor, om op temperatuur te komen, zullen ze de zon op moeten zoeken voor langere periodes telkens voordat ze de zee weer in gaan. Als ze niet warm genoeg zijn voordat ze het koude water ingaan kan dat hun bewegingsvrijheid ernstig belemmeren en zijn ze een makkelijk doelwit voor predatoren. Voor de zeeleguaan is het belangrijk dat hun temperatuur nooit onder de 40 graden zakt, want dit veroorzaakt verlammingen aan de spieren. 
  • Omdat zeeleguanen veel tijd in het zoute water doorbrengen slaan ze ook veel zout op in hun lichaam tijdens het zwemmen. Dit zout moeten ze op de een of andere manier weer zien kwijt te raken. Daarvoor hebben ze een speciale klier. Sommige andere diersoorten hebben ook een zoutklier, onder anderen vogels, zeeschildpadden en haaien. Zeeleguanen hebben zwakker nieren waardoor ze niet in staat zijn om de grote hoeveelheid zout dat ze binnenkrijgen via de mond en de huid af te scheiden. De zeeleguaan raakt het overtollige zout kwijt door het uit te niezen. 
  • Het neus van de zeeleguaan is kort en stomp. Hierdoor kan de zeeleguaan makkelijk zeewier en alg van de rotsen lostrekken tijdens het foerageren onder water.  Elke tand heeft een kroon met drie knobbels, de tanden liggen zijwaarts aan de binnenkant van de kaak wat het lostrekken van de glibberige zeealg en zeewier van de rotsen vergemakkelijkt. 
  • Zeeleguanen kunnen niet ademen onder water, ze hebben geen kieuwen zoals haaien en vissen dat hebben. Ze kunnen echter voor extreem lange periodes, tot wel 60 minuten, onder water blijven. Ooit gooide een scheepsmaat van Charles Darwin een zeeleguaan overboord waaraan hij een steen had bevestigde. Toen hij deze na een uur weer naar boven haalde, leefde het arme dier nog. 
  • De huid van de zeeleguaan is zwart of donkergrijs. Het donkere pigment helpt om de hagedis te beschermen tegen de stralen van de zon. Verder is de huid niet vocht doorlatend. 
  • De voor- en achterpoten van de zeeleguaan zijn lang en klauwvormig met lange nagels. Dit geeft de zeeleguaan meer grip zowel op het vulkanische rotsgesteente als ook onder water. 
  • De staart van de zeeleguaan is lang en wordt gebruikt om mee te zwemmen. 
  • Zeeleguanen hebben een derde oog, een pariëtaal oog geheten. Klinkt vreemd, niet waar? Maar toch is dit wel degelijk het geval. Ze kunnen niet zien met het derde oog, maar ze kunnen er wel het verschil in donker en licht mee onderscheiden. Het oog dient dan ook eigenlijk alleen maar als een extra 'zintuig' om eventuele predatoren te signaleren. 

Voeding

Zeeleguanen zijn vegetarisch, hun hoofdmaaltijd bestaat uit alg en zeewier op de zeebodem. Om te foerageren moeten ze voor langere periodes hun adem in houden en dit kunnen ze behoorlijk lang doen, tot wel 60 minuten.  Hun voor- en achterpoten zijn net peddels en de vingers zijn lang en hebben ronde klauwen. Ze gebruiken hun staart om voorruit te komen in het water, de bewegingen hebben opvallend veel weg van de bewegingen van een slang. Zeeleguanen kunnen tot wel 60 meter diep duiken en blijven soms wel 45 minuten lang onder water tijdens het foerageren. 

Wanneer ze eenmaal op de bodem zijn aangekomen, moeten ze hun nagels gebruiken om zich vast te klemmen aan de rotsen. Dit is nodig om te voorkomen dat ze door de sterke stroming worden meegenomen. Tussen de periodes van foerageren door liggen ze heel lang boven op de vulkanische rotsen om zo doende hun lichaam met de warme zonnestralen weer op temperatuur te brengen. 

Wanneer de zeeleguaan weer het water ingaat verlaagt hun hartslag zich voor de helft. Dit helpt ze om hun energie langer te bewaren wat er dan er voor zorgt dat ze voor langere periodes zonder zuurstof kunnen. Nog een opmerkelijke eigenschap van de zeeleguaan is hun vermogen om in tijden van schaarste te krimpen. Dat ze dunner worden is te verwachten, maar dat ze zelfs tot wel 20% in lengte kunnen krimpen is bijzonder uniek. Wanneer er weer voldoende voedsel in aanbod is, verandert hun lichaam zich weer aan in hun normale waarden. 

 

© Andrew Turner | Flickr
previous arrow
next arrow
 
© Andrew Turner | Flickr
© Bene Baker | Flickr
© Brian Gratwicke | Flickr
© G.S. Matthews | Flickr
© Jan Hazevoet | Flickr
© KrisNM | Flickr
© KrisNM2 | Flickr
© Richard Droker | Flickr
© Matthew Roth | Flickr
© Paul Krawczuk | Flickr
© Richard Droker | Flickr
previous arrow
next arrow

Leefgebied

De zeeleguaan komt oorspronkelijk alleen voor op de rotsachtige vulkanische eilanden van de Galapagos, je komt hem echt nergens anders tegen, of hij moet (illegaal) meegenomen zijn voor bijvoorbeeld in de dierentuin. De zeeleguaan is verspreid over alle 14 Galapagoseilanden. Er zijn 8 verschillende soorten zeeleguanen waarvan er 7 daarvan een subsoort zijn. De grootste zeeleguanen leven op Isabela en Fernandina. Zeeleguanen leven in grote koloniën. Ze liggen dan naast elkaar en op elkaar. Een kolonie kan uit enkele zeeleguanen bestaan, maar ook van tientallen tot wel 1000 exemplaren bestaan. De beste temperatuur voor zeeleguanen varieert tussen 36° - 38° graden Celsius. Hun lichaam moet minstens 38° graden zijn voordat ze het water weer in kunnen om te voorkomen dat hun spieren door de kou verstijven. 

 

Zeeleguaan Galapagos

© Image-Nation / Pixabay

Tijdens de lange duik krijgen zeeleguanen veel zout binnen van het zeewater. Ze moeten dit zout hoe dan ook uit hun lichaamsgestel krijgen, want anders drogen ze helemaal uit. De zeeleguaan doet dit op een bijzondere manier, hij niest het zout er via de neus uit. Dit zie je heel duidelijk, want tijdens de nies komt er een flinke hoeveelheid water uit hun neus. Uiterlijke verschijnselen van dit uitniezen van zout kun je ook zien op hun hoofd. Zeeleguanen hebben een witte plek boven op hun hoofd zitten dat wat weg heeft van een helm. Dit is opgestapeld zout. De afstand tussen de eilanden in heeft ertoe bijgedragen dat de zeeleguaan per eiland uniek is in zijn eigen soort. Dit zie je onder anderen terug in de lengte en het gewicht van de reptielen.  De zeeleguaan leeft voornamelijk aan de kust en hier zul je ze ook altijd aantreffen bij de mangroves, op het strand en op de rotsen, want ze moeten toegang hebben tot de zee om te eten en verder hebben ze ook zand nodig om hun eieren in te leggen. Er zijn nog tussen de 200,000 en 300,000 zeeleguanen. 

Reproductie

Zeeleguanen planten zich voort tussen de maanden december tot en met maart. Vrouwtjes zijn dan gemiddeld 3 - 5 jaar oud en de mannetjes tussen 6 - 8 jaar. Veel mannetjes hebben van zichzelf een donkere huid, maar er zijn ook zeeleguanen te vinden met een rode en een groene huidskleur. Het is echter tijdens de paringstijd dat hun huid pas echt prachtige kleurschakeringen van rood en groen gaat vertonen als een middel om de vrouwtjes te laten weten dat ze klaar zijn voor de paringsrituelen en ook om de vrouwtjes te verleiden. 

 

Zeeleguaan Galapagos

© chogeman / Pixabay

Het paringsritueel gaat gepaard met kopstoten om hun territorium te verdedigen terwijl het vrouwtje naarstig op zoek gaat naar een geschikte plek om haar eieren te leggen. Zeeleguanen leggen gedurende de heetste maanden van het jaar hun eieren. De warmte en de vochtigheid zijn essentieel voor het uitbroeden van de eieren. Het vrouwtje graaft een gat dat gemiddeld drie meter diep is. Hierin legt ze haar 6 - 8 eieren waarna ze ze weer toedekt. De eieren komen meestal uit in april - mei. De pasgeborenen wegen 50 - 60 gram en zijn gelijk zelfstandig. Zeeleguanen worden 60 jaar. 

Natuurlijke vijanden

Zeeleguanen hebben, net als de meeste andere diersoorten, natuurlijke vijanden. De meeste zijn inheems, maar een tweetal zijn dat niet. Met het introduceren van katten en honden op de Galapagoseilanden is er ook een nieuw gevaar ontstaan voor jonge zeeleguanen omdat zij nog niet in staat zijn om zichzelf tegen dit soort predatoren te beschermen. Verder vormen uilen, haviken, krabben, slangen en ratten een gevaar voor zeeleguanen. 

Een ander gevaar, maar een dat niet gerelateerd is aan een dier, is de natuur. Regelmatig krijgen de Galapagoseilanden te maken met El Niño en dit is funest voor zeeleguanen. El Niño veroorzaakt een flinke opwarming van de oceaan, de zee kan wel tot en met 3° warmer worden wat een desastreus effect heeft op het voedsel dat zeeleguanen eten. Sterftecijfers tot 85% zijn helaas niet ongewoon. 

Relatie tot de mens

Het enige gevaar wat mensen feitelijk vormen voor de zeeleguaan is de toegenomen bevolkingsgroei op de Galapagoseilanden en het door hen ingevoerde potentieel voor zeeleguanen gevaarlijke diersoorten. De zeeleguaan wordt verder wettelijk beschermd door Ecuador en staan ze op de lijst van CITES Appendix II (bijna uitgestorven).
Uitsterving haaien - ernstig bedreigd
 
 

Bruinvis

Een van de meest veel voorkomende tandwalvissoorten in onze Noordzee is de bruinvis. Bruinvissen zijn nogal verlegen en houden zich liever op een afstand. De naam van de bruinvis is een tikkeltje verwarrend, want het dier is beslist geen vis en is al helemaal niet bruin van kleur. In de middeleeuwen werd de bruinvis zelfs met een nog vreemdere naam aangeduid; een 'water- of een zeevarken'. In sommige landen wordt deze vis zelfs nog steeds aangeduid als een 'zeevarken'. Vanwaar die nogal vreemde benaming vraag je je misschien af? Het gaat hier tenslotte om een walvissoort en niet om een bruin varken.

We leggen het even uit...

 

Kevin-Knowles-flickr

© Kevin Knowles / Flickr

 

Het verhaal gaat dat men in de middeleeuwen de bruinvis een 'puffende varken' noemde vanwege zijn robuuste uiterlijk en vanwege het geluid dat hij produceerde wanneer hij ademde door zijn spuitgat. Dit zorgde voor een opvallend geluid dat veel weg had van het stemgeluid van een varken. Ben je nieuwsgierig geraakt naar bruinvissen na het lezen van dit artikel, dan kun je bruinvissen ook zien in het Dolfinarium! 

Bouw

De bruinvis, Phocoena phocoena, is de kleinste tandwalvissoort van de Noordzee. Bruinvissen vormen een eigen familie onder de tandwalvissen, genaamd Phocoenidae

Er zijn in totaal 4 soorten bruinvissen, P.p. phocoena in de Noord-Atlantische Oceaan; P.p. vomerina in de oosterlijke noordelijke Stille Oceaan, P.p. relicta in de Zwarte Zee en een nog niet nader genoemde ondersoort subspecies in de westerlijke noordelijke Stille Oceaan.

7. Staartvin

De staarvin van de bruinvis is niet groot en wordt gebruikt om mee vooruit te komen in het water. Stevige spieren in de staart geven deze de noodzakelijke kracht

1. Mond

Bruinvissen hebben spatelvormige tanden.

5. Lichaam

Bruinvissen hebben een dikke speklaag om ze te beschermen tegen de koude elementen

3. Spuitgat

De spuitgat aan de bovenkant van de kop van de bruinvis heeft twee openingen

6. Rugvin

De rugvin van de bruinvis is klein en zit redelijk ver naar achteren en is noodzakelijk voor de koersvastigheid

4. Borstvinnen

De borstvinnen zijn in wezen het stuur van de bruinvis. Hiermee kan hij, samen met de stuwende kracht van zijn staart, alle kanten mee op draaien in het water

2. Ogen

Bruinvissen zijn mogelijk kleurenblind.

  1. De bruinvis mag wel veel weg hebben van een dolfijn, maar er zijn wel degelijk verschillen tussen de twee soorten, naast het feit dat de één een dolfijn is en de ander toch echt een (kleine) walvis is. Neem bijvoorbeeld de tanden van een bruinvis. In de onder- en de bovenkaak bevinden zich 16 - 28 stuks, die de vorm van een spatel hebben. Dolfijnen aan de andere kant hebben kegelvormige tanden die uitlopen in een scherpe punt. Een bruinvis heeft verder een korte, stompe kop en neus terwijl een dolfijn juist een langere, puntiger neus heeft. De bruinvis heeft bovendien een kin en donkere lippen. De mond lijkt wel een doorlopende glimlach te hebben omdat de mondhoeken omhoog staan.
  2. De ogen van een bruinvis zijn naar verhouding aan de kleine kant. Ze kunnen echter heel goed zien onder water en ze hebben een breder zicht, omdat hun ogen zich aan de zijkant van het hoofd bevinden en niet aan de voorkant. Hierdoor kunnen ze alles wat voor zich en naast zich bevindt zien. De lens en pupil passen zich aan wanneer ze boven het water uitstijgen om zo hun zicht aan te passen aan het fellere licht. Men vermoedt dat bruinvissen kleurenblind zijn.
  3. Het spuitgat van de bruinvis is gesitueerd bovenop het hoofd en bestaat uit twee openingen. Bruinvissen gebruiken hun spuitgat om mee te ademen.
  4. De vinnen van de bruinvis zijn niet groot en iets gerond.
  5. Bruinvissen, maar ook ander zeedieren met een donker uiterlijk, werden in de middeleeuwen 'bruin' genoemd omdat alles wat in zee leefde en een donkere kleur had vanzelfsprekend met 'bruin' werd bestempeld. Dit geldt ook voor zijn naam 'bruinvis'. De bruinvis zwom in zee en was dus een vis. Natuurlijk weten wij tegenwoordig beter, maar in die tijd was de kennis van vissen, walvissen, haaien en vele andere zeedieren minimaal. Nu weten we dat bruinvissen een vrij donkere zwartbruine rug hebben. Hun flanken zijn licht van kleur en hun buik is wit. De donkere rugkleur loopt geleidelijk over naar wit en kan egaal zijn of juist bevlekt. Het lichaam van de bruinvis is niet groot, ze worden hooguit 1,9 meter lang met een maximaal gewicht van 76 kilo. Ze hebben daarentegen een nogal fors gebouwd lichaam dat taps toeloopt naar de staart en een nek die niet wendbaar is. Bruinvissen hebben, net als veel andere zeedieren die in koude gebieden voorkomen, een dikke vetlaag om hen te beschermen tegen de soms extreemkoude elementen. Hoe dieper het water, hoe kouder het wordt en de vet blubber vormt een isolatielaag op hun lichaam. Daarnaast zorgt de blubber voor extra energie wanneer er minder voedsel beschikbaar is.
  6. De rugvin van een bruinvis is klein en driehoekig van vorm. Het is breed, loopt taps toe en iets gebogen. De rugvin bevindt zich niet midden op zijn rug, maar is gesitueerd net iets meer richting de staart. Het helpt de bruinvis om koers te houden en recht vooruit te zwemmen. 
  7. De staart is niet groot en heeft een ietwat gebogen ronding. De staart is net een soort motor. Door ermee op en neer te bewegen kan de bruinvis vooruit komen in het water. 

Voeding

Bruinvissen zijn echte viseters, dit kun je ook zien aan hun gebit. Ze eten allerlei soorten vis, zoals haring, makreel, platvis, wijting, sprot, grondel en zandspiering. Daarnaast zijn ze ook dol op een lekkere pijlinktvis en zullen ze die direct pakken wanneer de kans zich voordoet. Ze moeten goed en veel eten, minstens zo'n 5 kilo per dag, omdat ze een vrij snelle spijsvertering hebben. Dit houdt in dat ze minstens 10% van hun lichaamsgewicht per dag tot zich moeten nemen om aan hun dagelijkse kost tegemoet te komen, maar dat gaat ze redelijk goed af. Dit zijn 'topvissers' onder de zoogdieren daar ze snel vis kunnen vangen. Ze kunnen gemiddeld 200 meter duiken en moeten na 5 minuten weer omhoog komen om te ademen. Bruinvissen gebruiken sonar om naar vissen te zoeken in het water. In feite zenden ze geluidssignalen uit en wachten op een echo. De Waddenvereniging heeft hier een heel mooi en zeer uitgebreid artikel over geschreven. Klik hier om er naar toe te gaan. 

Leefomgeving

Wanneer bruinvissen zich aan de kust bevinden verblijven ze liever wat dichter bij de bodem, maar wanneer ze zich in dieper water bevinden zoeken ze een gemiddelde diepte op. Dit heeft alles te maken met de temperatuur van het water dat niet hoger mag zijn dan 17 graden. Bruinvissen zijn de meest voorkomende walvissoort in onze Noordzee en daar wordt hij ook regelmatig gespot. Verder komt hij voor in het Noordelijk halfrond rond IJsland, de Noord-Atlantische Oceaan, de Zwarte Zee en de Noordelijk Stille Oceaan. Vroeger trof je ze aan in de Zuiderzee, maar sinds er geen ansjovis meer zit komen ze daar niet meer. Ze zijn echter wel volop aanwezig in de Waddenzee. Ze verblijven op meestal 10 km vanaf de kustlijn. Een enkele keer is een bruinvis ook aangetroffen in een rivier.


Bruinvissen zijn een van de weinige zoogdieren waarvan bekend is dat ze honderden kilometers vanaf de kust in het binnenland zijn aangetroffen. Vroeger werden ze zelfs gespot in de grachten van Amsterdam. Bruinvissen zijn tevens gezien in Keulen en Maastricht. Er zijn tegenwoordig nog circa 700.000 bruinvissen.

 

 

 

Voortplanting

Vanaf dat ze 3 - 4 jaar oud zijn kunnen vrouwelijke bruinvissen zwanger raken. Ze zijn niet monogaan en paren met meerdere mannetjes tegelijk om vervolgens om het jaar een kalfje te baren. De paringstijd van bruinvissen is vanaf mei tot begin augustus. Zwangerschappen duren ongeveer 10 - 11 maanden waarna het kalfje in de vroege zomer wordt geboren. Kalfjes zijn gemiddeld 70 - 90 centimeter lang bij de geboorte en wegen tussen de 6,4 - 10 kilo.  Vrouwelijke bruinvissen kunnen tegelijk zwanger zijn en borstvoeding geven aan een kalfje. Kalfjes worden 8 maanden lang gezoogd.

Bruinvissen worden niet erg oud. Hun levensverwachting ligt tussen de 8 - 10 jaar.

 

{music}images/Zeedieren/Bruinvis{/music}     

Natuurlijke vijanden

Ook bruinvissen hebben natuurlijke vijanden. Ze staan op het menu van haaien, orka's, grijze zeehonden en zelfs dolfijnen. 

Relatie tot de mens

Bruinvissen zijn erg verlegen en schuw. Hierdoor is het erg moeilijk om informatie over hen in te winnen. Wat we wel weten is dat er vroeger op ze werd gejaagd voor hun vlees dat als delicatesse werd gezien door de gefortuneerden. Bruinvissen zijn ook slachtoffer van vissersnetten. Aantallen worden ook ernstig bedreigd door vervuiling van het water en door uitbreiding van het infrastructuur.

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

 

Bronnen:

 

Steun SOS Dolfijn en doneer vandaag nog!

DONEER NU!

Zoutwaterkrokodil

De zoutwaterkrokodil is jaarlijks verantwoordelijk voor veel dodelijke slachtoffers. Vaak worden de dodelijke confrontaties door eigenwijze toeristen of door onoplettenden, bijvoorbeeld vissers, zelf uitgelokt. Vaak ook omdat men simpelweg geen aandacht schenkt aan de alom aanwezige waarschuwingsborden en alsnog een lekkere duik in een rivier of zee neemt. Helaas loopt het vaak niet goed voor de persoon af zoals je in dit  krantenartikel van DeMorgen kunt lezen: Vrouw aangevallen door krokodil tijdens 'stupide' duik in zee - DeMorgen 2016. Soms is het ook gewoon een kwestie van zwaar pech hebben. Dit kan gebeuren omdat zoutwaterkrokodillen heel lang stil kunnen blijven liggen in het water en de kleur en structuur van hun rug nu eenmaal veel weg heeft van een boomstam.  

 

Zoutwaterkrokodil

 

De zoutwaterkrokodil is de meest agressieve krokodillensoort ter wereld. Ze zijn krachtig gebouwd en moeten het bij het jagen voornamelijk hebben van goede zintuigen, veel geduld en voor langere periodes bewegingloos in het water liggen. Wanneer je niet luistert naar de goedbedoelde adviezen van deskundigen en toch nog die heerlijke duik in een rivier neemt of te dicht langs een riviermonding loopt terwijl je weet dat er krokodillen zitten, dan kun je verwachten dat een krokodil jou als zijn volgende maaltijd gaat zien. Eén ding staat vast, een gevecht winnen met een op hol geslagen krokodil kun je wel vergeten. Een aanval is stil, sluipend, zeer onverwacht en uiterst agressief. De uiteindelijke verdrinkingsdood duurt in verhouding heel wat langer.

​Wereldwijd zijn er ongeveer 23 krokodillensoorten te vinden. Van die 23 krokodillensoorten is de Australische zoutwater krokodil de grootste. Twee andere krokodillensoorten komen met hun enorme proporties aardig in de buurt van de zoutwater krokodil; dat zijn de Nijlkrokodil en de Amerikaans alligator.

Wat de zoutwaterkrokodil zo bijzonder maakt is dat hij in tegenstelling tot andere krokodillensoorten, in zoutwater kan zwemmen. Vandaar ook zijn Australische koosnaampje 'salty', je treft hem namelijk naast rivieren ook aan in zee. Confrontaties tussen krokodillen en haaien blijven derhalve niet uit. Wie na zo'n confrontatie als uiteindelijke overwinnaar tevoorschijn komt is nog maar de vraag, want een krokodil en een flinke haai zijn behoorlijk aan elkaar gewaagd. Verder komen stierhaaien ook in rivieren voor. Stierhaaien kunnen groot worden en staan erom bekend dat ze zeer agressief zijn. Dit komt door een abnormale hoge dosis testosteron in hun bloed.  Stierhaaien worden ook verantwoordelijk gehouden voor een aantal dodelijke aanvallen in Matawan Creek in New Jersey in het jaar 1916.

 

Zoutwaterkrododil ©️ Bernard Dupont | Flickr

© Bernard Dupont | Flickr

 

Bouw

De zoutwaterkrokodil is de grootste krokodil ter wereld. Deze krokodil is zelfs groter dan de Nijl krokodil. Het zien van een zoutwaterkrokodil in het wild kan een angstaanjagende ervaring zijn. Ze zijn zeer imposant, hebben een bijna dinosaurus-achtige uiterlijk en kunnen erg agressief reageren. Zonder twijfel kun je vaststellen dat de kansen om een confrontatie met een salty te overleven miniem is voor zowel mens als dier.

Een zoutwaterkrokodil, Crocodilis porosus, is een krachtige reptiel, de krachtigste reptiel zelfs van zijn soort. Ze kunnen ruim zes meter lang worden en meer dan een ton wegen. Het gewicht van de zoutwaterkrokodil neemt toe naarmate deze ouder wordt. Ze maken vanaf hun prille begin een uitzonderlijke groei door. Wanneer je bedenkt dat ze bij hun geboorte nog heel klein zijn, gemiddeld 28 cm. is deze groei zelfs zeer impressief. Gelukkig houdt die groei op een gegeven moment wel op en verandert daarna juist het formaat van hun omvang aanzienlijk. Dit verklaart mede waarom de oudere krokodillen buitengewoon kolossaal zijn. 

 

4. Kaken

1. Staart

2. Voortbeweging

5. Zintuigen & Ogen

3. Voorpoten

3. Achterpoten

6. Lichaam

 

1.   Staart

  • De staart van een krokodil is functioneel en wordt gebruikt om mee te zwemmen. Daarnaast is het een niet onbelangrijk en zeer effectief lichaamsdeel gedurende de jacht. Hij kan er wanneer nodig, snelle spurten mee maken om zodoende zijn prooi te verrassen. De staart is zelfs zo krachtig dat de krokodil zijn bovenlichaam ermee in het water kan opheffen.

​2.  Voortbewegen

  • Zoutwaterkrokodillen zijn niet alleen heel snel in het water, ze kunnen zich ook heel snel verplaatsen op het land, al is het dan wel  van beperkte duur. De snelste gemeten tijd van een rennende zoutwaterkrokodil op het land werd gemeten op 18 km per uur! In verhouding; de topsnelheid van een cheetah is 105 km per uur en Usain Bolt haalde 44,7 kilometer per uur. Usain zal zich dus geen zorgen hoeven maken over een aanstormende krokodil. Zoutwaterkrokodillen kunnen zich op het land op twee manieren verplaatsen; door op hun buik over de grond te glijden of door hoog op hun poten te gaan staan en te rennen. Reden te meer om extra op je hoede te zijn wanneer je op vakantie bent in een land waar deze krokodillen voorkomen. 

​3.   Voor- & achterpoten

  • Zoutwaterkrokodillen hebben vliezen tussen hun tenen om extra stuwing te creëren tijdens het zwemmen. Hierdoor zijn ze veel wendbaarder en kunnen ze zich samen met hun staart met verrassend snelheid door het water heen bewegen. Zoutwaterkrokodil hebben zoutklieren die zich tussen de tenen bevinden. Deze klieren filteren het zout uit het water. Alligatoren hebben deze klieren ook, maar gebruiken ze verder niet. 

​4.   Kaken

  • De kaken van een krokodil zijn immens krachtig. De Nijlkrokodil heeft zelfs de krachtigste beet van alle dieren ter wereld en dat is inclusief die van haaien. De buitengewoon kracht van hun beet is te danken aan de bouw van hun kaken. Wanneer je naar een krokodillenhoofd kijkt zie je dat hun kaken aan weerszijden iets uitsteken. Hier bevinden zich de ruimtes van de kaakspier. Deze ruimte moet erg ruim zijn om zodoende de grote kaakspier te kunnen huizen. De spier in de kaakholte is erg hard waardoor het net lijkt alsof het een verlengstuk van de schedel is. De spieren in de kaak zijn specifiek ontwikkeld om prooi mee vast te grijpen. De tanden vormen daar een aanvulling op daar zij zo ontwikkeld zijn dat ze de huid van een prooi met gemak kunnen doorboren. Een prooidier is hierdoor zo goed als kansloos. 
  • Het hoofd van een krokodil is lang, breed en plat. Het kan maximaal 75 cm lang worden. De maten van de krokodillenschedel worden naast de gewone methodiek methode ook vaak gebruikt om de lengte en leeftijd van een krokodil te bepalen. 
  • De krokodil heeft 15 rijen tanden in zijn onderkaak en 14 tot 15 rijen in de bovenkaak met nog eens 4-5 rijen aan de voorkant van de bovenkaak. De meeste van deze tanden zitten verborgen in de tandkassen van de kaak van de schedel. In totaal heeft een krokodil 68 tanden. De tanden worden gedurende de levenscyclus regelmatig vervangen. Oudere krokodillen met weinig tot geen tanden in hun mond zijn heel gewoon. Gelukkig kunnen ze alsnog gebruikmaken van hun krachtige kaken.
  • De tong van een krokodil werkt tevens als afsluitklep naar de maag toe. Dit is nodig om te voorkomen dat deze tijdens het voeden volloopt met water. Leuk om te weten is dat krokodillen stenen, gastrolieten geheten, doorslikken om de botten in hun mee te verpulveren. 
  • De maag van een krokodil bestaat uit twee kamers. De eerste kamer wordt gebruikt om het eten mee te vermalen, hier bevinden zich ook de gastrolieten, de tweede kamer heeft als functie om het eten verder te verteren. De maag van een krokodil bevat de meest agressieve vorm van maagzuur van alle dieren in het dierenrijk. Dit is ook nodig, want een krokodil eet naast vlees ook botten en hoeven. De gastrolieten en sterke maagzuur helpen beide mee om deze tijdens de verteringsproces te verteren.
  • In de beide oren bevinden zich kleppen die de oren afsluiten wanneer de zoutwaterkrokodil zich onder het water begeeft. 

​5.   Zintuigen & ogen

  • De zintuigen waar de krokodil het meeste van moet hebben zijn de neus, oren en ogen. Deze zitten zeer strategisch en op dezelfde hoogte bovenop zijn hoofd. Hierdoor kan hij doodstil en vrijwel onzichtbaar zijn prooi gadeslaan terwijl de rest van zijn lichaam helemaal verscholen onder het water ligt. Hun reukzintuig is tevens zeer goed ontwikkeld voor de jacht. 
  • De ogen van de krokodil zijn bijzonder uniek in dat deze een zeer brede kijkveld hebben. Hierdoor hoeven ze hun hoofd niet te draaien wanneer ze in het water liggen wat natuurlijk gunstig is tijdens de jacht. Overigens zouden krokodillen slecht kunnen zien onderwater vanwege de lichtgevoelige cellen die zich in de oog bevinden. Uit het water is hun zicht juist weer heel goed en dat is te danken aan lichtreflexie, tapetum lucidium. Dit zelfde nachtvisie kun je ook waarnemen bij katachtigen en opvallend genoeg, zelfs ook bij haaien. Krokodillen hebben bovendien ook een derde ooglid, of een vliesje, dat de ogen beschermt wanneer ze zich onderwater bevinden. 
  • Uit onderzoek is gebleken dat wanneer een krokodil slaapt, één van zijn hersenhelften wakker blijft. Onderzoek heeft uitgewezen dat het oog dat aan de wakkere hersenhelft zit open en alert blijft. Je komt dit nogal vreemde eigenschap ook bij andere diersoorten tegen, zoals bijvoorbeeld dolfijnen en watervogels. Het stelt hen in staat om te slapen en in de tussentijd hun genoeg alert te blijven om de omgeving goed in de gaten te houden.

​6.   Lichaam

  • Het lichaam van een krokodil is bij uitstek ontwikkeld om in het water te leven. Jongere krokodillen zijn geel met zwarte strepen, maar naarmate ze ouder worden verandert hun kleur en worden ze groen-grijs.
  • Dit zijn koudbloedige dieren en daarom hebben ze, net als de meeste reptielsoorten, warmte van de zon nodig om zichzelf mee op temperatuur te houden. De gemiddelde lichaamstemperatuur van een zoutwaterkrokodil is 30ºC - 33ºC. Waneer het koud is zoeken ze de zon op om zich op te waren en wanneer het warm wordt zoeken ze weer verkoeling in beschutte en koele plekjes. Krokodillen zijn slimme dieren. Om warm te worden keren ze hun hele lichaam richting de zon om optimaal profijt te hebben van de zonnestralen. Wanneer ze té warm dreigen te worden, keren ze alleen hun hoofd naar de zon. Dit is namelijk het kleinste lichaamsdeel van de krokodil. Een voordeel van de zon op hun hoofd is dat ze hun vrij grote mond ver open kunnen sperren en zodoende hun hersens af kunnen laten koelen. 
  • Het lichaam van een krokodil is plat en wijd. Een krokodil brengt namelijk het grootste deel van de dag door drijvend in het water. Meestal bevindt hij zich dan vlak langs de oever waar hij prima zicht heeft en optimaal gebruik maakt van zijn zintuigen om het komen en gaan van zijn volgende maaltijd goed in de gaten te houden. 
  • De huid van een krokodil is erg hard en bedekt met schubben. Verder is de huid extra verstevigd met osteodermen. Dit zijn verhoornde plaatjes in het huid die zich op de rug en buik te bevinden. Het is letterlijk de 'bepantsering' van een krokodil. Wist je trouwens dat het middels de osteodermen ook mogelijk is om de leeftijd van een krokodil te bepalen? Net als bij boomstammen het geval is, worden de osteodermen ook jaarlijks voorzien van een nieuwe laag groeiringen. Dit is feitelijk de meest betrouwbaar manier om te bepalen wat de leeftijd van een krokodil is. 
  • Krokodillen groeien jaarlijks door, net als wij, echter groeit hun huid niet 'normaal' mee. Dit zie je bij meerdere reptielsoorten zoals slangen, hagedissen en salamanders. Ook hier heeft de natuur weer een oplossing voor bedacht. Daar waar andere reptielsoorten hun hele huid in één keer afstoten stoot de krokodil zijn oude huid per schubje af. 
  • De zwarte stippen op het huid van de krokodil zijn feitelijk receptoren. Ze kunnen trillingen en druk in het water signaleren en verder kunnen ze er ook temperatuurschommelingen mee waarnemen.

​Leeftijd

Zoutwaterkrokodillen kunnen erg oud worden. Er zijn welgeteld nog 200.000 - 300.000 in het wild wat betekent dat dit type krokodil in ieder geval nog niet met uitsterven wordt bedreigd. De oudste tot nu toe geregistreerde krokodil was Mr. Freshie. Mr. Freshie was een zoetwaterkrokodil uit Queensland, Australië. Hij werd in de '70er jaren door Steve Irwin en zijn vader Bob Irwin zwaargewond vanuit de Moorehead River naar Australia Zoo in Beerwah, Queensland gebracht, een dierentuin die door Steve Irwins ouders werd gesticht. Hij had twee ernstige schotwonden, één in zijn linkeroog en één in zijn staart. Zijn oog zou nooit meer genezen en als gevolg daarvan was hij in dat oog permanent blind. 

​Mr. Freshie leefde nog veertig jaar in gevangenschap en zou uiteindelijk op ruim 120 - 140 jarige leeftijd naar de eeuwige krokodillenjachtvelden oversteken. Mr. Freshie zou overigens gedurende zijn jaren in gevangenschap een fantastische leven hebben geleid.

​Wil je weten welke krokodillen nog meer de ere titel van oudste krokodil hebben gekregen? Kijk dan hier.

 

Oog van een zoutwaterkrokodil

 

Grootste zoutwaterkrododil ooit?

Op het internet zijn er verschillende foto's van de bekende en voor de Australiërs zeer beruchte Brutus te vinden, een Australische zoutwaterkrokodil. Brutus is een enorm krokodil, echter wat hem zo beroemd maakte waren niet zozeer zijn imposante afmetingen, maar het feit dat hij naast zijn forse afmetingen maar één arm heeft. Zijn andere arm zou hij zijn kwijtgeraakt aan een gevecht met een stierhaai. Nu is Brutus beslist massief met zijn 5,60 meter lengte en zijn gewicht van ruim een ton, maar hij is niet de enigste grote krokodil, want iets verderop in de Adelaide River woont nog een flinke exemplaar.

​Lange tijd was Brutus de baas in dit stuk van de Adelaide River, maar zoals altijd gebeurt in de dierenwereld kwam er op een dag een andere man tevoorschijn en die vond dat hij heel wat sterker was dan Brutus. Uiteraard kon Brutus dit niet over zijn kant laten gaan, hij zag de bui al hangen. De andere man was groot, sterk en had ook nog eens een indrukwekkende naam: Dominator.

Op een dag zagen mensen dat hun geliefde Brutus een nare vleeswond had. De strijdlustige Dominator kreeg daar uiteraard de schuld van. Of het ook daadwerkelijk zijn schuld was blijft een mysterie. Dominator zoekt Brutus af en toe op om zijn dominantie te waarborgen en dat leidt soms tot prachtige taferelen voor veel toeristen. Morgan Bowman van Adelaide River Cruises vertelt  ons dat Dominator een pest hekel heeft aan Brutus en dat men er alles aan doet om de twee bij elkaar uit de buurt te houden. Ze zijn hier duidelijk niet altijd succesvol in blijkens deze opname. Je kunt meer over Dominator en Brutus lezen op de Australische website Ozzy Man Reviews

​Dominator en Brutus zijn echter niet de grootste geregistreerde zoutwaterkrokodillen, die eer valt vooralsnog toe aan een andere krokodil; Lolong. Lolong was zo fors gebouwd dat hij zelfs een eervolle vermelding kreeg in het Guiness Book of Records

​Lolong is inmiddels overleden, hij overleed in gevangenschap in februari 2013, maar zijn geregistreerde afmetingen waren desalniettemin werkelijk verbluffend. Krokodillen worden wanneer mogelijk steevast vanaf het puntje van hun snuit tot aan het puntje van hun staart opgemeten. Lolong mat 6,17 meter in lengte en woog 1,075 kilogram en dat is zelfs voor zoutwaterkrokodillen flink aan de maat. 

​Toch zijn er meer, weliswaar ongeregistreerde, meldingen geweest van nog grotere krokodillen...

In 1983 in Puerto Rico werd in een vissersnet een door verdrinking omgekomen krokodil aangetroffen. De krokodil was zo enorm dat er 50 mannen nodig waren om hem aan de kant te slepen. Toen de buik van de krokodil werd opengesneden trof men tot hun verbijstering het complete karkas van een Javaans hert aan in zijn maag. De krokodil's lengte was toentertijd, 6,20 - 6,30 meter lang. Hij was echter ten tijde van zijn opmeting al ontveld en onthoofd, dus het bleef giswerk. 

​In 1958 werd een krokodil doodgeschoten nabij Normanton, Queensland in Australië. Hij werd 'Krys' vernoemd naar jager die hem doodschoot. Om te 'vieren' hoe groot de krokodil was ten tijde van zijn dood werd er zelfs een replica krokodil gebouwd en tentoongesteld in Normanton. Over de nogal indrukwekkende afmetingen van Krys zijn de meningen verdeeld. Zijn lengte zou zo abnormaal groot zijn voor een krokodil, dat er sterk getwijfeld wordt aan de authenticiteit van het verhaal. Krys zou aan de hand van de toen gemaakte berekeningen 8,6 meter lang zijn geweest. Wellicht dat de jagers de arme Krys hebben opgemeten met een groot hoeveel XXXX Beer in hun maag? (Voor de belangstellenden; ja, dit is echt een bier merk!)

 

Zoutwaterkrokodil © thinboyfatter | Flickr

 Dominator | © thinboyfatter | flickr

 

Voedsel

Gezien het feit dat een krokodil dankzij zijn uitzonderlijk jachtgaven terecht het etiket 'meest effectieve jager' heeft gekregen, kun je er gevoegelijk van uitgaan dat hij een zeer uitgebreid dieet heeft dat uitstekend past bij zijn jachttechnieken. De zoutwaterkrokodil is niet kieskeurig, bij hem geldt: 'Is het eetbaar en kan ik het vangen?'. Nu, alles is feitelijk eetbaar en wat vangen betreft hoeft hij zich verder ook geen zorgen te maken, hij heeft veel weg van een sluipmoordenaar. Sterker nog, hij is een sluipmoordenaar. 

​Wat eet onze grote vriend dan allemaal? Wel, dat is eigenlijk heel makkelijk; letterlijk alles wat op zijn pad komt: waterbuffel, kangoeroe, vis, vogel, schildpad, apen, slangen, wrattenzwijn, vee, krabben, haaien, mensen en verder gewoon alles wat zijn aandacht trekt. Nu is het niet zo dat een krokodil bewust op zoek gaat naar mensen, maar laten we wel wezen, waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? Een krokodil gaat heus niet denken: 'O, dat is een mens, laat ik die maar met rust laten!' Zo werkt dat helaas niet. Als een eigenwijze toerist of een onoplettende persoon zich in zijn jachtgebied bevindt en ze laten zich makkelijk grijpen, dan zal hij ze grijpen! Wat je dus absoluut NOOIT moet doen is dit: Deense toerist springt op rug zoutwaterkrokodil

​Natuurlijk kan een nog jonge zoutwaterkrokodil nooit een buffel vangen, laat staan een mens, dus zijn menu is aangepast aan zijn lengte en aan de moeite die hij moet nemen om het te vangen. Jongere zoutwaterkrokodillen eten vis, kikkers, insecten en krabben. Naarmate hij groter wordt zal zijn prooi ook groter worden, maar dat spreekt voor zich.

 

Gustave, de killer Nijlkrokodil uit Burundi

Gustave is een geduchte Afrikaanse Nijlkrokodil uit Burundi. Hij wordt al sinds eind jaren '90 door de herpetoloog Patrice Faye bestudeerd. Patrice bracht in 2004 een documentaire uit over Gustave; Capturing the Killer Croc, hier te zien op Youtube.

Nu is Gustave qua afmetingen niet de allergrootste geregistreerde krokodil ter wereld, maar hij is mogelijk wel de meest beruchte. Gebaseerd op ooggetuige verklaringen zou hij 5,5 meter in lengte moeten zijn en gemiddeld 910 kilo wegen wat zeer fors is voor een Nijlkrokodil. Aan de hand van deze berekeningen werd initieel geschat dat Gustave gemiddeld 100 jaar oud zou moeten zijn, maar hij had nog al zijn tanden, dus haalde men zijn leeftijd naar beneden, naar 60 jaar. 

Gustave zou gespot zijn aan de Lake Tanganyika en de Ruzizi River. Mensen die hem gezien hebben zeggen dat hij zelfs voor een Nijlkrokodil angstaanjagend gevaarlijk is. Het is niet mogelijk om de exacte afmeting te vertellen van Gustave, want het is nog steeds niemand gelukt om hem te vangen. Gezegd wordt dat Gustave in ieder geval voor Nijlkrokodil normen flink aan de maat is. Gustave wordt hoe dan ook verantwoordelijk gehouden voor honderden menselijke doden per jaar. 

​Er doen veel (on)bevestigde verhalen de ronde over Gustave; 

  • Hij zou vier kogelgaten in zijn lichaam hebben
  • Deze kreeg hij toen hij beschoten werd door militairen met een AK47 geweer
  • Hij zou de kogels hebben opgegeten 
  • Volgens wetenschappers is het onwaarschijnlijk dat Gustave de kogels heeft opgegeten
  • Hij zou een 'bullet proof' huid hebben waardoor hij zo goed als onaantastbaar is voor kogels
  • Hij zou door zijn ongewone afmetingen niet in staat zijn om een kleinere prooi te vangen
  • Zijn rechterschouderblad is zwaar beschadigd
  • Hij zou op mensen jagen, ze doden en ze vervolgens onaangeroerd achterlaten
  • Hij hierdoor wordt gezien als een seriemoordenaar die mensen doodt voor de lol
  • Hij zou een aanslag met een door een propellor aangestuurde granaat met zijn zwaar gepantserde huid hebben afgeketst 
  • Hij zou een mythologisch geest zijn waardoor hij zichzelf onzichtbaar kan maken, zichzelf kan teleporteren van de ene locatie naar de ander en hij zijn verwondingen 'zomaar' kan laten verdwijnen
  • Hij zou een lang litteken op zijn kop hebben wat hem nog angstaanjagender maakt
  • Hij zou ruim 300 mensen hebben gedood
  • Hij zou een grote sadist zijn

​Hoe dan ook, Gustave wordt al jarenlang door de lokale bevolking gezien als een heuse terroristische krokodil en een lokale legende waar ze misschien toch nog best wel een beetje trots op zijn. 

​Voor een nog grappiger en smeuïger verhaal over Gustave verwijzen we je graag door naar de Engelstalige website Fact Fiend.

Leefgebied

Zoutwaterkrokodillen komen voor aan de oostkust van Indië, Zuidoost Azië, Indonesië, Australië en Micronesië, een kleine eilandengroep dat uit 5000 kleine eilanden bestaat. Micronesië grenst aan de Filipijnen, Indonesië, Papoea-Nieuw-Guinea, Melanesië en Polynesië. 

​Zoutwaterkrokodillen leven in brakkige riviergebieden, aan de rand van moerassen en in modderige strandgebieden. Ze kunnen grote afstanden overbruggen en doen dit mede door mee te liften op stromingen. Dit helpt ze bijvoorbeeld om in gebieden te komen die normaliter ontoegankelijk zouden zijn. 

Verder kom je zoutwaterkrokodillen ook tegen in open zee. Ze kunnen namelijk langere periodes doorbrengen in zee wanneer ze flinke stukken oceaan oversteken op zoek naar andere gebieden. Dit verklaart ook waarom ze wijd verspreid zijn, maar dan nog wel binnen een specifiek gebied. Het is overigens zelfs een keer voorgekomen dat een zoutwaterkrokodil terecht kwam Japan. Vermoedelijk deed zijn navigatiesysteem het niet goed. 

​Voortplanting

Het duurt lang voordat een zoutwaterkrokodil seksueel actief wordt. Mannetjes worden dat pas op 16 jarige leeftijd en de vrouwtjes zijn net iets eerder geslachtsrijp met 10 - 12 jaar. 

​Na de bevruchting bouwt het vrouwtje een nest samengesteld uit de omliggende, rottende vegetatie en legt ze gemiddeld 50 - 70 eieren die ze vervolgens toedekt. Ze bouwt haar nest in het natte seizoen, november - mei. Haar nest ligt net boven de vloedlijn. Temperatuur speelt een belangrijke factor tijdens de incubatietijd van de eieren. Als de temperatuur van de nest gemiddeld 31.6°C is zullen er alleen maar mannetjes worden geboren. Hetzelfde principe telt ook voor vrouwelijke baby zoutwaterkrokodillen, maar dan moet de temperatuur boven de 33°C zijn of onder de 31°C. De incubatietijd duurt omstreeks 80 dagen. Daarna kruipen de krokodillen zelf uit hun ei tevoorschijn. 

​De moeder zoutwaterkrokodil kan zeer agressief reageren gedurende deze periode. Ze zal haar eieren altijd beschermen. Na hun geboorte zal de moeder haar jongen verhuizen naar het water. Ze doet dit door ze met haar mond op te pakken. Daar waakt ze nog een aantal weken over ze, totdat ze zelf 'het nest verlaten'. Helaas overleven niet alle baby zoutwaterkrokodillen de eerste fase van hun leven. Het aantal krokodillen dat het uiteindelijk lukt om de volwassen leeftijd te halen ligt zeer laag, rond 1%.

 

Zoutwaterkrokodil

 

Natuurlijke vijanden

Gezien het feit dat de zoutwaterkrokodil een apexpredator is en dat hij daarom behoort tot de meest agressieve geniepige jagers ter wereld zou je denken dat het onmogelijk is dat hij natuurlijke vijanden heeft. Rekening houdend met het feit dat dit een dier is dat de finesses van het jagen tot in de puntjes heeft uitgedokterd zou je het zelfs niet kwalijk genomen worden wanneer je dit echt gelooft, maar nee... hij heeft ze wel degelijk, alleen dan slechts in zijn eerste levenscyclus, want daarna verandert hij in een vechtersbaas. Hij zit dan ook op de piek van zijn kracht en lichamelijke ontwikkeling. Dan pas is iedereen bang van hem. Mens, dier, vogel, reptiel, krab, haai, krokodil en zelfs vissen hebben het niet zo op met deze grote bullebak met zijn haantjesgedrag. 

​Wie zijn dan zijn vijanden? 

Het meeste gevaar lopen zoutwaterkrokodillen dus nog voordat ze geboren zijn tot en met de eerste periode na hun geboorte, wanneer ze nog niet zo groot zijn en daarom makkelijker te vangen. Gedurende die tijd zijn ze 'los wild' voor wilde buffels die de nesten vaak kapot maken wanneer zij het nestgebied betreden. Verder zijn leguanen en varanen gek op hun eieren. Na hun geboorte zijn ze vaak slachtoffer van barramundi, schildpadden, zoetwaterkrokodillen en zelfs van hun eigen soortgenoten, de volwassen zoutwaterkrokodillen. 

 

Zoutwaterkrokodil © thinboyfatter | Flickr

Dominator | © thinboyfatter | flickr

 

​Relatie tot de mens

Laten we wel wezen, we zouden geen mensen zijn als we niet ergens op konden jagen, toch? Dit oervervelende jachtinstinct heeft heel veel dieren waaronder vogels, haaien, walvissen, reptielen en ook krokodillen bijna tot het punt van uitsterven gebracht. Dit gevaar gold natuurlijk ook voor de zoutwaterkrokodil totdat er gelukkig van bovenaf op tijd werd ingegrepen. In 1971 besloot de Australische regering dat het welletjes was geweest met het afschieten van hun zoutwaterkrokodillen en dat hun aantal in het Noordelijke Territorium zelfs gevaar liep door de intensieve jacht op ze. Zoutwaterkrokodillenhuid werd gezien als de beste krokodillenhuid wereldwijd. Daarnaast werden ze afgeschoten omdat ze een gevaar vormden voor mensen of omdat het land waarop ze zich bevonden door Australiërs in beslag werden genomen voor andere doeleinden. 

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

 

 

 

 

Zeepaardjes

Zeepaardjes zijn kleine visjes, al hebben ze weinig uiterlijke overeenkomsten met het voor ons zo bekende beeld van een vis. Hij kreeg natuurlijk niet voor niets zijn naam zee-paardje, want hij heeft erg veel weg van een paard. De Oud-Griekse familienaam voor een zeepaard is Hippocampi. Als je de naam opsplitst dan krijg je Hippo, wat paard betekent, en campi, wat monster betekent. Zeepaardjes leven overal ter wereld en komen in allerlei soorten en maten voor. Er zijn in totaal maar liefst 49 verschillende varianten.

 

Zeepaardjes

 

​Poseidon was de Griekse god van de zee en van de paarden, dus met die wetenschap werden de beide namen aan elkaar gekoppeld en kwam men uit op Hippopotamus. De zeepaard is verder een zeer geliefde voorwerp voor logo's, vooral bij bedrijven die iets met water te maken hebben zoals jachthavens en vakantieresorts.

Bouw

Je vergist je als je denkt dat zeepaardjes maar heel klein zijn, integendeel, ze kunnen zelfs een maximale lengte bereiken tot 35,5 cm. Het kleinste zeepaardje meet daarentegen maar een kleine 1,5 cm in lengte en dat is echt heel klein. Hun uiterlijk heeft een  kenmerkend paardachtig, de Latijnse benaming is equidae, 'verschijning' en ze hebben een naar voren gebogen hoofd en de voor zeepaarden en gewone paarden kenmerkende lange neus en een lange staart.

​Zeepaardjes bewegen zich door het water door middel van een rugvin en sturen met hun buikvinnen, die redelijk hoog en achter hun kieuwen zitten. De zeepaard is tevens ook het enige zeedier dat rechtop zwemt. Ze zijn benige vissen, hun lichaam kent een hard bottenstelsel dat uit allemaal ringen bestaat. Ze hebben geen schubben maar een dunne huid dat hun lichaam bedekt en hard aanvoelt. Ademen doen ze door hun kieuwen.

Hun lange staart kan oprollen en wordt tevens gebruikt om dingen mee vast te grijpen. Dit zijn redelijk platte, stijve diertjes en om dit te compenseren kunnen de ogen onafhankelijk van elkaar bewegen, een handige eigenschap voor de jacht. Hun zicht is trouwens uitermate scherp en goed ontwikkeld.

 

Wist je dat de rugvin van een zeepaard erg klein is en dat deze tijdens het zwemmen

maar liefst 35 keer per seconde beweegt?

 

Ze kunnen zich verder uitstekend camoufleren, een noodzakelijke eigenschap willen ze niet worden opgepeuzeld door aaseters. Een zeepaard is verder geen elegante of sterke zwemmer. Ze raken snel vermoeid en kunnen zelfs sterven van vermoeidheid als ze terechtkomen in de door storm veroorzaakte zware stromingen.

​Zoals we al eerder hebben aangegeven in dit artikel zijn de ogen van de zeepaard uitermate goed ontwikkeld. Ze kunnen heel goed zien en kleuren onderscheiden. Het gedeelte van de hersenen, het zichtvermogen, waar het zicht wordt bepaald is bij zeepaarden veel groter dan de rest van zijn hersens.
Zeepaardjes kunnen in het wild 1-5 jaar worden en in gevangenschap 5 jaar.

Hippocampus en de zeepaard

De hippocampus is een deel van het brein die je kunt vinden in de hersenen. Hier worden je herinneringen als het ware in 'mapjes' opgeslagen, zoals de mapjes met documenten in je Computer. Dit 'orgaan' zorgt er verder voor dat je lange termijn geheugen goed functioneert, maar het helpt je ook om al je herinneringen aan elkaar te koppelen met de daarbij horende emoties en zintuigen.

 

Hippocampus - Zeepaard

Aan deze afbeelding kun je duidelijk zien dat de Hippocampus van de hersenen dezelfde vorm heeft als een zeepaard.
© Professor Laszlo Seress

 

Een voorbeeld hiervan is wanneer bijvoorbeeld een bepaalde geur je ergens aan doet herinneren. De Hippocampus wordt ook beschadigd door epilepsie. De benaming van de zeepaard wordt overigens toegekend aan Julius Caesar Aranzi (1529/1530 - 1589), een ontleedkundige. Deze geleerde zag dat de Hippocampus dezelfde vorm had als dat van een zeepaard. Het is ook dit orgaan dat als eerste beschadigd raakt bij mensen met Alzheimer.  De naam Hippocampus is overigens vernoemd naar Keizer Julius Caesar en niet naar de geleerde.

Leefgebied

Zeepaarden leven in ondiep water, het liefst o.a. in inhammen verscholen tussen zeegras, mangrovebossen en koraal. Ze kunnen in zowel tropische als gemiddelde temperaturen leven, maar zullen in de winter naar dieper water trekken om schutting te zoeken tegen slechte weersomstandigheden.

 

Zeepaardjes

 

​Er leven veel grotere soorten zeepaarden in de Middellandse zee, maar je kunt ook twee soorten vinden bij de inham van de Thames in Groot Brittannië.

​Zeepaarden zijn erg territoriaal en leven in een gebied dat ongeveer 1,2 vierkante meter bedraagt. Vrouwtjes hebben een iets groter gebied. Gemiddeld 25%  van de zeepaarden zullen hun hele leven vastgeklampt leven aan koraal. In Nederland leven zowel de kort- als de langsnuitzeepaard.

Voedsel

Zeepaarden hebben geen tanden en geen maag. Ze kunnen ook niet kauwen, want hun kaken zitten aan elkaar vast. Ze gebruiken daarom hun lange neuzen om het eten mee te zoeken en om het vervolgens met veel kracht naar binnen te zuigen. Zeepaarden moeten doorlopend eten om op kracht te blijven. Dit komt omdat hun voedsel heel snel door hun spijsvertering wordt verwerkt. Hierdoor kunnen ze zo'n 3000 garnaaltjes per dag naar binnen werken, een verbijsterende hoeveelheid voor zo'n klein wezentje.

Zeepaarden eten kleine garnaaltjes en kreeftjes en soms eten ze ook kleine visjes. Zeepaardjes zijn zeer geduldige jagers die camouflagetechnieken gebruiken om zichzelf onzichtbaar te maken voor hun prooi. Ze gaan helemaal op in de omgeving en kunnen zodoende hun prooi overvallen. Het jagen wordt vergemakkelijkt omdat hun ogen los van elkaar kunnen bewegen. Dit wil zeggen dat het mogelijk is om met een oog vooruit te kijken terwijl de andere ogen de omgeving in de gaten houdt voor mogelijke prooi.

 

Zeepaardjes

 

​Eten doen ze door zichzelf middels hun staart vast te binden aan een stukje koraal of plant en dan razendsnel hun prooi naar binnen te zuigen. Zeepaarden kunnen plankton, kreeftjes en andere kleine prooi vanaf een afstand van 3 cm. naar binnen zuigen wat iets zegt over de enorme kracht waarmee ze dit kunnen doen.

Voortplanting

Zeepaardjes zijn monogaam tijdens de voortplanting. Ze zwemmen ook niet graag alleen, je ziet ze daarom vaak als paartjes met de staartjes innig gestrengeld samen zwemmen. Hun vermogen om zichzelf aan te passen aan hun omgeving zorgt ervoor dat ze prima in hun omgeving op kunnen gaan waardoor ze feitelijk niet echt opvallen. Daarnaast, hun huid is erg hard en is daarom niet erg smakelijk noch gemakkelijk om te eten.

​De leeftijd waarop zeepaardjes seksueel actief worden varieert per soort, maar in principe heeft hun lengte er wel wat mee te maken en zullen ze later seksueel actief zijn naarmate ze groter worden. Dit kan variëren van tussen de 60 dagen tot en met 12 maanden. Soms zullen meerdere mannen proberen om een vrouwtje het hof te maken vooraf aan de paring.

​De voortplanting van zeepaarden geschiedt volgens een specifiek patroon. Het hele proces kan een paar dagen in beslag nemen waarbij ze samen dansen, van kleur veranderen en de staarten innig gestrengeld houden. Tijdens de bevruchting zal het vrouwtje met korte tussenpozen haar ovipositor aan het mannetje bevestigen en haar eieren, 1500 in totaal, in de broedbuidel van het mannetje deponeren waarna het mannetje ze zal bevruchten. Alles bij elkaar duurt dit 5-10 seconden.De eitjes zullen zich vervolgens aan de binnenkant van de broedbuidel nestelen. Een eitjes is erg klein, ongeveer 1,5 mm in lengte. 

Hiermee is tevens ook de bijdrage van het vrouwtje voltooid, zij zal verder niets met de verdere zwangerschap te maken hebben. Het mannetje zal zich na de paring vastmaken aan een stukje koraal en daar gedurende de zwangerschap niet van afwijken. Een zwangerschap duurt gemiddeld 2-6 weken waarbij de temperatuur van het water bepalend is. Hoe hoger de temperatuur, hoe korter de zwangerschap. Gedurende de zwangerschap zal het vrouwtje het mannetje van voedsel voorzien.

Een zeepaard is ovovivipary, wat wil zeggen dat de eieren in de buik uitgebroed worden en het jong levend gebaard wordt.

Relatie tot de mens

Zeepaardjes zijn een geliefd medicijn in China en om aan de enorme vraag te kunnen voldoen worden er per jaar gemiddeld 150 miljoen zeepaardjes gevangen en verwerkt tot medicinale kruiden. Dit is natuurlijk funest voor hun voortbestaan en er bestaan zeer grote zorgen over hun toekomst. Sommige geleerden zijn er van overtuigd dat, als er geen oplossing komt voor deze zinloze afslachting, de zeepaardjes die nog in het wild leven binnen de aankomende 20-30 jaar zullen zijn uitgeroeid.

​Gingen vroeger de Chinezen nog hun gevangen zeepaardjes op de markt kopen, nu hebben veel Chinezen de beschikking over geld en kunnen ze daarom kant en klare medicinale kruiden in grote aantallen kopen. Dat er vaak nog jonge zeepaardjes gebruikt worden voor deze medicijnen, of zelfs zwangere mannetjes, is niet zo belangrijk. Er van uitgaande dat een mannetjes zeepaard gemiddeld 1500 eitjes bij zich draagt kan dit niet anders dan gezien worden als een enorme ecologische tragedie.

​Tot voor kort werden er zo'n miljoen zeepaardjes uit het wild gehaald en verkocht aan aquariumhouders. Helaas stierven veel van deze zeepaardjes al binnen een paar weken nadat ze gevangen werden. Gelukkig en dankzij deugdelijke educatie wat betreft de gevolgen van het in gevangenschap houden van wilde zeepaardjes, worden ze steeds minder verkocht.

Natuurlijke vijanden

Zeepaarden leven dicht langs de kust, een gebied dat ze samen delen met veel andere diersoorten zoals krabben, en krabben zijn helaas niet vies van een lekker zeepaardje op zijn tijd. Met hun knijparmen kunnen ze met gemak een zeepaardje doormidden breken.

​Pijlstaartroggen, tonijn, en zelfs pinguïns lusten ook zeepaarden. Hiermee kunnen we dus redelijkerwijs vaststellen dat zeepaardjes genoeg natuurlijke vijanden hebben in het wild.

​Het klinkt misschien vreemd dat tonijnen jagen op zeepaarden, maar dit gebeurt veelal alleen tijdens bepaalde periodes in het jaar als hun eigen voedselbronnen bijna zijn uitgeput. Je kunt het zien als een een soort 'last minute resource'.

​Alhoewel de zeepaard redelijk kwetsbaar is in het wild, het helpt enigszins dat zeepaarden zichzelf kunnen camoufleren. Helaas, daarentegen zijn ze weer zeer slechte zwemmers wat niet helpt als je uit de klauwen van je vijand probeert te blijven. Hun kleine gestalte kan dan weer in hun eigen voordeel werken omdat ze zichzelf makkelijk kunnen verstoppen in kleine ruimtes.

IUCN

Er zijn een heleboel verschillende soorten zeepaarden, elk met hun eigen vermelding bij de IUCN. Voor meer informatie, klik hier.

 

 

 

 

De Wadden - Zeehonden

Een wandeling langs onze eigen Waddenzee levert je prachtige beelden op van Nederlands eigen unieke natuur. Daar horen ook zeehonden bij. Nederland kent maar liefst twee zeehonden families, de grijze zeehond en de gewone zeehond. Wie de mooie documentaireserie De Wadden van BNN-VARA heeft gevolgd kon vanaf het televisiescherm het wel en wee van deze beide zeehondenfamilies volgen. De mooie en minder mooie momenten uit hun dagelijkse levens werden waarheidsgetrouw belicht en het is soms wel even slikken. Toch, de harde wereld waarin deze zeehonden leven moeten we gewoon bij hun naam noemen, want voor hen is dit hun dagelijkse realiteit. 

 

Grijze zeehond Waddenzee

© Brian Yurasits / Unsplash

 

​Zeehondenpopulatie Waddenzee

Er bestaan in totaal 18 zeehonden families verspreid over de hele wereld. Hieronder vallen zeehonden, zeeleeuwen en walrussen. De grootste daarvan is de zeeolifant. Zeehonden worden ook pinnipeds genoemd, in het Nederlands vinpotigen geheten. Vinpotigen zijn dieren die aan de voor- en achterkant vinnen hebben. Dit zijn dieren die het grootste deel van hun leven in het water doorbrengen, maar die ook gemakkelijk langere periodes op het droge door kunnen brengen. Sommigen paren in het water, anderen doen dit op het land. Sommigen bevallen in het water en weer andere doen dat wederom, op het land. 

​Alle zeehonden zijn sierlijke zwemmers. Ze kunnen zich moeiteloos bewegen in het water en dat is maar goed ook, want hun voedsel bevindt zich tenslotte ook in het water. Goede instincten, uitstekende jachttechnieken, functionele zintuigen en het zich soepel en snel kunnen bewegingen in het water zijn allemaal dan ook uitermate belangrijke factoren in het dagelijkse leven van een zeehond. Hun voortbestaan hangt er letterlijk vanaf. 

 

 

 

In de middeleeuwen waren de grijze zeehonden uitgestorven. In die tijd werd er hevig op ze gejaagd voor hun pels, vet en vlees. Het vlees werd gegeten, er werd kleding gemaakt van hun pels en hun vet werd gebruikt als brandstof. Later zouden er kooplieden met elkaar de Noordse Compagnie oprichten. Zij zouden naar de noordelijk gelegen gebieden afreizen zoals bijvoorbeeld het eiland Spitsbergen en de op de aldaar levende walvissen en walrussen jagen. Je kunt hier meer over lezen op onze website: De Walvisvaart 

​Zeehonden werden ook door vissers fanatiek opgejaagd omdat ze volgens hen de visvangst ernstig bedreigden en hun netten beschadigden. Voor elk gevangen zeehond werd zelfs in Zeeland een premie uitgekeerd. Hierdoor waren ze zo goed als uitgestorven in Nederland. Gelukkig keerden in de jaren vijftig de grijze zeehonden weer terug in Nederland. De jacht op zeehonden werd wettelijk verboden toen op 1 april 1964 de bescherming van een zeehondenreservaat werd verordend. De gevolgen bleven niet uit en de aantallen grijze zeehonden groeiden weer gestaag, tot veel vreugde van iedereen. 

​Volgens het WUR (Wageningen University & Research) zijn er 27.763 zeehonden in de Waddenzee. Deze telling die in augustus wordt uitgevoerd wanneer de zeehonden in de rui zijn, komt tot stand door een gecoördineerde telling die wordt verricht door drie landen die allen een deel van de Waddenzee hebben, te weten; Nederland, Duitsland en Denemarken. De allereerste door Nederland zelf uitgevoerde telling vond overigens al in 2006 plaats en toen werden er 2,139 zeehonden geteld. In 2017 zou dit vermeerderd zijn naar 5,445. De Nederlandse dieren stand telt nu gemiddeld 9.500 dieren. Het exacte aantal is niet helemaal tot op de letter vast te stellen. De telling worden uitgevoerd vanuit vliegtuigen en sommige dieren bevinden zich tijdens de telling in het water en worden daarom niet meegenomen in het uiteindelijke getal.

 

Grijze zeehond Waddenzee

© Ruvim Mikskanskiy / Unsplash

 

Op het land zijn zeehonden schuw, behalve dan de grijze zeehond, want hij is redelijk nieuwsgierig. Ze kunnen zich minder goed uit de voeten maken dan wanneer ze zich in het water bevinden. Vooral tijdens het broedseizoen kunnen zeehonden agressief gedrag vertonen, voornamelijk de moeders vertonen dit wanneer ze hun pups beschermen tegen andere vrouwtjes en mannetjes. Sommige pups dreigen door de rond bewegende zeehonden mannetjes geplet te worden wanneer ze niet snel genoeg uit de weg gaan. Ook willen dominante mannetjes paren terwijl de moeders nog steeds bezig zijn om voor hun pups te zorgen. Mannetjes kunnen uitermate vijandig reageren op andere mannetjes wanneer zij een bedreiging vormen voor hun harem. Soms raken pups hun moeder kwijt doordat er onrust in de groep ontstaat of omdat een moeder haar pup probeert te beschermen tegen een bronstig mannetje. Afgedwaalde pups komen vaker voor. Gelukkig worden sommigen van hen opgevangen door stichtingen zoals Pieterburen Zeehondencentrum en Ecomare. 

​Het wordt voor zeehonden een heel ander verhaal wanneer ze zich eenmaal in het water begeven. Hier voelt de zeehond zich zekerder en dat is ook merkbaar aan zijn gedrag. Ze zijn duidelijk minder gespannen en benaderen mensen gemakkelijker in het water en vertonen soms zelfs speels gedrag. Toch wordt er door wetenschappers nadrukkelijk gewaarschuwd om alert te blijven en niet te vergeten dat het hier om predatoren gaat. De zeehonden mogen er misschien lieftallig uitzien, maar het blijven wilde dieren met een uitstekend gebit. Ze kunnen zelfs met dat gebit flinke wonden veroorzaken.

​De grijze zeehond keert na 400 jaar weer terug op de Wadden

Nederland heeft niet de grootste kolonie grijze zeehonden. Deze bevindt zich aan de kust van Schotland. Grijze zeehonden kunnen grote afstanden afleggen en reizen regelmatig tussen Schotland en Nederland. Na honderden jaren van afwezigheid verscheen de op de Waddenzee uitgestorven grijze zeehonden gelukkig opnieuw in ons land. In 1950 maakten deze dieren vanuit Schotland de overtocht en stichtten hier een nieuwe kolonie. Dit is in ieder geval een zeer aannemelijke verklaring voor het na lange tijd weer verschijnen van grijze zeehonden aan onze kustlijnen. Andere koloniën ontstonden ook op den duur door de opsplitsing van de al bestaande koloniën. Nu tref je koloniën zeehonden aan op Texel, Lauwersoog, Ameland en Harlingen. Dit is zeer bemoedigend, want zeehonden dragen ook bij aan een gezond ecosysteem.  

 

Gewone zeehond Waddenzee

© Larry Costales / Unsplash

Pieterburen Zeehondencentrum

Jarenlang probeert het kennis- en onderzoek instituut Pieterburen Zeehondencentrum er alles aan te doen om zeehonden op de Waddenzee te beschermen en hun leefomgeving gezond te houden. Ze doen dit middels wetenschappelijk onderzoek waaraan wetenschappers vanuit de hele wereld deelnemen. Zeehonden worden gemeten, gemonitord en verzorgd en alle daarbij vergaarde kennis wordt wereldwijd gedeeld.

Adoptie en donaties

Het Pieterburen Zeehondencentrum is net als veel andere stichtingen, afhankelijk van donaties. Hiermee zijn ze uitermate creatief te werk gegaan. Het is bijvoorbeeld mogelijk om bij hen een zeehond te adopteren.

Een andere mogelijkheid om te helpen is door je oude mobiel en lege cartridges in te leveren. Ook hebben ze een puppy programma waarbij je punten kunt verzamelen om zelf een zeehond vrij te laten. Om een volle spaarkaart bij elkaar te krijgen moet je een pup adopteren. Je krijgt dan een certificaat met een spaarkaart thuis gestuurd. De volgende kun je verwachten tijdens het nieuwe puppy seizoen. Dit proces herhaalt zich totdat je kaart vol is. Wanneer je kaart eenmaal vol is mag je zelf een zeehond vrijlaten. Een zeehond adoptie kost 50 euro. Het is ook mogelijk om een schenking te doen en donateur te worden. 

​Ecomare

Natuurmuseum en Zeehondenopvang Ecomare bevindt zich op Texel. Net als het Pieterburen Zeehondencentrum doen zij er alles aan om het welzijn van zeehonden te garanderen. Dit doen zij op verschillende manieren, waarvan het voornaamste misschien wel een stukje broodnodige educatie betreft. Om goed voor een zeehond te zorgen moet je toch weten wat een zeehond nodig heeft, hoe hij leeft en wat jij als belangstellende kunt betekenen voor hen.  

​Wanneer je al beseft hoe kwetsbaar de natuur is, dan ga je er misschien wat voorzichtiger mee om. Althans, dat is de gedachte en mogelijk ook wel de hete hangijzer bij Ecomare. Om mensen zich hier meer van bewust te maken bieden zij voorlichting, educatie en vangen zij zieke en gewonde zeehonden en vogels op. Je kunt bovendien een bezoek brengen aan hun centrum en de dieren net als andere soorten zeedieren van dichtbij bekijken. 

 

Illustratie zeehonden van de Waddenzee
 
illustratie emmer met vis - zeehonden van de Waddenzee
 

Koop een emmer vis voor € 10,- en maak een zeehond bij Ecomare blij!

 

Maar wat biedt Ecomare nog meer?

Nu, best veel eigenlijk. Je kunt bijvoorbeeld zeehonden volgen via een live stream. Je kunt blogs lezen van de verzorgers, nieuwsberichten vinden over de Texels natuur en over Ecomare zelf en er worden tentoonstellingen georganiseerd. Voor kinderen is er ook voldoende te doen. Zo vind je een poster die je gratis kunt downloaden en kun je voor een klein bedrag een werkstuk over zeehonden bestellen. 

​Donaties en adopties

Net als de meeste stichtingen is Ecomare afhankelijk van financiële steun. Wat kan jij bijvoorbeeld doen om hen financieel te ondersteunen? 

Je kunt een zeehond adopteren, je kunt de bruinvis Michael adopteren, een kleine donatie schenken, Ecomare opnemen in je testament en een schenking doen. Wat zeker het benoemen waard is, is dat je ook een emmertje vis kunt kopen. Eén emmertje vis kost 10 euro en daar kan een zeehond een paar dagen mee doen. 

Bronnen:

 

 

 

Zeeotter

Er zijn wereldwijd in totaal maar liefst13 otter rassoorten te vinden. De zeeotter, Enhydra lutris, is daar één van. Ooit waren er ruweg 150,000 - 300,00 zeeotters, maar dankzij de intensieve jacht op het diertje dat tussen 1741 en 1911 plaatsvond, raakten hun aantallen ernstig in gevaar. Op een gegeven moment was de situatie zo ernstig dat er noodgedwongen werd ingegrepen om te voorkomen dat ze helemaal uit zouden sterven. Er werd een internationaal verbod uitgevaardigd om de jacht op de zeeotter stop te zetten. Ook werden er stichtingen en organisaties opgericht die zich intensief gingen inzetten om het behoud van de zeeotter te waarborgen. Mede dankzij de inzet van dit soort organisaties groeide de zeeotters weer in aantal. 

 

Zeeotter

 

​Zeeotters brengen het grootste deel van hun leven door in het water. Hun hele anatomie is hier ook op gestoeld. Ze eten, slapen, planten zich voort en verzorgen hun lichaam letterlijk altijd op het water. Wanneer ze op zeldzame momenten wel aan land komen, dan gaat het lopen zeer moeizaam, omdat hun lichaam hier in principe niet voor op ingesteld is. De dag van een zeeotter bestaat voornamelijk uit het verzorgen van hun vacht en het op zoek gaan naar voedsel. 

​Mannelijke zeeotters zijn territoriaal en ze zullen hun territorium met hand en tand beschermen. In principe leven beide geslachten apart van elkaar, maar in sommige koloniën tref je af en toe een enkel mannetje aan. Dit zijn dan veelal territoriale mannetjes. Pasgeboren en pas gespeende pups vullen de kolonie verder aan. 

​De zeeotter is geen snelle Jelle in het water, ze zwemmen een gematigde gemiddeld 3 -5 km per uur. De territoriale mannetjes maken jaarlijks tussen juni - november lange trektochten van ruim 320 km. Dit gebeurt doorgaans wanneer de vrouwtjes bronstig zijn. Buiten die maanden om verblijven ze binnen een veel kleiner gebied. Vrouwelijke zeeotters zijn niet zo reislustig en blijven hun leven lang binnen een straal van 16 - 32 km. 

​Bouw

Een zeeotter behoort tot de familie van de wezel. Ze zijn de kleinste marinedieren ter wereld, maar tegelijk zijn ze wel het grootste lid van de Mustelidae familie, de familie van de marterachtigen, allen carnivoren. Andere dieren die tot deze familie behoren zijn de wezel, de rivierotter, de hermelijn, de marter, nertsen en bunzingen.

Zeeotters brengen het grootste deel van de dag opperst relaxt en vredig op hun rug door, zachtjes drijvend op het water. Ze slapen ook gewoon op hun rug in het water. Om warm te blijven en omdat ze geen blubberlaag hebben, hebben ze de beschikking over een zeer dikke vacht. Zeeotters hebben de dikste vacht van alle zeedieren. Hun vacht is zelfs zo dik dat hun huid niet eens nat wordt wanneer ze in het water zijn. Dit is gezien hun levensstijl, leefgebied, de lange ijskoude winters en bij gebrek aan een dikke blubberlaag, ook bitter noodzakelijk. De vacht van een zeeotter bestaat uit twee lagen; een lange bovenlaag en een korte onderlaag. De vacht is uitermate geschikt voor de kou en om te voorkomen dat de zeeotter niet zinkt terwijl hij op het water ronddobbert. De natuur heeft dit weer mooi opgelost, want de onderste laag houdt lucht vast en de bovenste laag voorkomt dat het lucht kan ontsnappen.

Het lucht in het vacht van een zeeotter heeft dus twee doelen:

  • Het helpt mede om de kou buiten te houden
  • het helpt de zeeotter om op het water te drijven

​Met zo'n 150,000 haartjes per vierkante centimeter is het niet zo moeilijk om te begrijpen waarom hun vacht zo dicht op elkaar zit. De toplaag van de vacht is olieachtig en moet goed worden onderhouden om te zorgen dat het waterafstotend blijft. De zeeotter besteedt daarom erg veel tijd aan het onderhouden van zijn vacht. Gelukkig kan de zeeotter zich gemakkelijk in allerlei bochten wringen. Verder heeft hij een ruim vel wat de zeeotter ook helpt om bij de moeilijke plekjes te komen. Ze wassen zich in het water en door gebruikt te maken van hun tanden en pootjes. Na elke maaltijd geeft de zeeotter zichzelf standaard een grote wasbeurt.  

Zeeotters zijn best flink aan de maat. Ze kunnen zelfs wel 45 kilo wegen en 1,5 meter lang worden. Toch is dit niet het grootse otterras. De rivierotter kan nog groter worden. Hun voorpootjes zijn erg handig om dingen mee te grijpen, om hun vacht mee te wrijven, voorwerpen te draaien en zelfs aan voorwerpen te trekken. Ze hebben net als katten lange klauwen die ze wanneer dat nodig is kunnen intrekken. Verder hebben ze ruwe pads op de handpalmen om te helpen bij het vastgrijpen. 

​Onder de voorarmen bevinden zich grote lappen vel die de zeeotter heel slim gebruikt als een soort zak. Hij stouwt hier onder anderen zijn voedsel in, maar ook stenen die hij gebruikt om zijn eten op stuk te slaan vinden hun weg in zijn 'zak'. De achterpoten zijn, net als bij een zeehond, net flippers, maar in feite zijn dit zijn vijf tenen. Tussen de tenen zitten vliezen. De laatste teen, de vijfde, is de langste. Deze laatste en tevens langste teen vergroot de mobiliteit van de zeeotter in het water, maar is op het land knap lastig, want het lopen wordt juist moeizamer erdoor. 

​De otter heeft naast een paar goed ontwikkelde armen en voeten ook nog een krachtige, gespierde staart. De staart is redelijk kort en vrij dik, maar uitermate geschikt om mee te zwemmen en om mee te sturen. 

​Zeeotters kunnen hun adem lang inhouden, wel vijf minuten lang. Hun gehoor is zeer scherp, hun reuk is goed ontwikkeld en hun zicht is optimaal verfijnd. Eenmaal onder water kunnen de oren en de neus afgesloten worden om te voorkomen dat er water inkomt. Al deze zintuigen plus de lange snorharen rondom zijn neus die elke trilling kunnen waarnemen, maken de zeeotter een formidabel jachtdier. Hij zal ook volledig gebruik van deze zintuigen moeten maken als het zicht onder water slecht is. 

Leefomgeving

Zeeotters komen voor langs de kusten van de Grote Oceaan in Noord Amerika en Azië. Vroeger kwamen ze ook voor in Mexico en Japan, maar door de intensiviteit van de jacht in de achttiende tot en met de twintigste eeuw om hun pels waren ze bijna compleet uitgestorven. Dit kon nog net worden voorkomen omdat de Amerikaanse regering in 1911 een mandaat instelde dat de jacht op zeeotters verbood.

Ze vertoeven meestal in water dat niet dieper is dan 15 - 23 meter en blijven altijd in de buurt van de kust. Ondanks zijn uitstekende natuurlijke bescherming tegen de kou zoekt de zeeotter toch nog naar plekken waar het redelijk beschut is tegen de extreme weersomstandigheden. Dit kan een rotsachtig kustlijn zijn met een rots- of zandbodem. Drassige gebieden zijn ook een geliefde plek. Hierbij is de aanwezigheid van kelp zeer belangrijk, want de zeeotter wikkelt zichzelf in de kelp om te voorkomen dat hij wegdrijft wanneer hij uitrust. 

​Voeding

Zeeotters leveren een belangrijk bijdrage aan de stabiliteit van het ecosysteem. Hoe belangrijk ze zijn kun je zien aan de hand van wat er gebeurt wanneer zee-egels, het lievelingskost van de zeeotter, zich ongestoord kunnen voortplanten. Er ontstaat letterlijk een explosie aan zee-egels. Zee-egels eten kelp. Wanneer er geen kelp meer is heeft dat weer gevolgen van andere zeedieren, zoals de rode abalone, een grote zeeslak. Dit geldt uiteraard ook voor andere vissoorten en zeedieren die afhankelijk zijn van kelp. Het ontbreken van zeeotters in bepaalde gebieden is vragen om een natuurramp. 

Zeeotters zijn gek op zee-egels. Zee-egels leven op rotsachtige zeebodems en planten zich razendsnel voort. Zeeotters zijn echte verzamelaars. Ze gaan op zoek naar hun voedsel en stenen, keren ermee terug naar de oppervlakte en stoppen het gevonden goed onder hun arm in hun zogenaamde 'zak'. Terwijl ze op hun rug drijven leggen ze een steen op hun buik. De steen wordt dan gebruikt om hun voedsel op kapot te slaan zodat ze bij de lekker malse kern kunnen komen. 

​Naast zee-egels eten zeeotters ook krabben, mosselen, schelpdieren, zeeoren en slakken. Hun tanden zijn specifiek ontwikkeld voor het soort voedsel dat ze eten. De kiezen zijn bijvoorbeeld mooi plat en afgerond en dus uitermate geschikt om harde voorwerpen mee te verpulveren. Zeeotters kunnen veel mosselen op een dag, tot 75 mossels per uur die ze dan kapotslaan op een steen. 

​Voortplanting

Mannelijk zeeotters zijn polygaam. In de zoölogie wordt het woordje polygamie gebruikt om aan te duiden wanneer een dier paart met meerder vrouwtjes. De mannelijke zeeotter is hier een mooi voorbeeld van. De zeeotter zal in de paringstijd telkens op zoek gaan om andere vrouwtjes bevruchten. Hij blijft eerst een paar dagen bij één vrouwtje voordat hij op zoek gaat naar de volgende om mee te paren. De bevruchte moeder zal als gevolg van het gedrag van het mannetje in haar eentje voor de geboren pup moeten zorgen.

Een vrouwelijke zeeotter bevalt van haar eerste pup wanneer ze vier of vijf jaar is. Haar pasgeboren jong wordt na zes maanden geboren en is bij zijn geboorte gemiddeld 60 cm lang en weegt drie tot vijf pond. De pups worden meteen al geboren met een lekker dik, pluizige vacht om ze te beschermen tegen de elementen. Pups kunnen niet onder water duiken omdat hun vacht na de geboorte zoveel lucht vasthoudt. De pup is de eerste 6-12 maanden volledig afhankelijk van zijn moeder. In die tijd krijgt hij alleen melk van zijn moeder. Wanneer de moeder niet op zoek gaat naar voedsel zal ze haar pup op haar buik dragen. Wanneer ze aan het foerageren is moet ze echter haar pup alleen achterlaten. Om te voorkomen dat hij wegdrijft wikkelt ze hem in kelp. Na twee maanden kan de pup eindelijk zelf ook onder water duiken. De pup zal vooralsnog de eerste maanden melk krijgen van zijn moeder totdat de moeder hem met 6 maanden gaat spenen. 

 

Zeeotter

 

​Vrouwtjes vertonen vaak een bebloede neus tijdens de paringstijd, omdat tijdens het paren het mannetje in haar neus bijt. Bijzonder aan de initiële conceptie van een vrouwelijke zeeotter is dat haar lichaam in staat is om de actuele inplanting van de bevruchte eicel in de baarmoederwand tot wel twee maanden te vertragen. Dit gebeurt overigens vaker dan je denkt, want veel hangt af van optimale omstandigheden, zoals het genoeg voorhanden hebben van voedsel. De tijd vanaf dat de bevruchting plaatsvindt totdat de foetus in de baarmoeder volledig is ontwikkeld duurt alles bij elkaar 4 maanden. De algehele incubatietijd duurt echter iets langer, wel 6 maanden. 

​Een moeder zeeotter heeft een zeer hechte band met haar pup. Het gebeurt zelfs dat een moeder zeeotter dagenlang haar overleden pup nog bij zich draagt. De sterftecijfer onder zeeotter pups is zeer groot. Helaas zullen er maar 25% van de pups volwassen worden. Tweelingpups hebben het sowieso al zwaar en meestal overlijdt een van de pups alsnog vlak na de geboorte. De pups hebben een zeer hoge stem waarmee ze hun moeder kunnen roepen. 

De moederotter heeft een beschadigde neus. Tijdens de paring bijt het mannetje tot bloedens toe in haar neus.

Relatie tot de mens

Zeeotters worden onderverdeeld in twee groepen, de zuidelijke zeeotter en de noordelijke zeeotter. 

De zeeotter werd tussen 1741 - 1911 bijna volledig uitgeroeid doordat er intensief op ze gejaagd werd voor hun pels. Van de ongeveer 150.000 - 300.000 zeeotters die er voor de jacht begon nog waren zakte hun aantal significant af naar nog maar 1,000 - 2,000 duizend stuks. Dit was behoorlijk heftig. 

Door de drastische achteruitgang veroorzaakt door de commerciële jacht op de populatie zeeotters en zeehonden, werd in 1911 een wet aangenomen om de met uitroeien bedreigde dieren te beschermen. Dankzij deze maatregel konden de zeeotters in aantal weer terug groeien. In 1972 werd tevens de Marine Mammal Protection Act (MMPA) opgericht om de gezondheid en stabiliteit van de  aantallen en die van alle andere marinedieren te waarborgen. Middels dit mandaat werd het wettelijk verboden om op marinedieren te jagen, om ze gevangen te nemen en ze te exporteren of om de dieren vanuit andere landen te importeren in Amerikaanse wateren. Hierdoor waren de zeeotters verzekerd van een mooie oude dag. 

 

Zeetotter

 

​Naast de 1911 wet en het 1972 mandaat waren er ook milieuorganisaties actief bezig om zeeotters her en der uit te zetten. Ze deden dit door ze te verplaatsen naar andere gebieden. Dankzij alle bovengenoemde maatregelen is de populatie zeeotters flink toegenomen. Dit leidt weer tot irritaties binnen de commerciële visserij die last zeggen te ondervinden van de groeiende aantallen zeeotters. 

​Ondanks deze bemoedigende aantallen is de zeeotter vooralsnog op de rode lijst van de IUCN als bedreigt geregistreerd.

​Exxon Valdez olietanker

In 1989 vond er een vreselijke milieuramp toen de Exxon Valdez olietanker aan de grond liep in Bligh Reef, Alaska en de tanker miljoenen liters ruwe olie begon te lekken. De olietanker was op weg vanaf de Valdez-olieterminal naar haar bestemming Prince William Sound. Onderweg moest de kapitein uitwijken omdat er een aantal ijsbergen ronddreven. Door een reeks miscommunicaties en fouten liep de olietanker aan de grond en begon 41 - 132 miljoen liter ruwe olie te verliezen wat uiteindelijk allemaal in zee terecht kwam. 1.900 meter kustlijn raakte zwaar verontreinigd en de gevolgen voor flora en fauna waren onbeschrijfelijk. 580.000 zeevogels alleen al stierven aan de gevolgen van de ramp. Daarnaast vonden 5.500 zeeotters en een groot hoeveelheid zeeleeuwen en robben de dood. De ramp zou de geschiedenisboeken ingaan als de grootste milieuramp ooit van de Verenigde Staten. 

 

Uitsterving haaien - bedreigd

 

Interessant:

 

 

 

Sally Lightfoot Crab

De Grapsus adscensionis, anders genaamd de Sally Lightfoot Crab, is beslist een blikvanger in de wereld van de krab. Afkomstig van de Galapagos eilanden, dankt deze krabsoort zijn naam vermoedelijk aan een Caribische danser(es) vanwege zijn uitermate atletische bewegingen. Zo kan deze schoonheid van rots naar rots springen, verticaal naar boven klimmen en vier richtingen oprennen. De meeste krabben kunnen dit niet, zij kunnen zich alleen zijwaarts voortbewegen. De Sally Lightfoot krab is hierdoor erg moeilijk te vangen. Hier heeft de krab dan ook zijn naam aan te danken. 

Ter info: we hebben ervoor gekozen om in dit artikel de krab specifiek bij zijn Engelse naam te noemen: de Sally Lightfoot Crab.

 

Sally Lightfoot Crab

 

Bouw

De Sally Lightfoot Crab, (Brachyura), is een kreeftachtig dier en behoort tot de orde van de tienpotigen, Decapoda. De naam 'Brachyura' is afkomstig uit het Grieks en betekent letterlijk 'korte staart' wat verwijst naar het feit dat krabben geen zichtbare staart hebben, zoals bijvoorbeeld zijn familielid de kreeft dit wel heeft. Dit wil niet zeggen dat een krab geen staart heeft, die heeft hij namelijk wel degelijk, maar deze is alleen niet zichtbaar omdat de onderzijde van de krab in feite zijn staart is en deze zich onder de buikschild bevindt. Verder heeft de krab een stevig rugpantser en zijn de ogen bevestigd aan steeltjes aan de kop. Om te groeien moet een krab zijn gehele oude schaal afdoen om plaats te maken voor de nieuwe.

Afdoen van de oude schelp

Spectaculair gekleurd als Sally Lightfoot Crab is als het volgroeid is, zo begint dit pronkstuk onder de krabben zijn leven beslist niet. De jonge krabben zijn donkerbruin tot zwart gekleurd en zullen pas hun prachtige oranjerood en blauwe kleur krijgen als ze eenmaal volwassen zijn. De donkerbruine en zwarte kleur met rode of gele stippen waar ze als jongeling mee door het leven gaan dient echter als perfecte camouflage. Tegen de rotsachtige lava rotsen waar ze graag vertoeven, vallen ze hiermee nauwelijks op. Hierdoor zijn ze redelijk goed beschermd tegen aaseters.

De Sally Lightfoot Crab kan maximaal 8 cm. breed worden, maar hun gemiddelde grootte ligt doorgaans dichter bij de 5 cm. Hierbij moet wel even vermeld worden dat krabben anders worden opgemeten dan andere dieren. Dit is omdat hun afmeting per soort in de breedte verschilt waarbij de breedte van het rugschild gebruikt wordt als uitgangspunt. Een mooi voorbeeld hiervan is de afmeting van de grootste krab ooit, de Japanse spinkrab die een verbijsterende 35 cm brede schild heeft en zeer lange poten heeft waardoor zijn algehele uiteindelijke breedte uitkomt op zo'n vier meter!

​De Sally Lightfoot Crab eet voornamelijk groene en rode alg, maar dat weerhoudt deze opportunistische straatveger er niet van om ook andere dingen te eten. Zo lusten ze graag baby schildpadden, mosselen, kapotte eieren, de uitwerpselen van vogels en vleermuizen, parasieten die ze weten te vinden op het lichaam van Leguanen, de placenta's van zeehonden en dode vissen. Ze zijn hierdoor onmisbaar voor het ecosysteem omdat ze veel rommel opruimen.

Leefgebied 

De Sally Lightfoot Crab komt voor in Zuid-Amerika, Centraal-Amerika, Mexico, Galapagoseilanden en langs de westkust van Afrika. De crab wordt vermoedelijk ook waargenomen op de Canarische eilanden. 

Voortplanting

Voordat de voorplanting tussen beide seksen zich plaatsvindt zal er een rituele dans plaatsvinden voorafgegaan met een gevecht om dominantie tussen de mannetjes. Hierbij zullen de mannetjes tegenover elkaar gaan staan en passen maken van links naar rechts terwijl hun grijpers elkaar raken. Als geen van beiden mannetjes zich terugtrekt zal een van de krabben een snelle uithaal maken en hierbij proberen de klem van de andere krab eraf te snijden.  Lukt dit, dan zal de verliezende partij worden weggejaagd en zal de winnende partij gaan paren met het vrouwtje en haar bevruchten.

​Een gedeelte van de sperma zal bij het vrouwtje worden opgeslagen in haar spermatheca of spermakamer totdat alle eieren zijn bevrucht. Het vrouwtje zal pas weer gaan paren met een mannetje als alle eieren zijn bevrucht. De vrouwelijke Sally Lightfoot Crab draagt haar eieren op haar buik ter bescherming totdat ze uitkomen in het water. Een vrouwtje zal doorgaans maar met een mannetje paren per keer, maar zal met meerdere mannetjes paren per broed seizoen.

Paring gebeurt het hele jaar door en het uitkomen van de eitjes gebeurt bij volle maan. Als een mannetje eenmaal een vrouwtje bevrucht heeft zal hij 10-20 dagen nodig hebben om weer nieuw sperma te produceren. Eenmaal van haar eitjes ontdaan zal het vrouwtje haar oude schaal afdoen en  24 dagen later zal ze weer bevruchte eieren, 10-200 per keer, in het water loslaten. Dit proces herhaalt zich telkens weer.

​De jonge larve zwemt direct nadat ze uit hun ei zijn gekomen naar dieper water. Daar zullen ze gedurende hun ontwikkeling meerdere malen zich ontdoen van hun oude schelp waarbij er telkens nieuwe lichaamssegmenten bij komen. Ze eten uitsluitend plankton totdat ze groot genoeg zijn om terug te keren naar de kust.
Na de bevruchting zullen het mannetje en het vrouwtje ieder zijns weegs gaan.

Natuurlijke vijanden

Ook al weet de Sally Lightfoot Crab zichzelf uitstekend te beschermen door zich te verstoppen in rotsspleten, toch hebben ze wel degelijk natuurlijke vijanden. Zo lusten Galapagosreigers, goudgeaderde murenen, zeehonden, octopussen, ratten, katten en honden ook graag een smakelijke Sally Lightfoot Crab.

 

Sally Lightfoot Crab

 

​Relatie tot de mens

De Sally Lightfoot Crab heeft in feite weinig te vrezen van de mens omdat hun vlees niet erg lekker wordt gevonden. De krabben worden echter wel door vissers gebruikt als aas. Verder eindigen sommige Sally Lightfoot Crabs als fleurige aanwinst in zoutwater aquaria. Dit heeft echter wel nadelen voor de overige vissoorten in de tank aangezien een volwassen Sally Lightfoot Crab een ernstige bedreiging vormt voor hun voortbestaan. De volwassen krab wordt namelijk behoorlijk agressief en ontwikkelt een nare tendens om op jacht te gaan.

​De Sally Lightfoot Crab wordt niet bedreigd.

 

 

 

Reuzenmanta

85693263816107b8f877c

© Elias Levy / Flickr

 

De reuzenmanta, Manta birostris, doet zijn naam absoluut eer aan. De manta is een van de grootste roggen soorten die er zijn en kan tot ontzagwekkende afmetingen groeien. Het is een kraakbeenvis, net als de haai, en behoort tot de familie van de Mobulinae, de duivelsroggen. In totaal behoren 11 soorten pijlstaartroggen tot de familie van de Mobulinae en allen zijn het plankton etende roggen. Er bestaan twee soorten manta’s, de manta alfredi en de reuzenmanta.

Lichaamsbouw

Het lichaam van het reuzenmanta kun je eigenlijk vergelijken met dat van een platgedrukte haai, aan wie ze nauw verwant zijn, waarbij de anatomie van de manta ook veel overeenkomsten vertoont met die van een haai. Beide ogen zitten aan de zijkant van het lichaam. De reuzenmanta is een zeer gracieuze zwemmer. Deze is tevens ook een langzame zwemmer en zweeft met hooguit 20 vleugelslagen per minuut door het water. De korte staart is niet giftig en dient om mee te sturen.

​De kieuwen zitten aan de buikzijde, vijf in totaal, net als bij de haai, waarmee ze zuurstofrijke water tot zich nemen. Net als bij de meeste haaiensoorten moet ook de mantra altijd in beweging blijven om zichzelf van voldoende zuurstof te voorzien. De reuzenmanta heeft tevens ook de grootste hersenen van alle vissoorten in de zee. De sterkte van de zintuigen wordt toegekend aan de grootte van de hersenen.

De reuzenmanta kan enorm groot worden met een doorsnee van maar liefst 9 meter breed! Ook hun gewicht is imposant, want ze kunnen behoorlijk tippen op de weegschaal met een gewicht van ruim 2,000 kilo.

​De reuzenmanta heeft een kenmerkend zwart-wit kleurpatroon op de bovenzijde van zijn lichaam. Deze heeft wat weg van de letter T, zie plaatje hieronder. De onderkant van een reuzenmanta heeft een eigen voor elke reuzenmanta uniek gespikkeld patroon.  Ze hebben een gladde huid en kunnen blauw, zwart of grijs van kleur zijn en hebben standaard een witte buik.

​Leefgebied

Reuzenmanta´s leven in tropische, subtropische en matige zeegebieden. Je komt ze dus alleen tegen in de Atlantische -, Indische - en Grote oceaan. Het zijn geen territoriale dieren en ze leggen gedurende hun leven duizenden kilometers af. Reuzenmanta's bezoeken tijdens hun reizen koraaleilanden zoals de Maladiven, koraalriffen en kustlijnen waar voldoende plankton te vinden is.

85693265310bb8f6e2eec

© Elias Levy / Flickr

Voeding

De zeer grote mond van de manta bevindt zich aan de voorkant van het lijf, wat je ook terugziet bij de walvishaai. Ze zijn planktoneters en filteren hun voedsel middels kieuwzeefborstels. Het plankton wordt naar binnen geleid via twee enorme kopflappen die zich aan beide zijden van de kop bevinden. Het overtollige water wordt vervolgens via de kieuwen naar buiten gefilterd en het overgebleven plankton doorgeslikt.

Leefgebied

Reuzenmanta´s leven in tropische, subtropische en matige zeegebieden. Je komt ze dus alleen tegen in de Atlantische, Indische en Grote Oceaan. Het zijn geen territoriale dieren en kunnen duizenden kilometers afleggen. Ze bezoeken groepen koraaleilanden zoals de Malediven, koraalriffen en kustlijnen waar voldoende plankton te vinden is.

​In de koraalriffen vind je gebieden waar haaien, roggen, schildpadden, verscheidene vissoorten en walvissen zich laten ‘behandelen’ door kleine visjes. Deze visjes zijn onmisbaar en hun behandeling bestaat uit het weghalen van dode huidcellen, parasieten, bacteriën en slijm waardoor de reuzenmanta’s fris, fruitig en gezond kunnen blijven.

Voortplanting

Wetenschappers denken dat reuzenmanta’s vrij laat seksueel actief worden waarbij de vrouwtjes 8-10 jaar zijn en de mannetjes  rond de 6 jaar oud zijn. De paringstijd van de reuzenmanta is uniek en kan soms dagen tot wel weken duren en de vrouwtjes manta zet hierin volledig de toon. De mannetjes, 25 - 35 stuks, moeten strijden om te kunnen paren met de vrouwtjes manta waarbij de vrouwtjes manta ze flink laat zweten om zo de sterkste en fitste mannetje te vinden om mee te paren. Rondjes om het koraalrif zwemmen en allerlei atletische oefeningen doen zijn hierbij niet ongewoon. Om te kunnen paren moeten de mannetjes reuzenmanta's ondersteboven hangen zodat hun buik tegen die van het vrouwtje komt te liggen.

Reuzenmanta's zijn ovoviviparous, dat wil zeggen dat de eitjes van de reuzenmanta in de baarmoeder worden bevrucht en daar zullen blijven totdat de baby reuzenmanta's vlak voordat ze geboren worden uit hun ei komen. Ze worden daarom niet middels een placenta gevoed, maar houden zich in leven door de eigeel te eten. Binnen zes weken na het uitkomen uit het ei worden de baby manta’s geboren.

​Een vrouwelijke manta is gemiddeld 12-13 maanden zwanger en bevalt doorgaans van 1-2 pups. Men weet niet hoe vaak een vrouwtjes manta bevalt, maar vermoed wordt dat dit enkel om de 2- 5 jaar gebeurt waardoor het voortplanten zeer moeizaam verloopt. Direct na de bevalling zijn de baby manta's op zichzelf aangewezen en zullen ze erg snel groeien.

Natuurlijke vijanden

Vanwege zijn enorme omvang hoeft de reuzenmanta weinig te vrezen van zijn 'buren'. Dat wil echter niet zeggen dat hij geen vijanden heeft, want die heeft hij wel degelijk. De witte haai en de orka zijn geen van beiden vies van een stukje malse reuzenmanta. Er zijn reuzenmanta's gesignaleerd met haaienbeten op hun lichaam. Deze beten komen voornamelijk voor aan de borstvinnen van de reuzenmanta en kunnen gelukkig redelijk snel weer aanhelen.

Reuzenmanta

© Sebastian Pena Lambarri / Unsplash

Relatie tot de mens

De reuzenmanta is erg tam en kan zelfs speels zijn, maar het kan ook onverwachts aanvallen als het zich bedreigd voelt.

Tot een aantal jaar geleden had de reuzenmanta weinig te vrezen van de mens, echter, helaas is dit sinds de afgelopen jaren niet meer het geval en is Azië weer de boeman. De reden hiervan is dat de kieuw zeefborstels van de reuzenmanta erg in trek zijn vanwege hun zogenaamde genezende krachten. Reuzenmanta's zijn hiermee vogelvrij geworden, net als de haai.

​Andere oorzaken voor de afname van de reuzenmanta is de vervuiling van de zee, overbevissing zowel door vergissing als opzet en verstikking in netten en vislijnen. Reuzenmanta´s kunnen, als ze eenmaal vast komen te zitten in vislijnen, zich niet meer loswerken, voornamelijk omdat ze niet achteruit kunnen zwemmen. Hierdoor bestaat de kans dat de vislijnen strakker om het lichaam gaan zitten, beknelling met beperking tot beweging veroorzaken met de uiteindelijke dood tot gevolg.

​Door de afname van de reuzenmanta is de noodzaak om meer over hen te weten te komen toegenomen. Echter, het is erg moeilijk om deze prachtige schepsels te observeren daar ze erg mensenschuw zijn. De noodzaak blijft erg hoog om meer over hun anatomie, hun leefwijze en hun sociale vaardigheden te leren kennen. Langzaam aan beginnen marine biologen meer informatie te verzamelen, maar tot nu toe is het nog maar het tipje van de ijsberg, er valt nog veel meer te ontdekken.

 

Uitsterving haaien - kwetsbaar

 

 

Leuke reis boeken naar het zonnige zuiden?

Potvis

De potvis, Physeter macrocephalus, is de meest herkenbare walvis onder alle walvissoorten. Hij is tevens ook de grootste van alle tandwalvissen. Helaas heeft deze walvis veel te lijden gehad door de mens. Er is vanaf het einde van de achttiende eeuw tot ver in de twintigste eeuw decennialang doelmatig op hem gejaagd door walvisjagers. De reden hiervan is de kostbare spermiceti die alleen deze walvis produceert. Dit is een soort was waar men allerlei dingen van kon fabriceren, zoals kaarsen, kostbare zeep, cosmetica, olielampen en smeermiddel. Om aan de vraag naar deze was te kunnen voldoen werden er gedurende de Industriële Revolutie per jaar gemiddeld zo'n 5000 potvissen per jaar geslacht.

​Dit aantal bereikte een piek na de tweede wereld oorlog. Vanaf 1958 werd de vraag naar potvissen zo groot dat er jaarlijks 20.000 van hen werden opgejaagd en afgeslacht om aan de productie van vitaminen preparaten, margarine, hondenvoer, veevoer, remvloeistof en leer te kunnen voldoen. Hun aantallen namen zo dramatisch af dat in 1983 de International Whaling Commission aan de bel trok. Gelukkig wisten hun aantallen zich weer te herstellen. De huidige populatie potvissen wordt momenteel geschat op 360.000 stuks, maar schrijnend is het om te weten dat de populatie van voor de grote jachtpartijen meer dan 1 miljoen bedroeg. Men is ondertussen niet zeker in hoeverre hun aantallen zich weer herstellen omdat het heel moeilijk is om dit vast te stellen.

​De Engelse auteur Herman Neville schreef ooit een boek over een potvis. Je zult het wellicht kennen: Moby Dick. Hierin wordt de potvis afgeschilderd als een moorddadige walvis die boten aanvalt en zeemannen doodt door ze heel door te slikken. Dit is pertinente onzin, want potvissen zijn vreedzame walvissen. Het is daarom verstandig om Herman Neville's boek over Moby Dick met een flinke korrel zout te nemen! 

 

Ohrim AdobeStock

Potvis | © | Ohrim | Adobe Stock

Uitleg naam

Grappig genoeg dacht men vroeger dat de spermaceti in de kop van de potvis 'sperma' was, vandaar ook zijn Engelse benaming; Sperm Whale. Een andere benaming van de potvis is Cachalot, wat vermoedelijk uit de Portugees taal komt en 'groot hoofd' betekent. De potvis werd ook zeer nauwkeurig door Carolus Linnaeus, een Zweedse botanist, arts en zoöloog en uitgeroepen tot vader der taxonomie, in zijn in 1798 uitgebrachte boek Systema Naturae beschreven. Een taxanoom houdt zich bezig met het benoemen, beschrijven en classificeren van organismen waaronder planten, dieren en micro-organismen.

Bouw

Het hoofd van de potvis is bijna vierkant en zo'n 6 meter lang, 3 meter hoog en 2,1 in doorsnee.  De reden waarom zijn kop zo'n bijzondere vorm heeft wordt veroorzaakt door een spermaceti-orgaan dat zich voor in zijn kop bevindt. Het spermceti-orgaan scheidt een soort was-achtige substantie uit, het walschot geheten, dat van vloeibaar naar hard gaat als de potvis naar het diepe duikt. Een potvis kan zo'n 3 ton aan spermaceti in zijn kop hebben, wat natuurlijk ongelooflijk veel is, maar duidelijk niet genoeg daar er in de 19e eeuw jaarlijks 5000 potvissen voor werden afgeslacht. De hersenen van een potvis zijn net zo indrukwekkend als zijn lengte en ze zijn de grootste hersenen van het gehele dierenrijk met een massief gewicht van 7,8 kilogram. 

Spuitgat

Links en redelijk vooraan op zijn hoofd vindt je het S-vormige spuitgat van de potvis waarmee de potvis een harde, luidruchtige straal van 2 meter hoog de lucht in blaast. Ze spuiten gemiddeld 3-5 keer per minuut in ruste, maar als ze gedoken hebben loopt dit op tot 6-7 keer per minuut. Een potvis kan zijn adem een uur lang ophouden.

Geluid

Geleerden hebben ontdekt dat potvissen klik-, zoem- en piepgeluiden produceren, anders dan bij andere soorten walvissen die kunnen zingen. Geleerden hebben ontdekt dat het produceren van deze geluiden het einde van een vrolijk leven voorspelt voor hun prooi. Potvissen gebruiken echolocatie om in contact met elkaar te blijven en om hun prooi te vinden als ze naar dieper water duiken waar het doorgaans pikzwart is. Moeders gebruiken echolocatie om hun jong te kunnen vinden.

 

Sperm Whale Calls 🔈 | OceanXplorers

Sperm Whale Calls | OceanXplorers | © National Geographic

Lengte

De potvis kan enorm groot worden, waarbij de mannelijke walvissen een maximum lengte van 20,5 meter kunnen behalen en 57.000 kilo kunnen wegen. Vergelijk dat maar met een van de grootste olifanten die er zijn en die tevens het allergrootste landdier is ter wereld, de Savannah olifant, die gemiddeld 6300 kilogram weegt.

Tanden

De kaak van de potvis is lang en smal, gemiddeld 5 meter lang, en telt 50-60 tanden in de onderkaak die, zodra de potvis zijn mond sluit, in holtes passen in de bovenkaak. Middels onderzoek aan de tanden van de potvis kan men ongeveer bepalen hoe oud deze was. De tanden lijken niet echt nodig te zijn om prooi te vangen en men denkt dat ze aan de andere kant wel gebruikt worden om met elkaar te vechten als de paringstijd aanbreekt. Deze conclusie wordt door geleerden getrokken omdat mannelijke potvissen vaak fikse littekens aan hun lijf hebben. De tanden zijn kegelvormig en wegen ongeveer 1 kilo per stuk.

Lichaam

De borst vinnen van de potvis zijn 1,5 meter lang en 0,9 centimeter in doorsnee. Potvissen hebben geen rugvin, ze hebben echter wel een kleine bult halverwege hun rug. Hun hart is enorm, heeft vier kamers en weegt 126 kilo. Verder heeft hij maar liefst vier magen. De eerste heeft geen maagsappen en vrij dikke wanden om het eten mee te verpulveren en ook voor bescherming tegen de klauwen en zuignappen van pijlinktvissen.

​De tweede maag is groter. Hier wordt het eten van de potvis verteerd. Hier vindt je veel niet verpulverde bek van de inktvis. Deze zijn van harde hoorn gemaakt en daarom moeilijk verteerbaar. De tweede maag van de potvis is er vaak mee bezaaid waarbij er zelfs ooit 18.000 van teruggevonden werden in een ontlede potvis. Een potvis kan deze er ook uitbraken, maar duidelijk mag zijn dat dit niet altijd de gewenste resultaat oplevert.

​De darmen van de potvis zijn de grootste van alle dieren en meten maar liefst 300 meter in lengte. De snelheid waarmee de potvis zich voortbeweegt in het water varieert van 4,8-14,4 km per uur, maar als het op de vlucht slaat kan hij zich behoorlijk snel uit de voeten maken met een gemeten snelheid van 34-43 km. per uur.  Potvissen hebben een donkergrijs tot zwart of lichtgrijze huid. Tot slot, potvissen kunnen een de leeftijd van 70 jaar bereiken.

 

Ohrim AdobeStock

Potvis | © Ohrim | Adobe Stock

Leefgebied

Potvissen leven voornamelijk aan de oppervlakte van het water, maar duiken naar dieptes van maximaal 2 kilometer op zoek naar voedsel. Doorgaans duiken ze voornamelijk op dieptes van 300-800 meter. Dit zijn met recht Cosmopolitan walvissen, je vindt ze namelijk overal. Ze kunnen in koude en tropische wateren leven.

​Potvissen houden van diep water. Je zult ze dan ook nooit aan de kust zien, behalve dan als er sprake is van een nauwe continentale plaat. De kansen dat je een potvis tegenkomt in de Noordzee zijn erg klein daar de Noordzee te ondiep is voor potvissen. Aan de kaart hierboven kun je zien waar je ze wél kunt vinden.

​Dit zijn groepsdieren die vaak in groepen van 16-20 walvissen rondtrekken. De vrouwelijk potvissen en hun jong verblijven voornamelijk in tropische of subtropische wateren terwijl de mannen soms verder weg trekken. De mannelijke potvissen zwemmen soms alleen, maar willen ook vaak optrekken met de vrouwen. Hierbij wisselen ze regelmatig van groep.

Voeding

Potvissen moeten duiken om voedsel te zoeken. Vaak gaan ze niet verder dan 300-800 meter, maar soms duiken ze dieper, tot 1000 meter. Om zo diep te duiken moet de potvis zijn adem zo'n 90 minuten lang ophouden, want zo'n retourtje duurt alles bij elkaar een uur.

​Potvissen eten kolossale inktvissen, reuze pijlinktvissen, octopus, roggen en vis. Toch eten ze bij voorkeur pijlinktvissen. Een volwassen potvis kan een ton aan voedsel verorberen per dag, een derde van zijn eigen lichaamsgewicht. Potvissen lopen vaak flinke littekens op tijdens de jacht op reuze pijlinktvissen. De pijlinktvis zal zich vast zuigen aan de kop van de potvis om te voorkomen dat hij opgegeten wordt.

 

De potvis in het kort:

  • lengte: 16-20 meter
  • gewicht: 41.000 kilo
  • gewicht hart: 126 kilo
  • lengte darmen: 300 meter
  • Tanden: 50-60 stuks

Foto: Potvis | © Ohrim | Adobe Stock

Ohrim | AdobeStock
 

 

​In 1998 aan de Indonesische kust werden 3 potvissen gespot die met zijn drieën een reuzenbekhaai aanvielen en opaten. Ondanks dat ze een gebit hebben, gebruiken de potvissen deze nooit, prooi wordt in zijn geheel doorgeslikt.

Aan de hand van data dat vergaard werd door tracking devices heeft men kunnen vaststellen dat potvissen, als ze erg diep gedoken hebben, ook ondersteboven willen zwemmen tijdens de jacht. Men denkt dat de potvissen middels deze methode de silhouet van pijlinktvissen beter kunnen zien.

Voortplanting

Potvissen kennen geen vaste seizoenen als het op de voortplanting aankomt, het kan het hele jaar door gebeuren. Een vrouwtje wordt seksueel actief als het 9-10 jaar oud is. Bij de mannetjes ligt de leeftijd aanzienlijk hoger, zij worden pas seksueel actief als ze 18-19 jaar oud zijn. De zwangerschap duurt lang, 16 maanden, en dan wordt er meestal maar één kalfje geboren. Tweelingen zijn een zeldzaamheid bij de potvis.

​Bevallingen lijkt vaak een familie aangelegenheid te zijn waarbij de andere walvissen de aanstaande moeder assisteren tijdens de bevalling. De bevalling vindt plaats vlak aan het wateroppervlak en het jong wordt met de staart eerst geboren. De pasgeborene moet heel snel naar boven zwemmen om adem te halen en doet dit meestal binnen 10 seconden na zijn geboorte. Hiermee wordt hij gelukkig door zijn moeder geholpen.

​De gemiddelde lengte van een pasgeborene is 4 meter en ze wegen doorgaans 1.000 kilo. Het zal daarna twee jaar lang door de moeder worden gevoed om dan eindelijk op 2 jarige leeftijd over te gaan op vaste voeding, maar voor die tijd drinkt hij 20 kilo melk per dag. De moeder zal pas 3-4 jaar later weer een jong ter wereld brengen en zal gedurende haar leven 7-9 keer bevallen.

​Relatie tot de mens

Gelukkig wordt de potvis beschermd, maar desondanks zijn wij helaas nog wel verantwoordelijk voor de afval in hun maag. Volgens een artikel van Waheeja Malik in de National Geographic, zijn sinds januari 2016 30 potvissen aan de kusten van Duitsland, Nederland, Groot Brittannië, Frankrijk en Denemarken gestrand. Wat ze na een autopsie op de walvissen in de maag van vier potvissen terugvonden was ronduit verontrustend.

 

Ohrim | Adobe Stock

Potvis | © | Ohrim | Adobe Stock

 

Auto-onderdelen, een plastic emmer, een 13 meter lang visnet waar pijlinktvis mee wordt gevangen en erg veel plastic afval. Behoorlijk schokkend, maar  misschien niet helemaal verrassend. Er zijn over de

afgelopen jaren niet voor niets stichtingen opgezet om de wereldzeeën en stranden op te ruimen. Een tweetal Nederlandse stichtingen zijn Duik de Noordzee Schoon en Boskalis Beach Clean Up Tours.

Nederland Schoon doet er op hun beurt ook alles aan om de mensen bewust te maken van hoe slecht zwerfafval is voor het milieu. Ze moedigen mensen dan ook aan om de Nederlandse stranden schoon te houden. Er zijn inmiddels al 24 MyBeach locaties te vinden in 14 gemeenten langs de Noordzeekust.

​Toch Denkt Ursula Siebert, hoofd van de Intstitute for Terrestrial and Aqquatic Wildlife Research aan de Universiteit van Dierengeneeskunde in Hannover dat de zwerfafval niet zozeer de reden was van de gestrande potvissen. Ursula denkt dat de walvissen gestorven zijn toen ze tijdens de jacht per ongeluk terecht kwamen in de Noordzee. De Noordzee is helaas niet diep genoeg voor potvissen en toen ze hierin terecht kwamen konden de walvissen het gewicht van hun eigen lichamen niet meer dragen waardoor hun organen het begaven. De gestrande potvissen waren allemaal van het mannelijke geslacht met een gevarieerde leeftijd van tussen de 10-15 jaar. Ze stierven helaas allen uiteindelijk aan hartfalen.

 

Uitsterving haaien - bedreigd

 

 

 

Octopus

De naam octopus komt van het Griekse woord okto = acht, en pous = voet. Dit dier is zo buigzaam en zo flexibel dat hij zonder enige moeite een gouden plak zou kunnen winnen bij het onderdeel atletiek van de Olympische Spelen. Het achtarmige wonder is met recht een wonderbaarlijk schepsel om te zien. Hij kan dankzij zijn bouw in allerlei hoeken, gaten en kuilen kruipen en zichzelf prima verstoppen dankzij zijn exceptionele gave om zijn eigen huidskleur bij elke situatie te veranderen. Daarnaast is hij een bijzonder sierlijke zwemmer waar je, ondanks zijn prachtige en serene uitziende uiterlijk, geen ruzie mee wilt krijgen.

 

Gewone octopus

Bouw

De gewone octopus, Octopus vulgaris, behoort tot een orde binnen de klasse van de inktvissen, Cephalopoda. Er zijn in totaal 100 verschillende soorten octopussen die binnen deze orde vallen waarvan de octopus de bekendste is. Een octopus is een opvallende verschijning met zijn acht armen, zuignappen, peervormige hoofd en grote ogen. Hij kan zich dankzij zijn gebrek aan botten, prima in allerlei gaten en spleten verstoppen.

​De octopus heeft maar liefst drie harten. Twee harten pompen het bloed door de kieuwen en het derde hart pompt het bloed door het lichaam heen.  Ook al heeft hij geen skelet, zijn mond, die de vorm van een papegaaienbek heeft, is wel gemaakt van een soort harde hoorn. Aan zijn lange armen heeft hij zuignappen. Sommige octopussen hebben twee rijen zuignappen en andere soorten hebben er  maar een. De gewone oktopus heeft er twee. Heel bijzonder is het feit dat sommige soorten octopussen bij gevaar in staat zijn om een arm af te stoten.

​In de hersenen van de octopus zitten twee statocysten, evenwichtsorganen. Deze evenwichtsorganen zorgen ervoor dat de octopus het verschil kan voelen tussen wat horizontaal en verticaal is.

De ogen van de gewone octopus zijn uitstekend ontwikkeld, ook al kunnen ze geen kleuren zien. Ze kunnen deze focussen door de lenzen van het oog naar binnen en naar buiten te schuiven, maar net als de meeste andere zeedieren hebben ze ook andere zintuigen en organen die ze gebruiken om dingen te voelen, te ruiken en af te tasten. De octopus gebruikt bijvoorbeeld zijn zuignappen om dingen te voelen en proeven.

Okctopussen bewegen zichzelf voort niet alleen door te zwemmen, ze kunnen ook over de zeebodem lopen. Sommige soorten octopussen kunnen zichzelf zelfs voortbewegen op twee benen.

De huid van de gewone octopus is glad en heeft speciale pigmentatie cellen, chromatphores, waardoor hij zich moeiteloos kan camoufleren. De pigmentcellen hebben drie zakjes die gevuld zijn met drie verschillende kleuren; c.q. rood, bruin, oranje, geel of zwart. Deze vermengen zich totdat het gewenste kleurenresultaat, rood, bruin of wit, is bereikt. De kleuren zijn ook een reflectie van de stemmingen van de octopus. Rood reflecteert boosheid, wit reflecteert angst en bruin is de standaard kleur van de octopus. Sommige andere soorten octopussen kunnen zelfs in de kleuren grijs, roze en blauw veranderen.

​Het lichaam van de gewone octopus kan maximaal 25 cm. lang worden en de armen kunnen een lengte bereiken van 1 meter. De gewone octopus heeft maar een korte levenscyclus en wordt derhalve maar gemiddeld 5 jaar.

Intelligentie

De hersenen van de gewone octopus zijn nogal gecompliceerd. Verder hebben ze een uitstekend lange- en korte termijn geheugen. Ze leren zichzelf door vallen en opstaan om allerlei problemen op te lossen en ze zijn ook heel creatief in het bedenken van oplossingen. Eenmaal een 'lesje' geleerd en ze vergeten dit niet gauw. Heel bijzonder is het feit dat twee derde van de zenuwen van de octopus zich niet in de hersenen bevinden waar je ze juist zou mogen verwachten, maar dat ze bij de octopus in de armen te vinden zijn.

 

De armen van een octopus raken nooit in de knoop ondanks hun zuignappen

De zuignappen van de octopus hebben chemische sensoren die dit voorkomen doordat ze ontwikkeld zijn om de eigen huid van de octopus te herkennen

 

Er zijn veel experimenten gedaan met octopussen om te kunnen vaststellen wat ze allemaal wel en niet kunnen en hoe hoog hun intellect in feite is. Onderzoeken waarbij ze kleuren en vormen moesten leren onderscheiden en zelfs doolhofproeven behoorden tot deze experimenten. Octopussen zijn zelfs zo slim dat ze uit hun aquariums weten te ontsnappen, een situatie die je ook tegenkomt in de Disney film Finding Dori.

​Vanwege hun hoge intelligentie zijn oktopussen in sommige landen van enorm veel waarde voor onderzoekers. Hun hoge intelligentie is ook de reden waarom er niet op ze geopereerd mag worden zonder algehele narcose. Gelukkig maar!

Leefgebied

De gewone octopus leeft vrijwel overal en in water dat alle temperaturen heeft. Zo kom je hem ook tegen in de Noordzee! Ze leven het liefst in de kuststreken, maar kunnen soms ook afdalen naar 500 meter.

​Het zijn solitaire wezens die je vaak aantreft tussen rotsspleten of in een zelfgebouwd holletje die gemaakt is van rotsen die ze met hun krachtige armen verplaatsen. Sommige oktopussen fabriceren zelfs een deurtje in hun holletje die ze dicht kunnen trekken. Dankzij hun vermogen om zich te camoufleren gaan ze vaak geheel op in hun omgeving.

 

diane-picchiottino-dW0gfouU8-unsplash

©Diane Picchiottino on Unsplash

 

De gewone oktopus heeft genoeg aan zijn eigen gezelschap. Daarnaast is hij ook zeer gehecht aan zijn eigen omgeving, met andere woorden, dit is een territoriale oktopus die niet zo van verhuizen houdt.

Voeding

De octopus jaagt voornamelijk 's nachts op zijn voedsel. Overdag komt dit zelden voor. Onderzoek heeft aangetoond dat hij een ware hamsteraar is. Hij verzamelt zijn prooi, voornamelijk tweekleppige weekdieren, in een opslagplaats in de buurt van zijn hol. Zo heeft hij altijd een voorraadje bij de hand wanneer hij honger heeft.

Kreeften, krabben, garnalen, weekdieren en vissen staan op het menu van de octopus. Weekdieren, zoals oesters en mosselen, vormen zijn favoriete hap. Inktvissen en zeeslakken vallen ook binnen die categorie.

De octopus verlaat zijn hol alleen om te jagen. Hij verdedigt zijn thuisbasis met man en macht en verstopt het met stenen, schelpen en andere stevige objecten die hij tijdens zijn jachttochten tegenkomt.

Voortplanting

De voortplanting van de octopus luidt het einde van zijn leven in. De mannetjes sterven een paar maanden na de bevruchting, de vrouwtjes enkele maanden later, nadat de jonge octopussen uit hun ei zijn gekropen. De moederoctopus sterft uiteindelijk van de honger doordat ze haar eieren voortdurend verzorgt en bewaakt totdat ze uitkomen. Tijdens die periode eet ze niet.

In het vroege voorjaar trekken de mannetjes naar de kustlijn. Bij de gewone octopus vindt de voortplanting inwendig plaats. Het mannetje gebruikt hiervoor een speciale arm, de hectocotylus. Dit is de derde rechterarm van de octopus. Via de hectocotylus brengt het mannetje zaadcellen bij het vrouwtje naar binnen. Na de bevruchting breekt de arm af en blijft deze in het vrouwtje achter. Soms bewaart het vrouwtje het sperma van het mannetje maandenlang totdat alle eitjes zijn gerijpt.

Ongeveer twee maanden na de bevruchting legt het vrouwtje zo'n 500.000 eieren in ondiep water. Ze bevestigt deze eieren in trossen aan het plafond van haar hol of legt ze op de zandbodem. Tijdens de rijpingsperiode verzorgt ze haar eieren met toewijding. Ze spuit water over de eieren om ze van zuurstof te voorzien en houdt ze schoon met haar zuignappen. Ook beschermt ze haar eieren tegen aaseters. De tijd die nodig is voor de eieren om uit te komen hangt af van de temperatuur en de grootte van het eitje. Na het uitkomen sterft de

 

Gewone octopus

 

De baby octopussen worden meegenomen door de stroming. In de eerste maand voeden ze zich met plankton. Na een maand dalen ze naar de bodem, waar ze blijven totdat ze volwassen zijn. Helaas overleeft slechts 1 op de 3 (200.000) baby's deze eerste fase van hun ontwikkeling.

Onderzoek naar de levensverwachting

Onderzoek heeft aangetoond dat de levensverwachting van de octopus aanzienlijk verlengt wanneer de optische klieren worden verwijderd. Deze klieren bevinden zich bij de hersenen en scheiden hormonen af in het bloed. Na verwijdering van de klieren na de voortplanting vertonen de octopussen broedgedrag, gaan ze weer eten en groeien, en leven ze langer.

​Relatie tot de mens

De gewone octopus wordt intensief bevist. Jaarlijks vangen vissers 20.000 tot 100.000 ton octopus met behulp van octopuspotten. Dit zijn plastic vallen die de octopus als een veilig onderkomen beschouwt.

Octopus wordt in veel landen gegeten, met name in Azië en het Middellandse Zeegebied. De dieren worden in hun geheel gegeten en op diverse manieren bereid, afhankelijk van de soort. In sommige landen, zoals de VS, worden octopussen zelfs levend gegeten.

Natuurlijke vijanden

Je zou bijna medelijden krijgen met de arme octopus want het arme schepsel heeft niet alleen de mens als vijand, maar ook andere zeedieren zijn nogal gek op hem. Er wordt flink op ze gejaagd door haaien, dolfijnen, zeehonden, zeeaal, heilbot en lingcod.

​Verdedigingsmechanismen

Wanneer de octopus in gevaar is, kan hij drie dingen doen:

  •     Een inktwolk creëren door inkt uit zijn inktzak te spuiten.
  •     Zichzelf camoufleren.
  •     Armen amputeren. Een geamputeerde arm ervaart echter nog steeds sensatie en zal proberen te ontsnappen.

Straalaandrijving

De octopus kan ook straalaandrijving gebruiken om te ontsnappen. Hij zuigt water naar binnen en spuit het met kracht via de sifons aan de zijkanten van zijn hoofd naar buiten. Dit houdt hij echter niet lang vol, aangezien het veel energie kost.

De inktwolk

De inkt uit de inktzak is giftig, hoewel alleen de inkt van de blauwe octopus dodelijk is voor de mens. De inkt kan haaien in verwarring brengen door hun reukorgaan tijdelijk aan te tasten.

Beschermingstatus

Gelukkig zijn er stichtingen die zich inzetten voor het welzijn van de octopus. Dankzij hun inspanningen is het nu verplicht om deze dieren humaan te behandelen. Dit betekent dat ze geen pijn meer mogen lijden tijdens experimenten en op een humane manier geëuthanaseerd moeten worden.

Op dit moment worden octopussen niet als bedreigd beschouwd door de International Union for Conservation of Nature (IUCN). Er zijn echter een aantal factoren die in de toekomst een bedreiging kunnen vormen voor hun voortbestaan:

Overbevissing: Octopussen zijn populair als voedsel in veel delen van de wereld. De overbevissing van octopuspopulaties, met name in Azië en het Middellandse Zeegebied, kan leiden tot een afname van hun aantallen.

Habitatverlies: De vernietiging van koraalriffen en andere mariene habitats door vervuiling, klimaatverandering en kustontwikkeling kan de leefomgeving van octopussen aantasten.

Bijvangst: Octopussen worden vaak gevangen als bijvangst in visnetten die bedoeld zijn voor andere soorten vissen. Dit kan leiden tot onnodige sterfte van octopussen.

Klimaatverandering: Klimaatverandering kan de oceaantemperaturen en -zuurgraad beïnvloeden, wat van invloed kan zijn op de voortplanting en het overleven van octopussen.

Onderzoek: Octopussen worden steeds vaker gebruikt in wetenschappelijk onderzoek. Het is belangrijk dat dit onderzoek op een humane manier wordt uitgevoerd en dat de dieren geen onnodig lijden ervaren.

Inkt: De inkt van octopussen wordt soms gebruikt in de voedsel- en cosmetica-industrie. Het is belangrijk dat de inkt op een duurzame manier wordt geoogst en dat de octopussen hierbij geen schade ondervinden.

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

 

Leuke reis boeken naar het zonnige zuiden?

 

Napoleonvis

Je vraagt je misschien af waarom iemand een vis de naam van een toch wel redelijk beruchte en strijdlustige Franse keizer zou willen geven? Een keizer die er verder om bekend stond dat hij graag oorlog voerde en die nooit voor iets of iemand terugdeinsde. Dan zie je de fraai gekleurde Napoleonvis die zonder agressie naar duikers toe zwemt en vriendelijk contact met hen maakt. Niets heeft deze vis gemeen met Napoleon, helemaal niets. Hij is niet gevaarlijk, hij is niet vechtlustig en hij is beslist niet onvoorspelbaar in zijn gedrag. Waarom dan deze vriendelijke reus de naam geven van een strijdheer? Nu, het schijnt dat Napoleon en de Napoleonvis toch wel één ding met elkaar gemeen hebben. Iets waar wij nooit aan gedacht zouden hebben, maar de persoon die hem de naam toebedeelde dus wél. Zijn hoed. Ja, lieve mensen, de Napoleonvis heeft een bult op zijn voorhoofd die schijnbaar veel overeenkomsten vertoont met de hoed van Napoleon! Ach... ieder zijn ding. 

 

Napoleonvis ©️ David Clode | flickr

Napoleonvis © David Clode | Flickr

​Ook in Japan heeft men de Napoleonvis een guitige naam gegeven: 'Megane mochino uo' wat vertaald "vis met een bril op' betekent. De naam verwijst naar de opvallende rand rondom de ogen van de vis. 

​De Napoleonvis, Cheilinus undulatus, is één van de grootste zeevissen ter wereld. Hij behoort tot de familie van de Labridae, een vissoort dat vooral bekend staat om hun prachtige kleuren. De Labridae heeft 600 lipvissen die allen onderverdeeld zijn in 81 geslachten die ook weer onderverdeeld zijn in 9 subfamilies. Dit betreft in het algemeen kleinere vissoorten, maar er kunnen zich ook grotere exemplaren tussen bevinden, waarvan de Napoleonvis de allergrootste van zijn soort is. 

​Bouw

Je hebt het al gelezen, de Napoleonvis, Cheilinus undulatus is de grootste vissoort ter wereld. Hij kan een maximale lengte bereiken van 2,30 meter met een daarbij behorend gewicht van 190 kilo. Zijn schubben zijn zo groot als de handpalm van een volwassen man. Ze zijn er in een variëteit aan kleuren, maar men herkent ze voornamelijk aan de wat doffere grijs-rood-bruine kleur (vrouwtjes) tot de groen-blauw-paarse kleur (mannetjes) en de opvallende groente patronen aan het hoofd en voorkant van het mannetje. Naarmate ze ouder worden vormt er zich een zwarte streep langs hun lichaam. 

​Het lichaam van de Napoleonvis is gestroomlijnd. Hij heeft dikke lippen, een lange rugvin, wat kleinere borstvinnen, buikvinnen en kleine ogen die 360º kunnen draaien wat de vis een uitstekende visie geeft van zijn omgeving. Boven zijn ogen zit een dunne, zwarte streep.Op zijn voorhoofd bevindt zich een bult, net boven de ogen, dat geprononceerder wordt naarmate de vis ouder wordt. Ze gebruiken voornamelijk hun borstvinnen, de staart wordt doorgaans alleen gebruikt wanneer de vis een snelle spurt maakt. 

De Napoleonvis heeft ook faryngeale tanden. Faryngeale tanden, ook wel keeltanden genoemd, bevinden zich in de faryngeale kaken, ook wel keelkaken genoemd, die zich in de keelholte bevinden. Zie foto hieronder. Deze heeft hij nodig gezien het type prooi dat hij vangt. Ook heeft de Napleonvis een uniek afweer tegen zeer giftige toxins die een gewoon mens normaal gesproken fataal zouden zijn.   

 

Napoleonvis © Yuichi Sakuraba | Flickr

© Yuichi Sakuraba | Flickr

Voedsel

De Napoleonvis eet voornamelijk weekdieren, zee-egels, schaaldieren, koffervissen, zeehazen en doornenkroon zeesterren, waarvan de laatste drie zeer giftig zijn. 

​Leefgebied

De Napoleonvis leeft onder anderen in de Indische Oceaan. Je komt hem tegen in Australië, Amerika, Afrika, Azië, de Tuamoto-eilanden en van de Rode Zee tot aan Zuid Afrika. Ook leeft hij bij de Ryukyu-eilanden tot aan Nieuw Caledonia in de Stille Oceaan. 

​Hij vertoeft het liefst nabij koraalriffen, rifhellingen, 'dropoffs', en soms ook op laguneriffen in water met een diepte van maximaal 100 meter. Volwassen Napoleonvissen beperkt zich tot de buitenste rifgebieden. Dit is maar een fractie van het totale rifgebied. Hun aantallen zijn erg laag en dit kan mogelijk te maken hebben met het beschikbare gebied waarin deze vissoort leeft. 

​Voortplanting

Napoleonvissen worden geboren met vrouwelijke geslachtsorganen, protogynous hermaphrodites. Pas op later leeftijd zullen sommigen hun gender veranderen, maar pas nadat ze de volwassen leeftijd hebben bereikt. Op dit punt zal hun uiterlijk ook een verandering ondergaan en zullen de bij de mannetjes fluorescerend blauw, groen en rode kleuren zich openbaren. Ook zal de bult op hun hoofd im omvang toenemen. 

 

Napoleonvis  - © Alfonso González | Flickr

© Alfonso González | Flickr

​Het voorplantingsritueel speelt zich af buiten het lichaam van de vis, kuitschieten genoemd. De Napoleonvissen verzamelen zich in grote groepen in een stroomafwaarts gelegen uiteinde van een rif. Het betreft soms wel 100 vissen bij elkaar zijn. Deze samenkomsten geschieden met name dagelijks tijdens de vloed en op specifieke locaties langs bijvoorbeeld de zeewaartse rand van het Barrièrerif voor Palau. Paaien op deze locatie wordt gedocumenteerd gedurende het hele jaar en vindt waarschijnlijk het hele jaar door plaats met enige seizoens- en maandvariaties mogelijk. 

​Het mannetje drukt zijn anale- en zijn staartvin naar beneden en legt zijn rugvin plat tegen zijn lichaam terwijl hij een paar meter van de bodem zwemt. Wanneer de vrouwtjes zover zijn zwemmen ze naar het mannetje toe terwijl deze rustig voorbij zwemt. Beiden schieten ze gameten, geslachtelijke voortplantingscellen, af. De eieren worden bevrucht door het sperma van het mannetje in de zeestroming. De eventuele uitgekomen eitjes nestelen zich op de zeebodem. De baby Napoleonvisjes zijn net als de volwassen vrouwtjes oranje-rood gekleurd. Dit zal op hun buik langzaam vervagen in een witte kleur. 

​Napoleonvissen kunnen gemiddeld 30 jaar oud worden. 

​Relatie tot de mens

De Napoleonvis wordt in Azië gezien als een delicatesse. Eén Napoleonvis is een vermogen waard. Hierdoor blijft de vis beschikbaar voor een beperkte en dus vermogende laag van de bevolking. De hoge vraagprijs voor de Napoleonvis maakt hem helaas ook zeer aantrekkelijk voor de handel. Het kopen van een Napoleonvis kan de belangstellende honderden dollars kosten. Gezien dat het hier om zeer gewilde vissoorten gaat en dat ze zich langzaam voortplanten en dat er overal op ze gevist wordt ivm met hun commerciële waarde, is de Napoleonvis door het IUCN uitgeroepen tot een bedreigde vissoort. 

​Naast hun hoge waarde op de voedselmarkt heeft de Napoleonvis ook te maken met de Aquariumhandel, het teloorgaan van hun leefgebied, het gebruik van cyanide en diepteboms bij het vissen, een gebrek aan het zich voegen aan de algemene richtlijnen tussen landen in wat betreft het beschermen van de vis. Voeg daar ongeoorloofde visserij, bijvoorbeeld sportvisserij, aan toe en dan snap je wel dat de toekomst er niet al te florisant uitziet voor deze vreedzame vis.

 

Uitsterving haaien - ernstig bedreigd

 

Leuke reis boeken naar het zonnige zuiden?

 

Kubuskwal

Ze zien er misschien onschuldig uit terwijl ze sierlijk door het water dansen, maar de Australische kubuskwal, Chironex fleckeri, oftewel de zeewesp, is dat allesbehalve. De kwal is levensgevaarlijk en is verantwoordelijk voor gemiddeld 40 stergevallen per jaar in de Filipijnen, alleen al. Geregistreerde aantallen doden per jaar door de kubuskwal zijn er niet echt, dus zullen er vermoedelijk veel meer dodelijke confrontaties tussen de kubuskwal en mensen zijn dan bekend is. Kubuskwallen worden zelfs bestempeld als het meest giftige zeedier in de oceaan, en dat wil wat zeggen. Bijzonder aan dit zeedier is dat het eigenlijk niet eens een echte kwal is. Het heeft wel alle uiterlijke kenmerken van een kwal, maar als je je er wat meer in verdiept zie je toch duidelijk veel andere karakteristieken. Wij gaan ons in dit artikel verder verdiepen in die karakteristieken. 

 

Spirocodon saltator | © Kakidai | wikimedia

Spirocodon saltator | © Kakidai | wikimedia

 

​Bouw

Kubuskwallen zijn ongewervelde neteldieren. Er zijn maar liefst 50 soorten kubuskwallen. Ze worden onderverdeeld in 2 klassen en acht families. De naam kubus refereert naar de 25 cm brede kubusvormige klok wat veel weg heeft van een ouderwetse douchemuts. Ze hebben lange tentakels die bevestigd zijn rondom de kop. Deze 3 meter lange vangarmen hebben speciale cellen die voorzien zijn van kleine netelcellen, oftewel piepkleine harpoentjes. Deze harpoentjes zijn zeer giftig. Wanneer een prooi zich in de buurt van de kubuskwal begeeft schieten de tentakels kleine gifharpoentjes af en verlammen daarmee de prooi. De harpoentjes worden met verrassend veel snelheid afgeschoten, 60 km per uur. 

​De rand rondom de klok van de kubuskwal is de zenuwring. De zenuwring stuurt hun zwembewegingen aan. Anders dan bij een gewone kwal kan de kubuskwal zwemmen. Gewone kwallen drijven hun leven lang in het water rond en hebben dus geen zenuworgaan om een zwembeweging aan te sturen.  

Kubuskwallen hebben geen hersens. Raar, maar waar. Het is eigenlijk ook een beetje bizar wanneer je bedenkt dat ze jagen. Hoe kun je dan jagen als je geen hersens hebt? Vaak zie je dat wanneer er iets ontbreekt, er weer iets anders voor in de plaats komt. Dit geldt zeker voor de kubuskwal, want hij heeft maar liefst 24 ogen en al zijn ze niet zonder microscoop waarneembaar, alle ogen hebben lenzen, hoornvliezen en irissen. Hun zicht is dus prima. Dankzij hun zicht kunnen ze veel meer zien dan een gewone kwal die alleen maar het licht van het duister kan onderscheiden.

De ogen zitten in clusters, rhopalia geheten, bij elkaar bovenop de klok. Deze zien eruit als halo's en stellen de kubuskwal in staat om omhoog, omlaag en naar de manubrium te kijken. De manubrium bevindt zich aan de binnenkant van de klok waar de mond zich onder andere ook bevindt. De lange slierten die vanuit het midden van de klok naar beneden hangen zijn bevestigd aan de mond die aan de bovenkant van de slierten zit en zich aan de binnenkant en onder de klok bevindt. De mond is tevens ook de opening naar de binnenkant van de klok.

 

Kubuskwal

© Julian Schroeder | Flickr

 

Gif

Er zijn meerdere dieren in het dierenrijk die gif gebruiken om hun prooi te vangen. Je kunt over een tweetal van deze dieren lezen op onze website; de blauwgeringde octopus en de koraalduivel. Beiden zijn behoorlijk giftig, maar de kubuskwal overtreft zelfs hen als het aankomt op hun gifgehalte. Het gifgehalte van een kubuskwal is zelfs zo extreem dat mensen die gestoken waren in shock geraakten en overleden nog voordat ze zelfs tijd hadden om op het strand te komen. Er wordt zelfs gesuggereerd dat hun gif in staat is om 60 mensen te doden. De dood na een steek treedt dan zo snel op dat je binnen twee mintuten al dood bent. Waarom ze zo giftig zijn? Vermoedelijk om hun prooi direct uit te schakelen voordat deze schade kunnen aanrichten aan hun tentakels. Hoe dan ook, eenmaal verstrikt in die tentakels is het snel bekeken. Het gif werkt snel en zeer krachtig.

​Dr. Angel Yanagihara uit Hawai deed onderzoek naar de werking van het gif. Dr. Yanagihara is wereldwijd expert op het gebied van kubuskwallen aan het Departement of Tropical Medicine. Volgens dr. Yanagihara maakt het gif van de kubuskwal de cellen poreus wat leidt tot hyperkaliëmie, een hoge concentratie kalium in het bloed. Dit leidt tot een verhoogde bloeddruk, spierverlamming en hartritmestoornissen en dan uiteindelijk een hartstilstand met de dood tot gevolg. Andere verschijnselen zijn intense pijn, opzwelling van de tong, zware hoofdpijn, overgeven en onvoorstelbare angst. Gelukkig is er een tegengif gevonden, ovine IgG Fab. 

​Voedsel

De kubuskwal jaagt. Hij doet dit door zich zwemmend door het water te begeven. Dankzij zijn goede zicht is hij in staat om gericht op zoek te gaan naar prooi. Deze vangt hij dan met zijn tentakels waarna hij ze injecteert met zijn gif en wacht totdat deze sterft. Ze kunnen zich verrassend snel voortbewegen met gemiddeld ruim 7 kilometer per uur. De tentakels zijn doorgaans 15 centimeter lang tijdens het zwemmen, maar wanneer de kubuskwal aan het jagen is veranderen ze dramatisch. Ze worden veel dunner en wel 3 meter lang. 

​Kubuskwallen eten vis en garnalen. 

Leefgebied

De kubuskwal komt voor in het noorden van Australië, Nieuw-Guinea, Indonesië, de Filipijnen en in Vietnam.

​Voortplanting

Volwassen kubuskwallen paaien naar gelang hun geslacht in de lente. Ze verzamelen zich in grote groepen in zoetwater, dus in rivieren en andere gebieden waar er zoetwater in de buurt is van de zee. Het vrouwtje spuit haar eieren in het water waarna ze worden bevrucht door de spermacellen van het mannetje die ook zijn sperma het water inspuit. Soms plaatst de mannelijke kwal een pakketje sperma in de klok van de vrouwelijke kubuskwal en zullen de eieren zich daar verder ontwikkelen, maar in principe gebeurt dit buiten het vrouwtje om. Beide geslachten sterven vlak na het paaien. 

Na de bevruchting zwemmen de kleine larven nog een paar dagen rond om daarna op een rotsachtige, harde bodem te settelen. Daar zullen ze veranderen in geslachtloze poliepen. Vanuit de poliep ontluikt er dan een nieuwe kubuskwal. In feite heeft het zichzelf letterlijk gekloond. Je zou dus ook kunnen stellen dat een kubuskwal twee geboortes kent. Nog bijzonder is het feit dat de poliep uiteindelijk na een paar maanden zichzelf lostrekt van de rots en alsnog evolueert in een kubuskwal.

​Alles bij elkaar leeft een kubuskwal gemiddeld 2 jaar. Dit is inclusief het moment dat het eicel bevrucht wordt, de eicel verandert in een larve, de larve verandert in een poliep en de poliep na enige maanden zelf weer verandert in een kubuskwal. 

​Natuurlijke vijanden

De kubuskwal hoeft zich maar zorgen te maken om één dier, de zeeschildpad. Deze eten graat kwallen. Hun dikke huid vormt een natuurlijke barrière voor het gif van de kubuskwal. 

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

 

 

 

Koraalduivel

De koraalduivel, Pterois volitans, is lid van de familie van de schorpioenvissen en is een zeer geliefde vis bij aquariahouders. De vis leeft in en om de koraalriffen met andere fraaikleurige koraalvissen, zoals de papegaaivis, de doktersvis, zeepaardjes, clownvissen en de draakvis. Helaas vormt deze vissoort een groeiend probleem voor de ecologische evenwicht in de Caribische kustgebieden en tegenwoordig ook in toenemende mate in de Middellandse zee, twee gebieden waar hij eigenlijk niet in thuishoort. Statistisch gezien is de koraalduivel in staat om binnen vijf weken een complete vissoort van jonge aanwas met maar liefst 90% terug te dringen.

 

Koraalduivel

© Wai Siew / Unspalsh

Bouw

De koraalduivel is een gracieuze beenvis met bijzondere kleuren en een sierlijk lange, waaiervormige rug en borstvinnen. Toch, zo mooi en kleurrijk als deze vissoort is, het is een zeer giftige vis. Ze hebben opvallende en voor deze vis zeer kenmerkende rode of  kastanjebruine met wit gestreepte uiterlijk. Boven hun ogen en onderaan hun mond hebben ze vlezige tentakels, waarvan de tentakels boven hun ogen groter zijn dan die rondom de vrij grote en brede mond.

​Langs de gehele lengte van hun rug hebben ze lange stekels, te weten; 13 giftige harde stekels, 2 korte, maar giftige stekels bij hun bekken en 3 giftige aars stekels. In deze stekels zit zenuwgif die ze gebruiken ter zelfverdediging. De giftige stekels zijn mede de reden waaraan ze hun naam 'koraalduivel' te danken hebben. Een baby koraalduivel is gemiddeld 2 cm, maar eenmaal volwassen kunnen ze een lengte van 36 cm behalen met een gewicht van 1,2 kilo. Niet echt heel groot dus, maar wel een mooi formaat voor een vis. Verder zijn koraalduivels redelijk immuun voor parasieten.

Leefgebied

De koraalduivel is weliswaar een prachtige vis om te zien, maar hij is dus ook zeer giftig. Hierdoor heeft de vissoort weinig te vrezen van zijn buurtjes daar ze geen van allen in de buurt van deze rondzwemmende 'duivel' durven te komen. Dit heeft echter helaas ook gevolgen voor zijn verspreiding, want door het gebrek aan natuurlijke vijanden is er weinig wat de koraalduivel ervan weerhoudt om zich te verspreiden naar gebieden waar hij eigenlijk niet in thuishoort. De vis leeft doorgaans in water dat 30-91 cm diep is.

Leefde de koraalduivel in eerste instantie uitsluitend in de Grote en de Indische oceaan, tegenwoordig kom je hem ook tegen in de Middellandse Zee. Vermoed wordt dat hij via de Suezkanaal zijn weg inmiddels heeft gevonden naar Europa, maar dat dit ook mogelijk is omdat ze als verstekelingen meereizen in het ballastwater van vrachtschepen. Het dumpen van koraalduivels in de zee of het ontsnappen van koraalduivels uit aquaria wordt ook gezien als een grote oorzaak voor de toegenomen aanwezigheid van de vissoort in de voor hem nieuwe gebieden.

​Er is veel onrust ontstaan over de flinke toename van de koraalduivel. Het is zeer moeilijk om de vis op conventionele wijze te bestrijden en daarom moet naar andere wegen gezocht worden om ze terug te dringen. Duikers worden hiervoor aangemoedigd om op ze te jagen en er zijn in het verleden zelfs pogingen gedaan om haaien, barracuda's te leren om ze als onderdeel van hun menu te gaan beschouwen. Omdat de koraalduivel een delicatesse is in Japan, wordt men ook buiten Japan aangemoedigd om ze te eten.

Voedsel

De koraalduivel is net een cowboy. Hij gebruikt zijn vinnen om samen met zijn soortgenoten de vissen bij elkaar in een hoek te drijven om ze daarna te consumeren. Ook ligt hij soms stil op de grond te wachten totdat er een prooi langskomt om deze dan razendsnel naar binnen te zuigen. Dit zijn geen snelle zwemmers en ze zijn overdag vaak minder actief dan in de avond, wanneer ze jagen. Overdag willen ze zich vaak verstoppen tussen het koraal en in rotsspleten. Ook kun je ze vinden in scheepswrakken of verstopt tussen het zeegras of in Mangrovebossen.

 

Koraalduivel

© Kris-Michael Krister / Unsplash

​Ze liggen meestal op de grond te wachten totdat er een prooi langskomt om deze dan razendsnel naar binnen te zuigen. Dit zijn geen snelle zwemmers en ze zijn overdag vaak minder actief dan in de avond, wanneer ze jagen. Overdag willen ze zich vaak verstoppen tussen het koraal en in rotsspleten. Ook kun je ze vinden in scheepswrakken of verstopt tussen het zeegras of in Mangrovebossen.

​Tijdens de jacht functioneren de strepen van de koraalduivel ook als schuttingskleur waardoor ze zichzelf praktisch onzichtbaar kunnen maken voor hun prooi. Ze zijn uitstekende jagers die graag vis, garnalen, krabben, weekdieren en pijlinktvis eten en eigenlijk ook nooit echt uitgegeten raken. Ze zijn wat vissoorten op het menu betreft niet bepaald kieskeurig en zijn blij met 70 verschillende soorten die ze tot hun beschikking hebben. Tijdens vivisectie op de koraalduivel vond men maar liefst 30 verschillende vissoorten in hun buik terug. Verder kunnen ze vanwege hun giftige stekels voor de mens uitermate gevaarlijk zijn. Zie hier verder het hoofdstuk Gevaar voor de mens.

Voortplanting

De koraalduivel is een snel voortplantende vissoort, misschien zelfs een van de meest snelle in de hele oceaan. Dit is een terechte zorg in de VS omdat hun toename meer weg begint te krijgen van een konijnenplaag. Zoals hierboven al is vermeld, conventionele methodes toepassen om dit af te remmen helpen niet bij deze vis.

​De koraalduivel is op 1 jarige leeftijd al seksueel volwassen. Ze kunnen per jaar een ontzagwekkende hoeveelheid van 2 miljoen eieren voortbrengen die, onder normale omstandigheden, elke vier dagen worden vrijgegeven. Deze worden in eipakken met gemiddeld duizend eieren gelegd waarna ze worden bevrucht met zaadcellen. Anders dan bij bijvoorbeeld de blauwe marlijn, hebben de larven van de koraalduivel een grotere overlevingspercentage. Ze kunnen zich prima aanpassen aan hun omgeving en ze zullen zich altijd daar vestigen waar er meer dan voldoende voedsel aanwezig is. De koraalduivel kan gemiddeld 10 jaar oud worden.

 

Ray-Harrington-on-Unsplash

  © Ray Harrington / Unsplash

Gevaarlijk voor de mens

Het gif van een koraalduivel kan verlamming van de luchtwegen veroorzaken, hevige pijnen en zelfs algehele verlamming van het lichaam. Het kan dagen tot zelfs maanden duren voordat deze verschijnselen verdwijnen, als je er al niet voor die tijd aan doodgaat tenminste. Niet zo leuk dus. Eenmaal gestoken door een koraalduivel zal de pijn zich langzaamaan verspreiden naar de omliggende gebieden. Dit betekent ook dat het gestoken lichaamsdeel flink zal opzwellen, tot driemaal toe zelfs.

​De kenmerken van een giftige steek door een koraalduivel zijn aldus:

• kortademigheid,
• enorme zwelling,
• pijn op de borst
• maagpijn
• blaren
• lage bloeddruk
• diarree
• zweten
• benauwdheid

​Gelukkig kun je zelf wat doen als je slachtoffer wordt van de giftige steek van een koraalduivel. Het beste wat je kunt doen is het gestoken lichaamsdeel in water te dompelen dat zo warm mogelijk is, want het gif wordt afgebroken door warme temperaturen. Zorg echter altijd wel dat je zo snel mogelijk medische hulp inschakelt!

Verontrustend is dat de koraalduivel niet alleen een gevaar voor het koraal is, maar ook voor de inheemse vissoorten en tersluiks ook voor ons omdat hij een reëel gevaar is voor onze gezondheid en veiligheid. Daarnaast is de koraalduivel een enorme pest voor de beroepsvisserij doordat hij al het vis opeet. Dr. Carlos Jimenes, een marine bioloog aan de Cyprus Instituut in Griekenland, heeft dit fenomeen inmiddels al lang en breed bevestigd.

​Beschermstatus

De Koraalduivel geniet geen beschermstatus dankzij het feit dat de vis zich in razendsnelle tempo voortplant. Het wordt zelfs eerder als een bedreiging en een pest gezien voor de biodiversiteit in de zee omdat het de ecosystemen ernstig aantast. 

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

 

Leuke reis boeken naar het zonnige zuiden?

 

Kaapse Pelsrob

De Kaapse pelsrob, Arctocephalus pusillus pusillus, is de grootste pelsrob die er is. Je kunt ze vinden aan de kust van Zuid-Afrika en Namibië. Ze staan bovenaan het menu van de witte haai die zichzelf volgens geleerden doorlopend allerlei kunstjes moet aanleren om ze te kunnen vangen. Jagen op een pelsrob is voor de witte haai een echt kat en muisspel die de witte haai helaas niet altijd wint. Pelsrobben kunnen zelf ook flink van zich afbijten en de witte haai behoorlijk toetakelen en nare verwondingen veroorzaken. Echter, ook al zijn de pelsrobben wilde dieren, ze zijn uitermate nieuwsgierig en over het algemeen erg vriendelijk naar mensen toe.

 

Kaapse pelsrobben - Zuid-Afrika

 

Bouw

De Kaapse pelsrobben zijn op het land erg lomp en traag, maar daarentegen zijn ze in het water uitermate snelle, sierlijke zwemmers. Dit zijn perfect gestroomlijnde dieren die in het water zeer wendbaar en enorm vlug zijn. Ze zijn tevens nauw verwant aan de Australische pelsrobben, Arctocephalus pusillus doriferus.

De Kaapse pelsrobben hebben een grote, brede kop, een platte, puntige neus of iets naar boven gebogen neus, grote ronde ogen en zeer scherpe tanden waarmee ze nare wonden kunnen veroorzaken. Ze hebben twee kleine oorschelpen, en lange lichte snorharen die bij de mannetjes veelal naar achteren staan.

​De flippers aan de voorkant zijn gedeeltelijk licht behaard en bedragen driekwart van de lengte van de pelsrob. De flippers aan de achterkant zijn in verhouding niet zo groot en het verlengde van deze flippers lijkt veel op vingers. Met hun flippers kunnen de pelsrobben pijlsnel door het water heen schieten.

​De mannetjes pelsrobben hebben een brede borst en grote manen. Ze zijn bruin tot donkergrijs van kleur, hebben langere haren dan de vrouwtjes en ze hebben een dikke haarlaag en zijn ruw behaard. De vrouwtjes zijn veel slanker gebouwd en zijn lichtbruin tot grijs in kleur, hebben een licht gekleurde buik en een iets donkerder gekleurde rug. Verder zijn de ogen van de Kaapse pelsrob zeer scherp en is hun gehoor uitstekend ontwikkeld.

De grootte of de lengte van de pelsrob is afhankelijk van de tak van de familie bij wie hij hoort. Zo is de Kaapse pelsrob iets groter dan de Australische. Ze kunnen beiden weliswaar flinke proporties aannemen, maar de Kaapse pelsrob wordt net iets groter. Bijvoorbeeld de Kaapse pelsrob mannetjes bereiken een gemiddelde lengte van 2,3 meter met een gewicht van 200-300 kilo en de vrouwtjes Kaapse pelsrobben worden 1,8 meter met een gewicht van 120 kilo.

​De Australische mannetjes pelsrobben daarentegen kunnen een lengte bereiken van 2-2,2 meter met een gemiddeld gewicht van 190-280 kilo en de vrouwtjes, weer ietsjes kleiner, een lengte van 1,2-1,8 meter met een gemiddeld gewicht van 36-110 kilo. Kaapse pelsrobben kunnen een leeftijd bereiken van 21 jaar.

De Kaapse en de Australische pelsrobben verschillen weinig van elkaar qua gedrag en anatomie en onderzoek heeft verder vermoedelijk zelfs uitgewezen dat de beide takken ooit een familie waren. Men denkt zelfs dat de Australische tak van de pelsrobben familie afkomstig is uit Zuid-Afrika en daarmee gelinieerd is aan die tak.

 

Kaapse pelsrobben - Zuid-Afrika

 

Leefgebied

De Kaapse pelsrob leefde vroeger voornamelijk op rotsachtige eilanden langs de kust van Afrika. Een voorbeeld van zo'n rotsachtig eiland is Robbeneiland in Zuid-Afrika waar Nelson Mandela 25 jaar lang gevangen werd gehouden. Helaas werd er in het verleden, en nu nog steeds, intensief op de Kaapse pelsrob gejaagd. Daarnaast zijn ze systematisch uit hun natuurlijke leefgebied verjaagd door de regeringen van Namibië.

​Het huidige leefgebied van de Kaapse pelsrobben vindt je vanaf Cape Fria in Namibië vlakbij de Angolese grens tot aan Black Rocks dat vlakbij Port Elisabeth ligt in Zuid-Afrika. Doordat ze door de Namibische regering uit hun natuurlijke woongebied zijn verjaagd vindt je tegenwoordig grote groepen pelsrobben, waarvan een grote familie te vinden is bij Cape Cross met gemiddeld 80.000-120.000 stuks pelsrobben, vanaf Cape Cross, tot aan Atlas Bay en Wolf Bay in Namibië. In Zuid-Afrika vindt je ook grotere koloniën bij Houtsbaai en Gansbaai.

​Kaapse pelsrobben brengen het grootste gedeelte van hun leven door in de oceaan vlak bij de kust, echter, er zijn ook meldingen geweest van pelsrobben die ruim 220 km vanaf de kust werden gespot, alhoewel dit uiterst zeldzaam is. De Kaapse pelsrob kan 7,5 minuten lang onder water blijven en tot een diepte van 204 meter zwemmen, maar de Australische pelsrobben daarentegen duiken weer minder diep, 120 - 200 meter waarbij 120 redelijk standaard is.

 

 

Natuurlijke vijanden

We weten inmiddels al dat de witte haaide grootste vijand is van de pelsrobben, maar ze hebben nog meer natuurlijke vijanden. Zo zijn zadeljakhalzen en bruine hyena's in Namibië ook gek op pelsrobbenvlees. Verder jagen orka's ook graag op pelsrobben en gebruiken deze zeer gehaaide jagers de pelsrobben om hun jong te leren jagen.

​De pelsrob gebruikt verschillende methodes om uit de kaken van een witte haai te blijven. Hun natuurlijke instincten zijn sterk ontwikkeld en uitermate geschikt voor het leven in zee tussen hun natuurlijke vijanden, maar dan, hun leven hangt ook af van hun vaardigheden in het water en de vele trucjes die ze zichzelf hebben aangeleerd om de witte haai te slim af te zijn.

​Zo verblijven ze altijd in groepjes in het water en proberen ze, wanneer een haai ze op de hielen zit, altijd vlakbij de rugvin van de haai te blijven. Verder duiken ze alle kanten op om zodoende een hongerige haai te verwarren, zwemmen ze voornamelijk dicht bij de bodem om hun omgeving beter in de gaten te kunnen houden en gebruiken ze hun snelheid en wendbaarheid om een haai te snel af te zijn. Vaak gaan ze nog een stapje verder en belagen ze haaien om ze zo weg te pesten.

Voedsel

De Kaapse pelsrob heeft een gevarieerd dieet. Hij eet erg veel vis, krabben, pijlinktvis en zelfs haaien. In december 2012 leidde Chris Fallows, een expert op het gebied van de witte haai, een duik excursie 20 zeemijlen vanaf de kust van Cape Point. 10 blauwe haaien doken op en de helft hiervan zou dit uiteindelijk bekopen met hun leven, want uit het niets dook een Kaapse pelsrob mannetje op van ongeveer 1,37 meter lang en richtte toen een slachting aan bij de blauwe haaien waar Chris Fallows en toeristen beroerd van werden. De Kaapse pelsrob zou uiteindelijk vijf van de tien blauwe haaien verslinden.

 

Kaapse pelsrobben eten 70% vis, 20% pijlinktvis en 2% krab!

 

Een aanval van dit soort en kaliber was nog nooit eerder gedocumenteerd, laat staan door iemand gezien. Men wist niet eens dat pelsrobben haaien aten. Chris Fallows legde de aanval vast op camera, de eerste beelden ooit van zo'n aanval. Vermoed wordt dat de pelsrobben door gebrek aan vis, de Kaapse pelsrob eet makreel, anchovis en sardientjes, nu ook haaien aan hun menu hebben toegevoegd. Opvallend was echter het feit dat de pelsrob alleen de ingewanden van de haaien at, de rest liet hij achter. Duikers hebben intussen ook laten weten dat ze pelsrobben ook andere haaiensoorten hebben zien aanvallen en eten. Soms eten ze ook zwartvoetpinguïns.

Voortplanting

Een mannetjes pelsrob is op 4,5 jarige leeftijd geslachtsrijp en een vrouwtjes pelsrob ietsjes eerder, op 3,5 jarige leeftijd. Crèches bevinden zich voornamelijk in een rotsachtige omgeving. In de maand oktober komen de mannelijke Kaapse pelsrobben aan land bij de broedplaatsen. Daar zullen ze vechten voor dominantie en tevens voor een zo groot mogelijk stukje grond, c.q. territorium, waar ze kunnen paren. 

​Bij deze gevechten kan het er behoorlijk hard aan toe gaan met patserig gedrag, harde geluiden, en zelfs fysiek geweld waarbij de dood tot gevolg niet ongewoon is. Het stukje veroverde grond is erg belangrijk want hoe groter het stukje territorium, hoe aantrekkelijker het mannetje is voor het vrouwtje, en de vrouwtjes zijn erg kieskeurig! Soms willen de vrouwtjes alsnog over stappen naar een andere harem. Gedurende deze tijd eet het mannetje niet.

​Hoe aantrekkelijker het mannetje is, hoe groter zijn 'harem' wordt waarbij het aantal vrouwtjes binnen een harem wel 66 stuks kan bereiken. Het territorium van het mannetje blijft ongeveer zes weken in stand en deze zal hij dientengevolge ook verdedigen met veel geweld als het moet. Interessant om te weten is dat de pelsrobben gedurende het jaar nooit ver van hun 'eigen' stukje land afdwalen omdat er altijd wel baby's worden verzorgd door het jaar heen. Migratie onder de koloniën pelsrobben is ook niet standaard, echter het kan weleens voorkomen dat pelsrobben uit een specifieke kolonie terug te vinden zijn in een andere kolonie pelsrobben.

​Het paren neemt plaats in het voorjaar, in oktober, en bereikt een piek tussen november en december. Een vrouwtjes pelsrob heeft een lange zwangerschap van 368 dagen en zal vervolgens bevallen van één jong. Pasgeboren pups zijn geen lichtgewichten, ze wegen 4,5 tot 7 kilo met een lengte van 60-70 cm. Ze worden geboren met een pikzwarte vacht die ze in de loop der maanden uiteindelijk kwijt zullen raken in februari-mei.

Helaas is er geen rust gegund aan het vrouwtje, want zes dagen nadat ze is bevallen zal ze weer paren met het mannetje en weer zwanger raken van haar volgende jong. Gedurende de eerste 7-10 dagen na de bevalling zal de moeder bij haar jong blijven en het voeden met dikke, voedzame melk. Daarna keert ze weer zeewaarts en zal ze tussen de 4-6 dagen afwezig zijn om zichzelf te voeden en vervolgens weer terugkeren naar de kolonie en haar jong weer voeden zo'n 2-5 dagen lang.

Als de moeder na een paar dagen weg te zijn geweest weer terugkeert zal ze haar eigen jong weer weten te lokaliseren via zijn roepgeluid en geur. Alle baby pelsrobben zullen terugroepen, maar zij zal altijd de roep van haar eigen jong herkennen. Dit proces herhaalt zich telkens weer en de moeder pelsrob zal haar jong ruim 8-10 maanden zelf blijven voeden.

 

Kaapse pelsrobben - Zuid-Afrika

 

Relatie tot de mens

Vroeger en nu nog steeds wordt er op Kaapse pelsrobben gejaagd voor hun vacht en voor hun blubber. Jaarlijks wordt er gedurende de maanden augustus-november nog steeds in Namibië grootschalig op de arme pelsrobben gejaagd. Namibië verklaart dat dit nodig is om de visserij te beschermen, maar daar worden grote vraagtekens bij gezet door geleerden en natuurbeschermers die verklaard hebben dat er absoluut geen wetenschappelijk bewijs is om de argumenten van Namibië te grondstaven.

​De grootschalige jacht op pelsrobben begon al in de 17e eeuw en men schat dat er alleen al sinds 1900 ruim 2,7 miljoen pelsrobben zijn afgeslacht. Zo werd er door het land een quotum vrijgegeven waarin het in het jaar 2000 toegestaan werd om 60.000 baby pelsrobben en 7000 volwassen mannetjes af te slachten. Bij deze massaslachtingen worden de baby pelsrobben doodgeknuppeld en de volwassen mannetjes doodgeschoten. De media wordt tijdens de jacht massaal geweerd wat logischerwijs weer tot grote onrust leidt omdat er geen zicht kan worden gehouden op de hoeveelheid dieren die worden gedood.

​Ondanks alle tegenwerking en de maatregelen die de Namibische regering nam om de media uit de buurt te houden lukte het toch een groepje natuurbeschermers om in 2000 stiekem opnames van de gruwelijke jacht van dat jaar te maken die vervolgens uit werden gezonden op de Zuid Afrikaanse televisie.

​Tijdens deze opnamen kon men zien dat jagers zonder blikken of blozen als beesten tekeergingen tijdens het slachten. Ook maakten de jagers geen gebruik van een verplichte 'sticker', een wapen dat gebruikt wordt om baby zeehonden door het hart te steken om een snelle dood te garanderen nadat ze geknuppeld zijn.

​In Zuid-Afrika worden de Kaapse pelsrobben al sinds 1893 beschermd. Toch werd in 1999 en 2000 een groepje jonge mannetjes pelsrobben geslacht bij het eiland Malgas om zodoende jonge Jan van Gent vogels te beschermen tegen de hongerige zeehonden.

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

 

Groene zeeschildpad

De groene zeeschildpad, Chelonia mydas, behoort tot de familie van de zeeschildpadden. Je kent de schildpad misschien van zijn andere naam;  de soepschildpad.  De reden waarom deze prachtige zeeschildpad zo heet, is te danken aan het feit dat er vroeger veel op hem gejaagd werd voor de menselijke consumptie. Vroeger was schildpaddensoep ook een zeer geliefde delicatesse bij rijke mensen. Jammer genoeg wordt er tegenwoordig nog steeds op de groene zeeschildpad gejaagd en de gevolgen daarvan blijven niet uit.

Groenezeeschildpad

© Travis Colbert / Unsplash

Bedreigd

Het is onderhand geen verrassing meer als je hoort dat er een dier, vis of vogel op de IUCN  lijst van bedreigde diersoorten staat, sterker nog, je kijkt er van op als ze er tegenwoordig Niet op staan. Dit is de schuld van de mens en zijn hebzucht voor geld, sport en stupiditeit. Ook de groene zeeschildpad heeft een 'eervolle'  vermelding gekregen en weer is dit te wijten aan onwetendheid, desinteresse en geldzucht van de mens. Alleen al in de Indonesische - Australische zeegebieden worden er jaarlijks 100.000 gevangen voor hun vlees en schild.

​In landen zoals Singapore en China is het vlees van de zeeschildpad een delicatesse. Hun vlees en ingewanden worden gebruikt in soepgerechten en hun harde schilden worden gemalen en verwerkt tot gelei. De Chinezen geloven ook dat de zeeschildpad medicinale krachten heeft, net als de tijger, de beer, krokodillen, slangen, haaien en hagedissen, allen prominent aanwezig op de lijst van zeer bedreigde diersoorten.

​In 1981 richtte de regering van Costa Rica de Ostional Wildlife Refuge op, met centra's in de provincies Santa Cruz, Nycoya en Guanacasta. Later werd ook de EHP, Egg Harvest Project, geïntroduceerd. Dorpsbewoners worden aangemoedigd om, tegen betaling, de eieren van de zeeschildpadden te zoeken en vervolgens in te leveren. Zo hoopt Costa Rica uitsterven van de zeeschildpadden te kunnen voorkomen. Het lijkt in eerste instantie een barbaarse praktijk, maar het project heeft nog een ander doel; voorkomen dat criminele bendes de eieren stelen en verkopen voor veel geld.

 

 

 

 

Exploitatie 

Op Java zijn de eieren van de groene zeeschildpad een delicatesse, maar hun vlees is volgens islamitische wetten onrein en wordt daarom niet gegeten. Op het eiland Bali werd vroeger wel schildpaddenvlees gegeten  en was het altijd prominent aanwezig op rituele feesten en ceremoniën. Tegenwoordig doet de regering van Bali gelukkig veel om de schildpadden en hun eieren te  beschermen.  Zo kopen ze bijvoorbeeld de in netten verstrikt geraakte schildpadden van vissers op en voor elk schildpadden ei krijgt men twee à drie kippeneieren.

​Andere eilanden in de Grote oceaan gebruiken al honderden jaren zeeschildpadden voor hun traditionele rituele feesten. Daarnaast wordt er flink verdiend aan de juwelen, zonnebrillen, toeristische hebbedingetjes, instrumenten en wandversieringen die gemaakt worden van hun huid en schild. Misschien zouden we dankbaar moeten zijn dat de hele zeeschildpad wordt geconsumeerd, maar nee, het gaat hier tenslotte wel om een beschermde en vooral zeer bedreigde diersoort.

​Helaas is er ook, zoals hierboven beschreven, een gretige markt te vinden voor zeeschildpaddeneieren, eieren die bitter noodzakelijk zijn voor het in stand houden van de groene zeeschildpadden. De eieren zijn, net als haaienvinnen, een delicatesse en daardoor voor menig crimineel ‘big business’. Een gelijksoortige situatie komen we ook tegen bij de haai waarvan er een bloeiende markt is voor hun vinnen. Zie mijn artikel Sharkwater - een schokkende blik achter de wereld van de haaienvinnenindustrie.

Lichaamsbouw

Het lichaam van de groene zeeschildpad is gebouwd om mee te zwemmen. Het is zeer gestroomlijnd, heeft een glad hartvormig schild en aan de voorkant twee grote flippers waarmee ze krachtige slagen maken tijdens het zwemmen. Ze kunnen snelheden halen van  1,5 tot en met 34 kilometer per uur. Verder hebben ze twee korte flippers van achteren waarmee ze tijdens het zwemmen sturen en een klein hoofd. De achterste flippers worden overigens ook gebruikt om op het strand kuilen te graven om hun eieren in leggen. Na de leg worden de eieren weer toegedekt met zand om ze te beschermen tegen aaseters. De eierschaal is zacht en door heet zand worden ze vochtig gehouden en blijven ze op temperatuur.

​De schelp van de groene zeeschildpad heeft een groen - bruine kleur, maar zwart en grijze kleuren zijn ook niet ongewoon. Na de geboorte is het schild van het jong nog vrij ruw, maar naarmate het ouder worden, trekt dit vanzelf glad. Ook de vorm verandert bij het ouder worden, het wordt dan langer.

​De  groene zeeschildpad heeft een geschubde huid dat onder water een bijzonder fraai kleur krijgt.  Zijn naam krijgt hij vanwege de groene vetlaag dat zich onder het schild bevindt. Dit ontstaat door zeegras, alg en zeewier dat de groene zeeschildpad zo graag eet. Trouwens, ze kunnen hun hoofden en flippers niet in hun schild trekken, iets dat je wel ziet bij andere schildpad soorten.

 

Olga-ga-on-Unsplash-2

© Olga ga / Unsplash

 

Ze kunnen 100 jaar worden en zijn pas geslachtsrijp als ze ongeveer 50 jaar oud zijn. Een groene zeeschildpad kan tussen de 1 en 1,50 meter lang worden en 300 kilo wegen, al zijn de grotere exemplaren zeer zeldzaam.  Dit is een behoorlijke zwaar gewicht als je bedenkt dat een stierhaai met een gemiddelde lengte van 3,5 meter ongeveer hetzelfde weegt.

​De groene zeeschildpad brengt gemiddeld 99% van zijn tijd door in zee. In Australië, Hawaï en de Galapolos eilanden vind je de enige groene zeeschildpadden die graag in de zon liggen. Omdat ze koudbloedig zijn, zijn ze heel goed in staat om hun zuurstof inname zo te regelen dat ze voor langere periodes onder water kunnen blijven. Ze kunnen dan zelfs tot wel vijf uur lang zwemmen, maar ze moeten dan wel weer naar boven komen om verse lucht te happen. Verder, hoe kouder het water, hoe langer ze zonder verse zuurstof kunnen. Om hun adem te regelen vertragen ze hun hartslag. Er kan dan tot wel 9 minuten tussen de hartslagen zitten.

Leefomgeving en voortplanting

De groene zeeschildpad leeft in de Atlantische, Indische en Grote oceaan. Ze brengen hun tijd het meeste door in ondiep water, 100 meter diepte, maar kunnen ook duizenden kilometers afleggen waarbij ze zelfs tot 500 meter diep zwemmen. De grote afstanden leggen ze af wanneer ze terugkeren naar het strand van hun geboorte waar ze zelf weer hun eigen eieren leggen. Als ze dit hebben gedaan gaan ze weer het water in en keren pas weer terug als ze weer eieren moeten leggen.

 

Groenezeeschildpad

 

​Het paren gebeurt meestal op het strand, laat in de lente en aan het begin van de zomer. Een paar weken daarna keert het vrouwtje weer terug naar het strand om haar eieren te leggen. Ze zal 75-100 eieren leggen. Interessant om te weten is dat de temperatuur van het eitje uiteindelijk bepaalt welke geslacht het babyschildpadje uiteindelijk krijgt. De mannetjes paren elke jaar, de vrouwtjes eens in de 3 à vier jaar. Direct nadat de baby schildpadden uit het zand kruipen moeten ze zorgen dat ze zo snel mogelijk hun weg naar de zee vinden, want er staan veel aaseters klaar om een heerlijk malse zeeschildpad op te eten.

Voeding

Groene zeeschildpadden zijn vegetarische eters. Ze eten graag alg, zeewier en zeegras. Dit vinden ze op plekken waar veel koraalriffen te vinden zijn zoals Hawaï, Australië, Indonesië en Galapalos eilanden . Met het eten van zeeplanten vervullen ze meteen ook een belangrijke taak, want ze voorkomen hiermee dat de koraalriffen verstikt raken door teveel groen. De baby zeeschildpadden eten overigens wel kleine schelpdiertjes zoals krabben, kreeftjes en ze lusten ook graag kwallen.

 

Uitsterving haaien - bedreigd

 

 

Adopteer een groene zeeschildpad

Weet je dat het mogelijk is om groene zeeschildpadden te adopteren? Helaas zijn er nog weinig Nederlandse organisaties die het adopteren van zeeschildpadden mogelijk maken. Hieronder vind je een aantal buitenlandse en gelukkig ook nog twee Nederlandse organisaties waar dit wel kan. Klik op de link om doorverwezen te worden naar hun website.

 

Leuke reis boeken naar het zonnige zuiden?

 

 

Dolfijn

Velen van ons zijn in de jaren '60 opgegroeid met een spannende serie over een dolfijn genaamd Flipper. In 1996 kreeg men een beetje heimwee naar onze grote vriend. Er werd toen ook een film uitgebracht met in de hoofdrollen de Australische acteur Paul Hogan en de nog jonge Amerikaanse acteur Elijah Wood. Wie dolfijnen in het echt wil zien moet vaak naar themaparken zoals Seaworld of onze eigen Dolfinarium. Soms kun je echt geluk hebben en kom je ze zelfs tegen in hun eigen habitat. 

Nu is er veel te zeggen over het in gevangenschap houden en daarmee ook het exploiteren van dolfijnen, zeker als er geld mee is gemoeid, maar als wij, het publiek, iets van de series en de veel later uitgebrachte film hebben geleerd, dan is het wel hoe ongelofelijk slim een dolfijn is.

 

Dolfijnen

 

Familie

De dolfijn, Delphinidea, is, geloof het of niet, familie van de walvis. Om precies te zijn, ze zijn nauwe verwanten van de orka, de potvis en de bruinvis, allen tandwalvissen. Het spreekt voor zich dat een tandwalvis anders is dan een baleinwalvis, want een tandwalvis heeft, hoe kan het ook anders, tanden en een baleinwalvis gebruikt juist zijn baleinen als filters om kleine diertjes zoals plankton mee te filteren uit het water. Een voorbeeld van een walvis met baleinen is de blauwe vinvis. De tuimelaar heeft tussen de 74 en 104 tanden, maar ze gebruiken hun tanden nooit om op mensen te jagen. Wel op vis, inktvis, krabben, kreeften, garnalen, zeepokken en krill.

Er bestaan maar liefst 43 verschillende soorten dolfijnen en je vindt ze overal, in alle oceanen de wereld over en ook in rivieren kom je ze zelfs tegen. De grootste dolfijn is de orka en de kleinste de Havisidedolfijn. De Havisidedolfijn wordt niet groot, hooguit 1,2 meter terwijl zijn indrukwekkende neef de orka, bijna 10 meter lang kan worden. Maar, wat zijn dan de verschillende soorten dolfijnen? Kijk hieronder maar naar de illustratie van de dolfijn. Zoals je kunt zien, zien ze er allemaal anders uit. Dat komt omdat de dolfijn tot de Catecean familie behoort. In deze familie vind je, zoals je hierboven al hebt kunnen lezen, de walvis, de dolfijn en ook de bruinvis. De familie van de Catecean wordt verder onderverdeeld in sub-families.

Wat nu volgt is best even pittig, maar we gaan ons best doen om het zo goed en eenvoudig mogelijk uit te leggen.

De Catacean kent twee sub-familiesoorten, de familie van de getand- en van de baleinzoogdieren. Binnen de groep van de getande walvissen heb je weer twee groepen, de Odontoceti en de Mysticeti families. 

ODONTOCETI (Tandwalvissen - zwemmen voornamelijk in dieper wateren)  

Ziphidea familie

• Berardiusspitssnuitdolfijn
• Hubbspitssnuitdolfijn
• Layardspitssnuitdolfijn
• Spittsnuitdolfijn van Gervais
• Zuidelijke butskop
• Spitssnuitdolfijn van de Blainville
• Longmanspitssnuitdolfijn
• Gewone spitssnuitdolfijn
• Japanse spitssnuitdolfijn
• Spitssnuitdolfijn van True
• Hectorspitssnuitdolfijn
• Spitssnuitdolfijn van Gray
• Dolfijn van Cuvier
• Zwarte dolfijn
• Stejneger spitssnuitdolfijn
• Shepherddolfijn
• Noordelijke butskop

Physeteridae familie

• Potvis
• Pygmy Potvis
• Dwerg Potvis

Monodontidae familie (zwemmen in grote groepen)

• Witte walvis of Beloega
• Narwal walvis

PLATANISTIDAE (rivier dolfijnen)

Stenidae familie

• Snaveldolfijn
• Slanke dolfijn
• Atlantiische vlekdolfijn
• Gestreepte dolfijn
• Langsnuit spinner dolfijn
• Clymenedolfijn
• Tucuxi of Amazone dolfijn
• Guianadolfijn
• Chinese vlagdolfijn
• Irrawaddy rivierdolfijn
• Sousa dolfijn

 

Dolfijn

De gewone dolfijn \ Kaapse dolfijn 

 

Zeedolfijnen

Delpinidae familie (bekende dolfijnsoorten)

• Gewone dolfijn
• Grijze of Risso dolfijn
• Tuimelaar
• Witgestreepte dolfijn
• Witsnuit dolfijn
• Donker Gestreepte dolfijn
• Commerson dolfijn
• Zandloper dolfijn
• Dolfijn van Peale
• Sarawakdolfijn
• Dwerggriend
• Havisidedolfijn
• Witbuikdolfijn
Orka
• Valse orka
• Irrawaddy dolfijn
• Indische griend
Griend
• Gramper
• Noordelijke Gladde dolfijn

Phocoenidae familie

Bruinvis
• Brilbruinvis
• Bruinvis van Burmeister
• Indische bruinvis
• Dall's bruinvis
• Noordse bruinvis
• Indische bruinvis
• Californische bruinvis

Naast de tandwalvissen heb je ook de baleinwalvissen. Deze sub-familie wordt, net als de tandwalvis, ook onderverdeeld in weer andere sub-families.

Mysticeti familie

Balaenopteridae (snelle zwemmers)

Dwergvinvis
• Gewone vinvis
Blauwe vinvis
• Brydevinvis
• Noordse vinvis
Bultrug

Balaenidae

Groenlandse walvis
• Noordkaper
• Zuidkaper
• Dwergwalvis

Eschrichtidae

• Grijze walvis

Zoals je hierboven hebt kunnen zien heeft de dolfijn erg veel familieleden!

Intellect

We hebben vastgesteld dat qua intelligentie de dolfijn het bepaald niet slecht doet. Uit onderzoek blijkt zelfs dat de dolfijn de meest intelligente vis van de zee is. Vergelijk hun IQ  maar met die van Albert Einstein, dan kom je al een heel eind. Vanwege hun grote intellect en hoge leergehalte zijn ze een zeer geliefde attractie in Aquaria de wereld over. Die gevangenschap is de tegenstanders van gevangen gehouden dolfijnen een doorn in het oog. Vaak zijn hun argumenten niet geheel onterecht.

 

Beloega \ Witte walvis

Beloega \ Witte walvis

 

De hersens van een dolfijn zijn groot, zelfs groter dan dat van de mens. In verhouding, de hersens van een tuimelaar wegen gemiddeld 4 kilo terwijl dat van een mens tussen de 1,3 en 1,7 kilo weegt.  Verder zijn ze heel goed in staat om te communiceren en kunnen ze ook via het communiceren hun gevoelens en emoties duidelijk over brengen.

 

{music}images/Audio{/music}

 

Veel geleerden weigeren om officieel te bevestigen dat dolfijnen hoog intelligent zijn omdat dit eenvoudigweg nog nooit officieel is bewezen, maar de feiten liegen er niet om. Nu is het zonder meer een feit dat dolfijnen in gevangenschap heel anders reageren dan dolfijnen in het wild, echter, het feit dat ze door de Marine worden getraind om ingezet te worden om drenkelingen en mijnen op te zoeken zegt wat over hun intellectuele ontwikkeling.

Een dolfijn slaapt nooit. Echt niet. Dit komt omdat de ene helft van hun hersens altijd wakker blijft om te voorkomen dat ze verdrinken. Voor ons is het bijna niet voor te stellen, maar voor de dolfijn is het de normaalste zaak van de wereld, dolfijnen zijn namelijk zoogdieren en kunnen, net als wij, niet zonder zuurstof leven. Tijdens het zwemmen moeten ze regelmatig naar de oppervlakte zwemmen om lucht te happen via het blaasgat bovenop hun hoofd. Toch kunnen ze tot wel 17 minuten onder water doorbrengen. Direct na de bevalling moet de moeder overigens wel haar jong zo snel mogelijk naar de oppervlakte brengen zodat het adem kan halen.

Voeding

Dolfijnen eten vis, schelpdieren, inktvis en garnalen. Omdat de dolfijn doorlopend in beweging is verbrand het veel energie. Om dit te compenseren eten ze tot wel 8 kilo voedsel per dag. Vocht halen ze binnen via het vis dat ze eten. Ze kunnen trouwens 40 jaar oud worden, maar meestal worden ze niet ouder dan 25.

Communicatie

We hebben nu vastgesteld dat dolfijnen prima kunnen communiceren, maar hoe doen ze dat precies met elkaar? Laten we weer de tuimelaar als voorbeeld nemen. Geluidssnelheid door water is sneller dan door lucht, wel 5-7 keer sneller zelfs. Een tuimelaar maakt gebruik van een hoge fluittoon om te communiceren met de andere dolfijnen binnen de groep. De kracht van de fluittoon geeft zijn geestelijke gesteldheid weer. Met andere woorden, hoe luider de fluittoon, hoe onrustiger de tuimelaar dan is.

 

Dolfijn sonar

Echolocatie bij een dolfijn © Malene Thyssen, http://commons.wikimedia.org/wiki/User:Malene

 

Een mooie voorbeeld: als een moeder tuimelaar van haar jong gescheiden raakt zal ze snelle harde fluittonen produceren om het terug te vinden. Geleerden denken dat elk tuimelaar een eigen unieke fluittoon heeft. Zie het maar als een soort naam. Zij gebruiken die fluittoon bijvoorbeeld ook om de andere dolfijnen binnen de groep te laten weten waar ze zijn. De fluittoon heeft ook een andere doel, ze gebruiken het om andere dolfijnen om hulp te vragen bij het jagen op grote scholen met vissen. Immers, hoe meer dolfijnen meehelpen tijdens de jacht, hoe meer vis er is voor iedereen. Verder communiceert de tuimelaar ook met zijn lichaam.

Zwangerschap

We blijven nog even bij de tuimelaar. Omdat dolfijnen al decennia lang in gevangenschap worden gehouden hebben geleerden van heel dichtbij kunnen observeren hoe de zwangerschap en bevalling verloopt bij deze type dolfijn. De vrouwtjes zijn op 6-10 jarige leeftijd geslachtsrijp en de mannen op 11 jarige leeftijd.

Zwangerschappen duren gemiddeld 12 maanden. Tijdens de zwangerschap is er weinig ruimte in de baarmoeder voor de foetus om te bewegen. Om dit te compenseren zijn de vinnen van de foetus van kraakbeen gemaakt waardoor ze gemakkelijk omgevouwen kunnen worden om meer ruimte te creëren. Hierdoor heeft het jong strepen rondom zijn buik als het net geboren is, want het ligt heel lang opgevouwen in de baarmoeder.

 

Grienden

Grienden

 

De moeder krijgt doorgaans een bolle middel en niet de duidelijke kenmerkende zwangere buik die we allemaal kennen. Baby dolfijnen komen levend ter wereld en moeten zo snel mogelijk naar de oppervlakte zwemmen om verstikking te voorkomen. Na de bevalling drinkt het jong melk bij de moeder.  Hieronder kun je de bevalling van een dolfijn van dichtbij zien.

Natuurlijke vijanden

Dolfijnen hoeven niet echt bang te zijn voor natuurlijke vijanden. Het enige zeedier waar ze voor op moeten passen is de haai en dan moet de haai wel erg groot zijn om enigszins kans te maken om een dolfijn te pakken. Heel soms vallen ze ten prooi aan orka's, maar dit gebeurt echt maar zelden. Dolfijnen hebben de gewoonte om hun eigen zieke en zwakke soortgenoten met veel agressie te beschermen. Dit kan erg afschrikken en de jager zal doorgaans eerder het hazenpad kiezen dan zich bloot te stellen aan de agressie van een groep dolfijnen.

Van de mens heeft de dolfijn weinig te vrezen wat zijn vinnen, huid, vlees en olie betreft, Maar... helaas blinkt de mens nog altijd uit in het verstoren van de biologische balans van de zee. Waar moet de dolfijn dan wel bang voor zijn?

Let op! 

• afval in zee
• bacteriologische ziektes
• netten
• boten
• boot schroeven
• desoriëntatie wegens sonar onderzoek
• dynamiet dat gebruikt wordt voor de illegale visserij

Hoe zit het dan met sonar onderzoek en wat heeft dat te maken met de dolfijn?
Sonarapparatuur wordt gebruikt tijdens allerlei onderzoeken. Het zendt een laagfrequentie toon uit, 200 decibel, dat weliswaar heel hard is, maar niet door de mens wordt waargenomen. Dolfijnen en walvissen kunnen ze echter wel horen en omdat geluid zich veel sneller verplaats door water heen en de dolfijn gevoelig is voor het geluid dat de sonar maakt, doet het er alles aan om aan dat geluid te ontsnappen. Het geluid doet ongelofelijk veel pijn en kan zelfs bloedingen veroorzaken. De enige plek waar dolfijnen aan het geluid kunnen ontsnappen is in ondiep water omdat het dan iets minder hard is. Gevolg - strandingen met de dood tot gevolg.

Voor meer informatie over de beschermstatus van de diverse dolfijnsoorten kan je op de afbeelding hieronder klikken. Je wordt meteen doorverwezen naar de website van de International Union for Conservation of Nature

 

Dolfijnen illustratie

 

Steun SOS Dolfijn en doneer vandaag nog!

DONEER NU!

 

 

Leuke reis boeken naar het zonnige zuiden?

Doopvontschelp

De doopvontschelp, Tridacna gigas, is een zeer grote schelp. Je treft de schelp alleen aan in tropische gebieden en het is een tweekleppig weekdier uit de familie van de Cardiidae, oftewel de Hartschelpen. Binnen de familie van de Cardiidae vind je verschillende soorten schelpen, allen met dezelfde uiterlijke kenmerken; een hartvormig bol lichaam met groeven. De inheemse bevolking van Cookeilanden noemen ze een pā’ua in Cookeilandmauri,  een taal die nauw verwant is aan het Taihitaans en het Nieuw-Zeelands Maori. De schelp van de doopvontschelp werd vroeger in kerken gebruikt als doopvont.

 

noaa-PYqKR3ula2M-unsplash© NOAA 

Bouw

Doopvontschelpen zijn de grootste weekdieren ter wereld. Ze kunnen 1,2 meter in lengte worden en 227 kilo wegen. De grootste doopvontschelp die tot nu toe werd gevonden was 1,37 meter lang en woog 250 kilo en werd gevonden aan de noordwest kust van Sumatra in 1817. Ze hebben een dikke, harde schelp die uit twee delen bestaat en die bij elkaar wordt gehouden door een addoctorspier. Elk schelphelft heeft 4 tot 5 driehoekige naar binnen gekeerde uitsteeksels die niet helemaal kunnen sluiten. De buitenkant van de schelp is bruin tot wit kleurig, maar dit is bijna niet zichtbaar door de hoeveelheid koraal, alg en andere organismen die zich vast hebben gehecht aan de schelp.

​De vlezige, dikke mantel van de doopvontschelp is zichtbaar tussen de schelphelften. Dit kan prachtige kleuren vertonen; blauw, groen, bruin, geel, rood, oranje en roze. De kleuren zijn het directe resultaat van het alg dat zich aan in de weefsels van de doopvontschelp bevinden. De vele gekleurde of lichte plekken op de mantel van de doopvontschelp heten 'ramen'. Deze laten zonlicht door wat noodzakelijk is voor de algen.

 

Doopvontschelp

 

De mantel van de doopvontschelp zit in zijn geheel vastgehecht aan de schelp en heeft twee gaten in het midden. De kieuwen van de doopvontschelp zijn zichtbaar in het ene gat waar het water en voedsel van de schelp naar binnen wordt gezogen, terwijl het andere gat, of eigenlijk een sifon, gebruikt wordt om water met veel kracht naar buiten te persen tijdens het kuitschieten en wanneer de schelp zeer plotseling wordt dichtgeklapt. De sifon wordt tevens gebruikt om water naar binnen te zuigen dat door de kieuwen wordt gefilterd om plankton te vangen. Doopvontschelpen kunnen tussen de 20-100 jaar oud worden.

Leefgebied

Doopvontschelpen tref je aan in tropische wateren waar voldoende zonlicht is. Ze leven in ondiepe, warme en heldere water waar ze vastgeplakt zitten aan het koraal. Je vindt ze voornamelijk in de koraaldriehoek. Dit is de geografische benaming voor de tropische landen, de Filipijnen, Indonesië, Maleisië,  Papoea Nieuw Guinee en de Salomonseilanden, die zich binnen een bepaald gebied bevinden.

Voortplanting

Doopvontschelpen hebben zowel mannelijke als vrouwelijk geslachtsorganen en zijn dus hermafrodiet. Dit betekent dus in feite dat ze zowel eieren als sperma produceren. Toch bevruchten ze zichzelf niet, ze stootten of de eieren of het sperma eruit, (dit heet kuitschieten). De eieren, zo'n 500 miljoen per keer (!), worden, na een aantal contracties van de doopvontschelp, in het water bevrucht door het sperma dat middels meer contracties naar buiten worden geperst door de doopvontschelp.

​Eenmaal bevrucht ontwikkelt de eicel zich razendsnel totdat er na 12 uur een kleine larve van ongeveer 0,2 mm ontstaat. Overigens, een interessant feit; de mannelijke geslachtsorganen ontwikkelen zich eerder dan de vrouwelijke. Kuitschieten en bevruchting gebeurt het gehele jaar door in water dat dicht bij de evenaar bevindt en is meer seizoensgebonden afhankelijk van de afstand tot de evenaar.

​Na ongeveer 8- 29 dagen, en als de omstandigheden gunstig zijn, zal de baby doopvontschelp een gunstige plek zoeken tussen het koraal, zich eraan vasthechten om zich vervolgens verder te kunnen ontwikkelen. Het is dan inmiddels gemiddeld 0,5 mm in lengte. Eenmaal vastgehecht aan het koraal zal de doopvontschelp zich niet meer kunnen bewegen.

 

Doopvontschelp

 

Natuurlijke vijanden

Ook al heeft een doopvontschelp enorme afmetingen, ze hebben wel degelijk natuurlijke vijanden. Vissen, slakken en zeeslangen eten graag stukjes van de doopvontschelp. Aan de andere kant, erwtenkrabbetjes, Pinnotheres pisum, kunnen altijd een veilig onderkomen vinden bij de doopvontschelp, al is dit niet zozeer in het voordeel van de doopvontschelp.

Relatie tot de mens

Door de grootschalige jacht op doopvontschelpen over de afgelopen honderden jaren is hun aantal flink achteruit gegaan. In sommige gebieden zijn ze zelfs helemaal verdwenen.

 

Uitsterving haaien - kwetsbaar

 

 

Blauwgeringde octopus

De blauwgeringde octopus, Hapalochlaena maculosa, is zonder twijfel een schitterend wezen. Met zijn unieke kleurschakeringen mag hij zich de mooiste octopussoort noemen. Maar vergis je niet: achter die schoonheid schuilt een dodelijk geheim.

Een steek van de blauwgeringde octopus is extreem gevaarlijk. Zonder snelle medische hulp is de kans op overlijden groot. Maar paniek is niet nodig. Deze octopussen zijn niet agressief en zullen je niet zomaar aanvallen.

In deze tekst bespreken we:

  •     De verbazingwekkende schoonheid van de blauwgeringde octopus.
  •     Het dodelijke gif dat hij bij zich draagt.
  •     Hoe je een steek kunt herkennen en wat je moet doen om te overleven.
  •     Waarom deze octopussen niet agressief zijn.

Lees verder en ontdek alles over deze fascinerende, maar dodelijke schepsel.

 

Blauwgeringde octopus © Angell Williams | Flickr

Blauwgeringde oktopus © Angell Williams | Flickr

In Australië is de blauwgeringde octopus alom bekend. Vanaf jongs af aan leren kinderen wat ze nooit moeten doen als ze naar het strand gaan. Onzorgvuldig omgaan met lege blikken is bijvoorbeeld uit den boze. Voor je het weet zit er een blauwgeringde octopus in verscholen. Ook schelpen zijn een geliefde schuilplaats voor deze dieren.

De regel is simpel: Luister naar de waarschuwingen en volg ze altijd op. Dit is extra belangrijk voor toeristen, die niet altijd weten waar en wanneer gevaar dreigt. Het negeren van waarschuwingen kan fatale gevolgen hebben. Meerdere toeristen zijn tijdens hun vakantie in Australië overleden doordat ze de waarschuwingen van de autoriteiten negeerden.

Waarom is de blauwgeringde octopus zo gevaarlijk?

  •     Het gif van de blauwgeringde octopus is extreem krachtig. Zelfs een kleine hoeveelheid kan dodelijk zijn.
  •     Er is geen tegengif. De enige behandeling is symptoombestrijding.
  •     De symptomen van een steek kunnen verwarrend zijn. Sommige mensen ervaren geen pijn, terwijl anderen last krijgen van spierzwakte, verlamming en ademhalingsproblemen.
  •     De octopus is klein en goed gecamoufleerd. Het is moeilijk om hem te zien, waardoor het risico op een steek vergroot wordt.

Hoe kun je een steek van een blauwgeringde octopus herkennen?

  •     Pijn op de plaats van de steek.
  •     Spierzwakte.
  •     Verlamming.
  •     Moeilijkheden met ademhalen.
  •     Duizeligheid.
  •     Verwardheid.

Wat moet je doen als je gestoken wordt door een blauwgeringde octopus?

  •     Bel onmiddellijk de hulpdiensten.
  •     Leg een drukverband op de plaats van de steek.
  •     Immobiliseer het gebeten lichaamsdeel.
  •     Ademhaling en hartslag bewaken.
  •     Kalm blijven.

Hoe kun je een steek voorkomen?

  •     Wees voorzichtig met het oprapen van schelpen en stenen.
  •     Draag handschoenen bij het schoonmaken van rotsen of koraalriffen.
  •     Let op waarschuwingsborden.
  •     Zwem niet in gebieden waar veel blauwgeringde octopussen voorkomen.

De blauwgeringde octopus is een fascinerend wezen, maar ook een gevaarlijk dier. Door de waarschuwingen te volgen en voorzichtig te zijn, kun je een steek voorkomen.

​Bouw

Er zijn tien soorten blauwgeringde octopussen bekend, waarvan de kleiner blauwgeringde octopus, Hapalochlaena maculos, en de groter blauwgeringde octopus, Hapalochlaena lunulata, de bekendste zijn.

Kenmerken:

  •     Blauw-zwarte ringen: Alle soorten hebben de kenmerkende ronde cirkels op hun lichaam. Ondanks zijn naam heeft de kleiner blauwgeringde octopus de grootste ringen. De groter blauwgeringde octopus heeft kleinere ringen, maar is giftiger.
  •     Kleurverandering: De octopussen veranderen van kleur wanneer ze zich bedreigd voelen. Ze worden donkerder en drukken zichzelf plat om op te gaan in hun omgeving.
  •     Blauw oplichten: Vlak voordat ze aanvallen, worden de blauw-zwarte ringen zeer geprononceerd. Ze gaan oplichten en maken een pulserende beweging.
  •     Kleine wezens: Blauwgeringde octopussen zijn ongeveer zo groot als een golfbal. Hun lichaam is meestal niet groter dan 5 centimeter en hun armen niet langer dan 10 centimeter. Ze wegen doorgaans 28 gram.
  •     Zuignappen: De acht armen van de octopus zitten vol met zuignappen.
  •     Geen botten: De octopus heeft geen botten en kan zich hierdoor makkelijk overal tussen wurmen.
  •     Kleurverandering door emotie: De kleur van de octopus verandert ook met zijn gemoedsgesteldheid.

Gevaar:

  •     Extreem giftig: Het gif van de blauwgeringde octopus is extreem krachtig. Zelfs een kleine hoeveelheid kan dodelijk zijn.
  •     Geen tegengif: Er is geen tegengif voor het gif. De enige behandeling is symptoombestrijding.
  •     Moeilijk te herkennen: De octopus is klein en goed gecamoufleerd.

 

Blauwgeringde octopus © Rickard Zerpe | Flickr

© Rickard Zerpe | Flickr

Gif

De blauwgeringde octopus is een klein maar ongelooflijk gevaarlijk wezen. Hij leeft in ondiepe waterpoelen, rifgebieden en kustgebieden, en verstopt zich graag in schelpen, rotskloven en zelfs lege blikken. Dit kan gevaarlijke situaties opleveren, want zijn gif is extreem giftig. Zelfs een kleine hoeveelheid gif kan dodelijk zijn.

De beet van de octopus is pijnloos, dus je merkt niet dat je gebeten bent. De eerste symptomen verschijnen binnen 5-10 minuten en omvatten knikken op de plaats van de beet, gevoelloosheid van het gebeten gebied, overmatige bloeding, moeilijkheden met ademhalen, misselijkheid, braken, wazig zien en moeite met slikken. Uiteindelijk raakt het slachtoffer verlamd en is kunstmatige beademing noodzakelijk. Zonder behandeling treedt dood op door hartstilstand of verstikking.

Leefomgeving

Het is ondertussen geen geheim meer dat de meeste gevaarlijke dieren, insecten, reptielen, amfibieën, haaien, vissen en zoogdieren ter wereld zich in Australië bevinden. Er is zelfs een grappige lied dat door Scared Weird Little Guys, een Australische cabaret duo, werd geschreven en al heel lang op Youtube staat; Come to Australia, You Might Accidently Get Killed. Nog een leuk liedje die we je niet willen onthouden is Australia's Deadliest Animals, geschreven en gezongen door Christiaan van Vuuren. Het heeft een politieke ondertoontje, maar is alsnog best grappig 'in an Australian kind of way'.

De blauwgeringde octopus is weliswaar een heel klein schepsel, maar hij geeft de voorkeur aan een grote schuilplaats. In tegenstelling tot de meeste octopussen die tussen rotsen op de zeebodem leven, verstopt de blauwgeringde octopus zich liever in ondiepe waterpoelen, rifgebieden, kustgebieden, en zelfs in schelpen, rotskloven en lege blikken. Dit maakt hem extra gevaarlijk, want je kunt hem zomaar tegenkomen zonder het te weten.

Een beet van de blauwgeringde octopus is dodelijk. Het gif dat hij bij zich draagt is extreem krachtig en er is geen tegengif. De symptomen van een vergiftiging treden snel op en omvatten ademhalingsproblemen, verlamming en dood.

Wees voorzichtig in gebieden waar blauwgeringde octopussen voorkomen. Negeer geen waarschuwingsborden, let op je omgeving en raak geen schelpen of stenen aan zonder te kijken of er een octopus in zit. Draag handschoenen bij het schoonmaken van rotsen of koraalriffen.

De blauwgeringde octopus is een fascinerend wezen, maar ook een gevaarlijke. Door voorzichtig te zijn en de waarschuwingen te volgen kun je een steek voorkomen.

 

 

Het negeren van waarschuwingsborden met informatie over gevaarlijke diersoorten heeft over de jaren heen tot meerdere fataliteiten geleid. Dit vormt een jaarlijkse terugkerende dilemma voor de autoriteiten en hulpdiensten in landen zoals Amerika, Zuid Afrika en Australië. 

 

Gevaar

 

Voeding

De blauwgeringde octopus is wellicht klein, maar hij is een formidabele jager. Zijn succes is te danken aan het giftige tetrodotoxin dat door zijn lichaam stroomt. Wanneer hij dit gif in zijn prooi injecteert, is het dier gedoemd.

De octopus jaagt op krabben, vissen en inktvissen. Hij doodt zijn prooi door te bijten. Zo sterk is zijn beet, dat hij zelfs door de harde schelp van een krab kan dringen. De prooi sterft meestal binnen enkele minuten, nadat het lichaam volledig verlamd is geraakt.

 

Blauwgeringde octopus © Steve Childs | Flickr

© Steve Childs | Flickr

Relatie tot de mens

De blauwgeringde octopus is een klein maar krachtig wezen. Hij is verantwoordelijk voor minimaal drie dodelijke confrontaties. Ondanks zijn dodelijke gif is hij niet agressief, maar schichtig en vluchtig. Aanvallen doet hij alleen uit zelfverdediging.

De beet van de octopus is echter dodelijk. De symptomen verschijnen binnen 10 minuten. Zonder hulp sterft het slachtoffer binnen 4 tot 6 uur in een lijdensweg vol angst en verlamming. Hulp bestaat uit het toedienen van rustgevende middelen.

Wees voorzichtig:

  •     Houd afstand.
  •     Raak geen octopussen aan.
  •     Volg waarschuwingsborden.

Geniet, maar altijd met respect voor de natuur.

Voortplanting

De blauwgeringde octopus is een tweeslachtig wezen. Dit betekent dat hij zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen heeft.

Wanneer de octopus volwassen is, begint de paringstijd. Het mannetje streelt het vrouwtje om te laten zien dat hij met haar wil paren. Als het vrouwtje akkoord is, klimt het mannetje op haar rug en bevrucht haar met zijn hectocotylus, een speciale arm.

Het vrouwtje legt 50-100 eitjes die ze beschermt en bewaakt totdat ze uitkomen. Dit kan ettelijke maanden duren. De moeder sterft vlak na het uitkomen van de eitjes, omdat ze tijdens de bewakingsperiode niet heeft gegeten. De mannetjes sterven kort na de bevruchting.

Blauwgeringde octopussen worden snel volwassen en hebben een levensduur van 3-5 jaar.

Beschermingstatus

De blauwgeringde octopus wordt bedreigd door verschillende factoren, waaronder:

Habitatverlies: De koraalriffen waar blauwgeringde octopussen leven, worden bedreigd door vervuiling, klimaatverandering en overbevissing. Dit zorgt ervoor dat de octopussen minder voedsel en schuilplaatsen hebben.

Natuurlijke vijanden: Blauwgeringde octopussen worden gegeten door vissen, vogels en zeezoogdieren.

Vangst: In sommige gebieden worden blauwgeringde octopussen gevangen voor de menselijke consumptie.

Klimaatverandering: De verandering van de oceaantemperatuur kan de voortplanting en overleving van blauwgeringde octopussen beïnvloeden.

Toerisme: Toeristen die onbewust op octopussen stappen of ze aanraken kunnen hen verwonden of doden.

Onderzoek: Wetenschappelijk onderzoek naar blauwgeringde octopussen kan stress veroorzaken en hun populaties in gevaar brengen.

Het is belangrijk om deze bedreigingen te begrijpen en maatregelen te nemen om de blauwgeringde octopus te beschermen. We kunnen dit doen door:

  •     Koraalriffen te beschermen: We kunnen vervuiling verminderen, CO2-uitstoot verminderen en overbevissing bestrijden om de koraalriffen te beschermen waar blauwgeringde octopussen leven.
  •     Duurzame visvangstpraktijken te promoten: We kunnen visserijen die blauwgeringde octopussen bijvangst vangen, aanmoedigen om duurzamere   praktijken te gebruiken.
  •     Mensen voor te lichten over de blauwgeringde octopus: We kunnen mensen leren over de gevaren van het aanraken van octopussen en hoe ze deze prachtige wezens kunnen helpen beschermen.

Door samen te werken kunnen we de blauwgeringde octopus voor toekomstige generaties beschermen.

 

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

 

Blauwe Marlijn

De blauwe marlijn, Makaira nigricans, is de snelste en sterkste vis in de oceaan en bepaald geen poesje om zonder handschoenen aan te pakken. Ze kunnen snelheden behalen van 90 km. per uur. Door hun krachtige lichaam en omdat ze een keihard gevecht leveren als ze aangelijnd zijn is het vangen van een blauwe marlijn voor een sportvisser hetzelfde als de jackpot winnen.

​Naast zijn ongelofelijke snelheid is dit ook nog een massieve vis om te zien en kan hij een onvoorstelbare lengte bereiken van maar liefst 4,3 meter met een gewicht van ruim 800 kilo! De marlijn is een bekende rivaal van de makreelhaai en is ettelijke malen al verantwoordelijk geweest van een fiks strijdtoneel met deze haaiensoort. Er zijn intussen heel wat makreelhaaien gevangen waarvan de littekens van deze gevechten nog zichtbaar aanwezig waren.

Bouw

De blauwe marlijn is een zeer flexibele bewegende vis, en dat moet ook wel want hij moet zich snel kunnen wenden, draaien en vooruit kunnen bewegen om te jagen. Gezegend met niet minder dan 24 ruggenwervels, de blauwe marlijn is gebouwd voor snelheid en precisie. Hij is werkelijk een parel om te zien met zijn prachtige kleuren en mooie vinnen. Het bovenlichaam van de vis heeft een blauw metallieke kleur en de onderbuik is wit of crèmekleurig, uitstekende camouflage voor een vis die zijn leven doorbrengt in de diepe zee.

​Het lichaam van de blauwe marlijn is bedekt met schubben en heeft 10-20 kobaltblauwe strepen langs het lichaam die van kleur kunnen veranderen naar gelang hun humeur. Tijdens de jacht is dit zeer duidelijk omdat de strepen dan een lichtblauwe kleur krijgen. De rugvin is groot en lang en loopt parallel aan de borstvinnen en heeft 39-43 stekels, terwijl de tweede rugvin er 6-7 heeft en de aarsvin er 19-22 heeft.

 

Blauwe Marlijn © NOAA

Massieve blauwe marlijn van  3,65 meter en 565 kilo | @ NOAA Fisheries             

Dit zijn weliswaar koudbloedige dieren, maar de natuur heeft hen wel een heel bijzondere gave gegeven. Ze hebben een adersysteem dat ervoor zorgt dat hun hersenen en ogen warm blijven. Hierdoor kunnen ze heel snel denken en zeer scherp zien wat ze een behoorlijke voordeel oplevert tijdens de jacht.

​Hieronder lees je een gedeelte uit het boek 'The Old Man and the Sea' van Ernest Hemingway waarin hij het gevecht beschrijft tussen de oude visserman Santiago en een blauw marlijn. De marlijn zou uiteindelijk door een makreelhaai worden opgegeten.

´He remembered the time he had hooked one of a pair of marlin. The male fish always let the female fish feed first and the hooked fish, the female, made a wild, panic-stricken, despairing fight that soon exhausted her, and all the time the male had stayed with her, crossing the line and circling with her on the surface. He had stayed so close that the old man was afraid he would cut the line with his tail which was sharp as a scythe and almost of that size and shape. When the old man had gaffed her and clubbed her, holding the rapier bill with its sandpaper edge and clubbing her across the top of her head until her colour turned to a colour almost like the backing of mirrors, and then, with the boy’s aid, hoisted her aboard, the male fish had stayed by the side of the boat. Then, while the old man was clearing the lines and preparing the harpoon, the male fish jumped high into the air beside the boat to see where the female was and then went down deep, his lavender wings, that were his pectoral fins, spread wide and all his wide lavender stripes showing. He was beautiful, the old man remembered, and he had stayed.´ 

Vrije vertaling:

´Hij herinnerde zich de keer toen hij een van een tweetal marlijnen aan de haak had geslagen. De mannelijke vis liet zijn vrouwtje altijd eerst eten en deze gehaakte vis, het vrouwtje dus, maakte een wilde, door paniek bevangen worsteling die haar gauw vermoeide, en ondertussen bleef het mannetje bij haar, over de lijn heen zwemmend en rondjes draaiend aan de oppervlakte. Hij was zo dichtbij gebleven dat de oude man bang was dat hij het touwtje met zijn staart, dat zo scherp als een zeis was en bijna net zo groot in omvang en scherpte, doormidden zou zagen. Toen de oude man een haak door haar dreef en haar sloeg met een stok, haar als schuurpapier aanvoelend scherpe speer vasthoudend met zijn hand terwijl hij haar bleef slaan op haar hoofd totdat haar kleur veranderde in een kleur dat veel weg had van de achterkant van een spiegel, en dan, met behulp van de jongen, haar in de boot hees, was de mannelijke vis al die tijd aan de kant van de boot gebleven. Toen, terwijl de oude man de lijnen aan het schoonmaken was en de harpoen in gereedheid bracht, de mannelijke vis sprong naast de boot hoog in de lucht om te kunnen zien waar zijn vrouwtje was gebleven en verdween toen in het diepe, zijn lavendelkleurige vleugels, dat waren zijn buikvinnen, wijd gespreid en al zijn lavendelkleurig strepen zichtbaar. Hij was wonderschoon, wist de oude man nog, en hij was gebleven.´

 

Auteur Hemingway met blauwe marlijnen in de achtergrond

Ernest Hemingway, 20 juli 1935 | Wikimedia

Verder heeft de blauwe marlijn 2 borstvinnen die beiden een lengte van 20 cm. hebben.  Alle vinnen kunnen plat langs het lichaam worden gevouwen om zodoende meer snelheid te creëren. Een lange ronde en zeer gevaarlijke speer zit aan het verlengde van hun bovenkaak vast. Deze speer onderscheidt hen van de zwaardvis waarvan het zwaard lang en plat is.

Vrouwtjes marlijnen kunnen vier keer zo groot worden als de mannetjes en een lengte bereiken van 5 meter. Hun speer is net zo indrukwekkend als hun proporties en beslaat maar liefst 20% van hun eigen lichaamslengte. De lange speer wordt naast het jagen ook gebruikt ter zelfverdediging.

Leefgebied

De blauwe marlijn heet in het Engels the Atlantic Blue Marlin en dit is niet voor niets. Zoals je kunt zien aan de illustratie hieronder beslaat hun leefgebied voornamelijk de Atlantische oceaan. Die leefgebied grenst tevens aan de Indische- en Grote oceanen.

Ook al leven ze in de Atlantische oceaan, ze slijten hun dagen liever aan de oppervlakte van het water waar hun prooi ook te vinden is. Dit zijn geen gezelschap vissen, ze leven voornamelijk op zich zelf en komen alleen bij elkaar tijdens het kuitschieten. Ze houden niet van koud water en reizen honderden tot duizenden kilometers mee met de warme stroming op zoek naar warmer water tijdens de wintermaanden. Geprefereerde watertemperaturen variëren tussen 20-30 graden.

Voedsel

Bij het zoeken naar voedsel komt de lange speer van de blauwe marlijn pas goed tot zijn recht. De vis zwemt voornamelijk aan de oppervlakte van het water omdat daar vaak grote scholen met vissen te vinden zijn. Hun lievelingsmaaltijd bestaat uit tonijn, sardines, makreel, ansjovis, schaaldieren, pijlinktvis en octopus.

 

Blauwe Marlijn

© Adobe Stock

​De blauwe marlijn jaagt voornamelijk op grote scholen vissen. Hij zal ze allereerst belagen totdat ze een strakke ronde formatie vormen, een soort harde ronde bal, om zodoende het jagen te vergemakkelijken. Tijdens de jacht zal hij zijn kop heen en weer schudden, hiermee gebruikmakend van zijn speer, om de vissen te verdoven alvorens met topsnelheid door de massa heen te zwemmen en de zwakkere exemplaren te vangen.

​Soms willen ze ook achter boten aanzwemmen omdat de beweging ervan een heleboel voedsel naar de oppervlakte trekt waardoor het jagen een stuk eenvoudiger is. Zoals al eerder is aangegeven, dit zijn geen diepzeevissen, maar af en toe zwemmen ze wel tot 100 meter de diepte in op zoek naar voedsel.

Voortplanting

De blauwe marlijn wordt op 3-4 jarige leeftijd seksueel actief. Tijdens het kuitschieten zoeken blauwe marlijnen elkaar op en worden er groepen gevormd. Voorplanting begint wanneer de vrouwtjesmarlijn miljoenen eieren tegelijkertijd in het water loslaat. De mannetjesmarlijn zal vervolgens de eieren bevruchten met zijn sperma.  Een grote hoeveelheid eieren zijn noodzakelijk om te kunnen garanderen dat er een aantal zullen worden bevrucht.

​Bevruchting vindt plaats in de late zomer en vroege herfst. De eieren zijn minuscuul, maar 1 mm. in lengte. Na de bevruchting zweven ze onbeschermd door het water waardoor ze een makkelijke prooi zijn voor aaseters. Weinigen zullen daarom ook de volwassen leeftijd halen. Hun transformatie van minuscule baby-visjes tot enorme vissen is zeer indrukwekkend en hun eetpatroon is daar uiteraard ook op aangepast. Jonge blauwe marlijnen eten vooral in het begin alleen maar plankton en zullen grotere vissoorten gaan eten naarmate ze groter worden.

​Relatie tot de mens

De blauwe marlijn is een zeer geliefde vissoort om op te jagen. Ze zijn enorm groot, snel en sterk en dat is wat een sportvisser graag wil. Ze vallen onder de noemer 'big game fishing' en het succesvol vangen van één zo'n vis is een droom voor menig hengelsporter. Ze zijn zelfs bereid om duizenden dollars te betalen om een blauwe marlijn te vangen die ze gelukkig meestal na de vangst weer vrijgelaten. Dit garandeert echter niet dat de blauwe marlijn de strijd zal overleven, want velen sterven alsnog aan de gevolgen ervan. De blauwe marlijn is helaas ook het slachtoffer van speervissers. Verder is hun vlees zeer smakelijk en een delicatesse in Japan waar hun vlees rauw wordt geserveerd als sashimi.

 

Blauwe Marlijn

© Earth theatre | Shutterstock

Natuurlijke vijanden

De blauwe marlijn heeft geen echte vijanden, al kunnen ze flink ruzie maken met makreelhaaien en belanden ze af en in toe ook in de maag van deze supersnelle haai.

 

Uitsterving haaien - kwetsbaar

 

 

Leuke reis boeken naar het zonnige zuiden?

Blauwe Mandarijnpitvis

Er zijn veel prachtige tropische vissoorten woonachtig tussen het koraal van koraalriffen, maar de blauwe mandarijnpitvis, Synchiropus splendidus, is bij uitstek een van de meest opvallendste schoonheden die er zijn. De vis is dankzij zijn sierlijke schoonheid een zeer geliefde vis bij aquariahouders en staat daarom ook bovenaan hun lijst van meest favoriete vissoorten. Gezegend met een blauw-, groen- en oranje kleur is deze vis een gegarandeerde blikvanger in elk aquarium. Dit zijn vreedzame vissen en, mits je de nodige kennis bezit, uitermate geschikt om in een zoutwater aquarium te houden daar hun overlevingskansen redelijk groot zijn.

 

Blauwe mandarijnpitvis

Bouw

De blauwe mandarijnpitvis dankt zijn naam aan de prachtige en veelkleurige koninklijke kledij van een Chinese Mandarin en behoort tot de familie van de Callionymidae, oftewel de pitvis. Er zijn in totaal 10 geslachten van de pitvis te vinden en meer dan 182 soorten. De familie van de Synchiropus telt 51 soorten die weer onderverdeeld zijn in 10 subgroepen.

​Zover men weet, is de blauwe mandarijnpitvis de enige van twee vissoorten die hun kleur te danken hebben aan pigmentkleuring en licht weerkaatsende cellen.  De andere vis heet de psychedelische mandarijnpitvis. De basiskleur van de blauwe mandarijnpitvis is neon-blauw waarbij de vis middels oranje, rode en groene patronen zijn fraaie uiterlijk aan dankt. Deze kleuren zijn cruciaal voor de blauwe mandarijnpitvis, daar ze in zijn leefgebied uitstekende schuttingskleuren zijn.

​De blauwe mandarijnpitvis heeft geen schubben en scheidt een stinkend, giftig slijm af dat zijn gehele lichaam bedekt. Dit slijm is bitter van smaak en beschermt hen tegen ziektes en roofdieren.  De vis heeft twee lange buikvinnen die hij gebruikt om over de zandbodem mee te 'wandelen'. Deze buikvinnen worden vaak verward met zijn borstvinnen die meer naar het midden van het lijfje zitten en bijna doorzichtig zijn op een randje blauw na. Bij het mannetje is de rugvin veel langer dan bij het vrouwtje, al zie je deze eigenlijk maar zelden, en is deze oranje en blauw van kleur.

​Qua verschijning lijkt de blauwe mandarijnpitvis veel op een grondel, nog een vissoort, maar daar houden de gelijkenissen wel mee op. De ogen van de blauwe mandarijnpitvis zijn over het algemeen rood met een zwarte pupil en staan iets van de kop af en de kop van de vis zelf is groen. Het mannetje is groter dan het vrouwtje en ze kunnen 6 cm lang worden. Dit zijn langzaam zwemmende, verlegen en vrij passieve vissen.Blauwe mandarijn pitvissen kunnen 33.4 cm lang worden en 607.3 gram wegen.

Leefgebied

De blauwe mandarijnpitvis leeft voornamelijk in de Grote oceaan, het leefgebied strekt zich uit van de Filipijnen tot aan Australië toe, te weten, de Filipijnen, Hong Kong, Nieuw-Guinea, Indonesië en Japan. Ze leven in water met een gemiddelde temperatuur van tussen de 24-26 graden. Je vindt ze op de zandbodem waar ze meestal verstopt zitten tussen rotskammen. Dit zijn echte koraalrifbewoners en ze prefereren daarom ook een leven in lagunes en beschutte koraalbanken.

Voedsel

De blauwe mandarijnpitvis heeft een gevarieerd dieet. Zo eet hij graag eenoogkreeftjes, borstelwormpjes, viseitjes, slakken, vlokreeftjes en mosselkreeftjes. De vissen zijn geen snelle zwemmers, maar ondanks dat eten ze de hele dag door en zoeken dan hun voedsel tussen de rotsen en op het koraal waar veel diertjes gevangen zitten. Hun leefgebied kan vele vierkante meters in beslag nemen.

 

Blauwe mandarijnpitvis

Voortplanting

Blauwe mandarijnpitvissen leven in paren of groepjes van 5 en planten zichzelf gedurende de nacht voort wanneer de mannetjes en vrouwtjes bij elkaar komen en groepjes vormen. Het mannetje en het vrouwtje zullen dan samen buik tegen buik komen tijdens het paaien en zweven dan een meter boven het rif uit. Als ze eenmaal boven zijn gekomen laten ze sperma en eieren los. Het vrouwtje verliest maar een keer per dag haar eieren en het kan soms wel een paar dagen duren voordat ze dit herhaalt.

​Door een tekort aan vrouwtjes blauwe mandarijnpitvissen is de competitie tussen de mannetjes flink waarbij de grotere en veel dominantere mannetjes een hogere slagingskans hebben om een vrouwtje te vinden. De voorplanting gebeurt elke week en dit kan langere tijd doorgaan. Een vrouwtje zal hierbij gemiddeld 200 eieren afscheiden. Het voortplanten van de blauwe mandarijnpitvis gebeurt het hele jaar door. Na 21 dagen zijn de eitjes uitgegroeid tot een volwaardige pitvis.

Natuurlijke vijanden

Voor zover bekend heeft de blauwe mandarijnpitvis geen vijanden. Dit komt vermoedelijk door het vieze stinkende slijm dat hij afscheidt. Wel zou de koraalduivel zich af en toe tegoed doen aan een heerlijke blauwe mandarijnpitvis door heel stilletjes te wachten totdat er eentje langskomt. Dit gebeurt dan meestal tijdens het paren van de blauwe mandarijnpitvissen.

Relatie tot de mens

​Per jaar worden er maar liefst 40 miljoen vissen uit hun vertrouwde omgeving gehaald en verkocht aan aquariumhouders. De blauwe mandarijnpitvis is, zoals hierboven al is gezegd, een geliefde vis bij zout water aquariahouders. Dit baart veel marine biologen en geleerden zorgen en dit is niet geheel onterecht. Om inzage te krijgen in het totale plaatje deden bioloog Yvonne Sadovy en George Richardson van de universiteit van Hong Kong samen met Marielle Rosotto van de universiteit van Padova onderzoek naar de blauwe mandarijnpitvis.

​Tijdens hun onderzoek kwamen ze tot de conclusie dat vissers en aquariahouders geinteresseerder zijn in grotere exemplaren, mannetjes dus. Er worden duizenden van deze vissen maandelijks weggehaald en doorverkocht, voornamelijk omdat aquariahouders in de misconceptie verkeren dat een blauwe mandarijnpitvis toch maar heel kort zal leven. Vaak klopt dit ook wel, terwijl de vissen in hun natuurlijke omgeving vaak wel een hoge leeftijd kunnen halen en soms zelfs wel tientallen jaren oud worden.

​Beschermstatus

​Gelukkig zijn er milieu bewuste bedrijven in opkomst die koraalvissen leveren zonder de natuur geweld aan te doen. Vooralsnog staat de blauwe mandarijnpitvis niet op de rode lijst van het International Union of Conservation of Nature. Daar mogen we dankbaar voor zijn.

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen