Zeeleguaan

Zeeleguanen, Amblyrhynchus cristatus, komen uitsluitend voor op de Galapagoseilanden in de Stille Oceaan. De Galapagoseilanden liggen hemelsbreed 1500 km vanaf het vaste land en zijn van oorsprong vulkanisch. De Galapagoseilanden bestaan uit een groep van 13 kleine eilanden waarvan de grootste Isabela is met 4588 km² en de kleinste Genovesa is dat 14 km² groot is. 
 
De zeeleguaan is de enige hagedissoort die in zee zwemt en er zijn welgeteld nog 6 andere subsoorten te vinden op de Galapagoseilanden die allen geïsoleerd van elkaar leven. Zeeleguanen zijn nu niet bepaald moeders mooiste, ze worden zelfs vergeleken met Godzilla. Charles Darwin had zelfs erg veel moeite om iets aandoenlijks aan ze te vinden, maar ondanks hun uiterlijk zijn ze wel heel bijzonder. © Graham H / Pixabay
Zeeleguaan Galapagos
 

Bouw

  • Zeeleguanen zijn koudbloedige dieren. Hierdoor, om op temperatuur te komen, zullen ze de zon op moeten zoeken voor langere periodes telkens voordat ze de zee weer in gaan. Als ze niet warm genoeg zijn voordat ze het koude water ingaan kan dat hun bewegingsvrijheid ernstig belemmeren en zijn ze een makkelijk doelwit voor predatoren. Voor de zeeleguaan is het belangrijk dat hun temperatuur nooit onder de 40 graden zakt, want dit veroorzaakt verlammingen aan de spieren. 
  • Omdat zeeleguanen veel tijd in het zoute water doorbrengen slaan ze ook veel zout op in hun lichaam tijdens het zwemmen. Dit zout moeten ze op de een of andere manier weer zien kwijt te raken. Daarvoor hebben ze een speciale klier. Sommige andere diersoorten hebben ook een zoutklier, onder anderen vogels, zeeschildpadden en haaien. Zeeleguanen hebben zwakker nieren waardoor ze niet in staat zijn om de grote hoeveelheid zout dat ze binnenkrijgen via de mond en de huid af te scheiden. De zeeleguaan raakt het overtollige zout kwijt door het uit te niezen. 
  • Het neus van de zeeleguaan is kort en stomp. Hierdoor kan de zeeleguaan makkelijk zeewier en alg van de rotsen lostrekken tijdens het foerageren onder water.  Elke tand heeft een kroon met drie knobbels, de tanden liggen zijwaarts aan de binnenkant van de kaak wat het lostrekken van de glibberige zeealg en zeewier van de rotsen vergemakkelijkt. 
  • Zeeleguanen kunnen niet ademen onder water, ze hebben geen kieuwen zoals haaien en vissen dat hebben. Ze kunnen echter voor extreem lange periodes, tot wel 60 minuten, onder water blijven. Ooit gooide een scheepsmaat van Charles Darwin een zeeleguaan overboord waaraan hij een steen had bevestigde. Toen hij deze na een uur weer naar boven haalde, leefde het arme dier nog. 
  • De huid van de zeeleguaan is zwart of donkergrijs. Het donkere pigment helpt om de hagedis te beschermen tegen de stralen van de zon. Verder is de huid niet vocht doorlatend. 
  • De voor- en achterpoten van de zeeleguaan zijn lang en klauwvormig met lange nagels. Dit geeft de zeeleguaan meer grip zowel op het vulkanische rotsgesteente als ook onder water. 
  • De staart van de zeeleguaan is lang en wordt gebruikt om mee te zwemmen. 
  • Zeeleguanen hebben een derde oog, een pariëtaal oog geheten. Klinkt vreemd, niet waar? Maar toch is dit wel degelijk het geval. Ze kunnen niet zien met het derde oog, maar ze kunnen er wel het verschil in donker en licht mee onderscheiden. Het oog dient dan ook eigenlijk alleen maar als een extra 'zintuig' om eventuele predatoren te signaleren. 

Voeding

Zeeleguanen zijn vegetarisch, hun hoofdmaaltijd bestaat uit alg en zeewier op de zeebodem. Om te foerageren moeten ze voor langere periodes hun adem in houden en dit kunnen ze behoorlijk lang doen, tot wel 60 minuten.  Hun voor- en achterpoten zijn net peddels en de vingers zijn lang en hebben ronde klauwen. Ze gebruiken hun staart om voorruit te komen in het water, de bewegingen hebben opvallend veel weg van de bewegingen van een slang. Zeeleguanen kunnen tot wel 60 meter diep duiken en blijven soms wel 45 minuten lang onder water tijdens het foerageren. 

Wanneer ze eenmaal op de bodem zijn aangekomen, moeten ze hun nagels gebruiken om zich vast te klemmen aan de rotsen. Dit is nodig om te voorkomen dat ze door de sterke stroming worden meegenomen. Tussen de periodes van foerageren door liggen ze heel lang boven op de vulkanische rotsen om zo doende hun lichaam met de warme zonnestralen weer op temperatuur te brengen. 

Wanneer de zeeleguaan weer het water ingaat verlaagt hun hartslag zich voor de helft. Dit helpt ze om hun energie langer te bewaren wat er dan er voor zorgt dat ze voor langere periodes zonder zuurstof kunnen. Nog een opmerkelijke eigenschap van de zeeleguaan is hun vermogen om in tijden van schaarste te krimpen. Dat ze dunner worden is te verwachten, maar dat ze zelfs tot wel 20% in lengte kunnen krimpen is bijzonder uniek. Wanneer er weer voldoende voedsel in aanbod is, verandert hun lichaam zich weer aan in hun normale waarden. 

 

© Andrew Turner | Flickr
© Bene Baker | Flickr
© Brian Gratwicke | Flickr
© G.S. Matthews | Flickr
© Jan Hazevoet | Flickr
© KrisNM | Flickr
© KrisNM2 | Flickr
© Richard Droker | Flickr
© Matthew Roth | Flickr
© Paul Krawczuk | Flickr
© Richard Droker | Flickr
previous arrow
next arrow
 
© Andrew Turner | Flickr
© Bene Baker | Flickr
© Brian Gratwicke | Flickr
© G.S. Matthews | Flickr
© Jan Hazevoet | Flickr
© KrisNM | Flickr
© KrisNM2 | Flickr
© Richard Droker | Flickr
© Matthew Roth | Flickr
© Paul Krawczuk | Flickr
© Richard Droker | Flickr
previous arrow
next arrow

Leefgebied

De zeeleguaan komt oorspronkelijk alleen voor op de rotsachtige vulkanische eilanden van de Galapagos, je komt hem echt nergens anders tegen, of hij moet (illegaal) meegenomen zijn voor bijvoorbeeld in de dierentuin. De zeeleguaan is verspreid over alle 14 Galapagoseilanden. Er zijn 8 verschillende soorten zeeleguanen waarvan er 7 daarvan een subsoort zijn. De grootste zeeleguanen leven op Isabela en Fernandina. Zeeleguanen leven in grote koloniën. Ze liggen dan naast elkaar en op elkaar. Een kolonie kan uit enkele zeeleguanen bestaan, maar ook van tientallen tot wel 1000 exemplaren bestaan. De beste temperatuur voor zeeleguanen varieert tussen 36° - 38° graden Celsius. Hun lichaam moet minstens 38° graden zijn voordat ze het water weer in kunnen om te voorkomen dat hun spieren door de kou verstijven. 

 

Zeeleguaan Galapagos

© Image-Nation / Pixabay

Tijdens de lange duik krijgen zeeleguanen veel zout binnen van het zeewater. Ze moeten dit zout hoe dan ook uit hun lichaamsgestel krijgen, want anders drogen ze helemaal uit. De zeeleguaan doet dit op een bijzondere manier, hij niest het zout er via de neus uit. Dit zie je heel duidelijk, want tijdens de nies komt er een flinke hoeveelheid water uit hun neus. Uiterlijke verschijnselen van dit uitniezen van zout kun je ook zien op hun hoofd. Zeeleguanen hebben een witte plek boven op hun hoofd zitten dat wat weg heeft van een helm. Dit is opgestapeld zout. De afstand tussen de eilanden in heeft ertoe bijgedragen dat de zeeleguaan per eiland uniek is in zijn eigen soort. Dit zie je onder anderen terug in de lengte en het gewicht van de reptielen.  De zeeleguaan leeft voornamelijk aan de kust en hier zul je ze ook altijd aantreffen bij de mangroves, op het strand en op de rotsen, want ze moeten toegang hebben tot de zee om te eten en verder hebben ze ook zand nodig om hun eieren in te leggen. Er zijn nog tussen de 200,000 en 300,000 zeeleguanen. 

Reproductie

Zeeleguanen planten zich voort tussen de maanden december tot en met maart. Vrouwtjes zijn dan gemiddeld 3 - 5 jaar oud en de mannetjes tussen 6 - 8 jaar. Veel mannetjes hebben van zichzelf een donkere huid, maar er zijn ook zeeleguanen te vinden met een rode en een groene huidskleur. Het is echter tijdens de paringstijd dat hun huid pas echt prachtige kleurschakeringen van rood en groen gaat vertonen als een middel om de vrouwtjes te laten weten dat ze klaar zijn voor de paringsrituelen en ook om de vrouwtjes te verleiden. 

 

Zeeleguaan Galapagos

© chogeman / Pixabay

Het paringsritueel gaat gepaard met kopstoten om hun territorium te verdedigen terwijl het vrouwtje naarstig op zoek gaat naar een geschikte plek om haar eieren te leggen. Zeeleguanen leggen gedurende de heetste maanden van het jaar hun eieren. De warmte en de vochtigheid zijn essentieel voor het uitbroeden van de eieren. Het vrouwtje graaft een gat dat gemiddeld drie meter diep is. Hierin legt ze haar 6 - 8 eieren waarna ze ze weer toedekt. De eieren komen meestal uit in april - mei. De pasgeborenen wegen 50 - 60 gram en zijn gelijk zelfstandig. Zeeleguanen worden 60 jaar. 

Natuurlijke vijanden

Zeeleguanen hebben, net als de meeste andere diersoorten, natuurlijke vijanden. De meeste zijn inheems, maar een tweetal zijn dat niet. Met het introduceren van katten en honden op de Galapagoseilanden is er ook een nieuw gevaar ontstaan voor jonge zeeleguanen omdat zij nog niet in staat zijn om zichzelf tegen dit soort predatoren te beschermen. Verder vormen uilen, haviken, krabben, slangen en ratten een gevaar voor zeeleguanen. 

Een ander gevaar, maar een dat niet gerelateerd is aan een dier, is de natuur. Regelmatig krijgen de Galapagoseilanden te maken met El Niño en dit is funest voor zeeleguanen. El Niño veroorzaakt een flinke opwarming van de oceaan, de zee kan wel tot en met 3° warmer worden wat een desastreus effect heeft op het voedsel dat zeeleguanen eten. Sterftecijfers tot 85% zijn helaas niet ongewoon. 

Relatie tot de mens

Het enige gevaar wat mensen feitelijk vormen voor de zeeleguaan is de toegenomen bevolkingsgroei op de Galapagoseilanden en het door hen ingevoerde potentieel voor zeeleguanen gevaarlijke diersoorten. De zeeleguaan wordt verder wettelijk beschermd door Ecuador en staan ze op de lijst van CITES Appendix II (bijna uitgestorven).
Uitsterving haaien - ernstig bedreigd