Wobbegong

Wobbegong-WVDH
 
 

 

 

De wobbegong, Orectolobidae, is een haai met een opvallende naam. Het woord ‘wobbegong’ komt uit de taal van de Aboriginals, de oorspronkelijke bewoners van Australië. Het betekent ‘ruige baard’ – en wie de wobbegong ziet, snapt meteen waarom. Rondom zijn mond zitten franjeachtige uitsteeksels die echt lijken op een wilde baard. Deze ‘baard’ helpt de haai om zich goed te verstoppen tijdens het jagen.

De wobbegong hoort bij de orde van de bakerhaaien, net als de walvishaai, verpleegstershaai en zebrahaai. Hij is een meester in camouflage: zijn kleuren en patronen laten hem perfect opgaan in zijn omgeving. Dat is handig voor de jacht, maar soms ook gevaarlijk. Mensen die in het water zwemmen, zien de wobbegong vaak niet liggen op de zeebodem. Daardoor kan het gebeuren dat iemand per ongeluk op hem stapt – en dan kan de haai bijten. Vooral voeten en kuiten lopen dan risico.

De wetenschappelijke naam Orectolobidae komt uit het Grieks en bestaat eigenlijk uit twee woorden: orektos betekent ‘uitgestrekt’ en lobos betekent ‘kwab’. Er zijn in totaal 12 soorten wobbegongs, en ze leven vooral op de bodem van ondiepe zeeën. Je vindt ze bij riffen, in baaien, grotten en tussen rotsen.

In het Nederlands wordt de wobbegong ook wel ‘bakerhaai’ genoemd.

 

AdobeStock383695190

Een wobbegong is gecamoufleerd onder het wateroppervlak © Jemma Craig / Adobe Stock

 

Er bestaan in totaal 12 verschillende soorten wobbegongs. Sommige daarvan hebben een Nederlandse naam, zoals de franjebakerhaai of de schoenlappersbakerhaai. Maar voor veel soorten is er geen officiële Nederlandse benaming bekend. In die gevallen worden de Engelse namen gebruikt.

Hieronder vind je een overzicht van de verschillende soorten, met hun maximale lengte (voor zover bekend):

  • De franjebakerhaai – tot 125 cm lang
  • De Gulf Wobbegong – tot 210 cm lang
  • De banded wobbegong – tot 300 cm lang
  • De Japanse bakerhaai – tot 100 cm lang
  • De Western Wobbegong – tot 150 cm lang
  • De sierlijke bakerhaai – tot 110 cm lang
  • De Indonesian Wobbegong – lengte onbekend
  • De Dwarf Spotted Wobbegong – tot 300 cm lang
  • De Network Wobbegong – lengte onbekend
  • De Northern Wobbegong – lengte onbekend
  • De Floral Banded Wobbegong – tot 80 cm lang
  • De schoenlappersbakerhaai – tot 92 cm lang

Zoals je ziet, verschillen deze haaien behoorlijk in grootte. De grootste soorten kunnen wel drie meter lang worden, terwijl de kleinste onder de één meter blijven. Alle wobbegongs delen hun typische 'baard', platte lichaam en voorkeur voor een leven op de zeebodem.

Carpet Shark

De wobbegong is, zoals eerder genoemd, perfect gecamoufleerd voor zijn omgeving. In het Engels wordt hij ook wel een carpet shark genoemd, oftewel ‘tapijthaai’. Dat komt doordat zijn huid geel, groen en bruin gevlekt is, een patroon dat veel lijkt op een tapijt. Dankzij die kleuren kan hij zich feilloos verstoppen op de zeebodem, tussen zand, stenen en koraal.

Deze haai heeft een plat, breed lichaam en ligt meestal stil op de bodem. Hij heeft twee opvallend grote rugvinnen, die vrij ver naar achteren zitten. De eerste rugvin bevindt zich boven het bekkengebied, en de tweede zit vlak boven de aarsvin. Ook de buikvinnen zijn vrij groot. De staartvin is juist wat korter dan bij veel andere haaiensoorten.

De huid van de wobbegong heeft unieke markeringen die per soort kunnen verschillen, maar altijd goed helpen bij camouflage. De wobbegong ademt via wat men buccale ademhaling noemt. Daarbij gebruikt de haai zijn wangspieren om water naar binnen te zuigen via zijn mond. Dat water stroomt vervolgens langs de vijf kieuwspleten aan de zijkant van zijn kop, waar zuurstof wordt opgenomen.

Tanden

De franjeachtige kwabben rond de mond van de wobbegong zijn er niet alleen voor camouflage, maar werken ook als sensoren. Daarmee kan de haai trillingen en bewegingen in het water waarnemen. Doordat hij zo goed opgaat in zijn omgeving, kan hij vrijwel onzichtbaar blijven voor prooien.

Wobbegongs liggen vaak helemaal stil op de zeebodem. Zo wachten ze geduldig tot een nietsvermoedende vis dichtbij genoeg komt. Op dat moment slaan ze razendsnel toe. Dankzij hun brede bek kunnen ze prooien vangen die bijna net zo groot zijn als zijzelf — en dat is best indrukwekkend.

De kaak van de wobbegong is breed en krachtig, en zit vol scherpe, puntige tanden. Die lijken een beetje op de tanden van een slang. Ze zijn ideaal om vis mee te grijpen en stevig vast te houden, zodat ontsnappen vrijwel onmogelijk is.

Alles bij elkaar is de wobbegong een stille, maar zeer efficiënte jager. Alleen... voor zwemmers die hem per ongeluk over het hoofd zien en op hem stappen, kan zo'n ontmoeting eindigen met een pijnlijke beet. Het is dus altijd slim om goed uit te kijken als je in hun leefgebied zwemt.

Een wandelende haai

De wobbegong staat niet alleen bekend om zijn camouflage, maar ook om zijn bijzondere manier van bewegen. Hij kan namelijk een soort van ‘wandelen’. Dat doet hij door zijn buik- en aarsvinnen te gebruiken, waardoor het net lijkt alsof hij over de zandbodem stapt.

Soms worden wobbegongs zelfs gezien terwijl ze uit een klein poeltje klimmen en zich al ‘wandelend’ naar een ander poeltje verplaatsen. Dat kunnen ze doen zolang hun kieuwen maar nat blijven. Zolang ze kunnen ademen via hun kieuwen, kunnen ze dus korte stukjes boven water overbruggen.

Leefomgeving

De wobbegong leeft in de Grote Oceaan en waarschijnlijk ook in de Zuid-Chinese Zee. Hij houdt van ondiep water, vooral langs de kust en tussen de riffen. Je kunt wobbegongs vinden langs de kusten van Queensland, het noorden van Western Australië, Nieuw-Zuid-Wales, Zuid-Australië, Indonesië en Japan. Meestal leven ze in water van ongeveer 50 meter diep. Maar soms worden ze ook gezien op grotere dieptes, tot wel 220 meter.

 

Wobbegong-leefgebied-3

Leefgebied van een wobbegong | © Wereld van de Haai

Voedsel

De wobbegong is geen druk baasje. Sterker nog, hij is best lui en ligt het liefst stil op de zeebodem. Daar wacht hij geduldig tot zijn volgende maaltijd langszwemt. Dankzij zijn perfecte camouflage heeft zijn prooi vaak niet eens door dat er gevaar op de loer ligt.

De franjeachtige sprieten rond zijn kop lijken op kleine stukjes koraal. Ze bewegen zachtjes mee met het water, waardoor de haai helemaal opgaat in zijn omgeving. Ondertussen zwemt een nietsvermoedende vis steeds dichterbij…

En dan – ineens – slaat de wobbegong razendsnel toe. Met zijn scherpe tanden grijpt hij de prooi stevig vast en slokt hij hem op. Gelukkig voor de andere vissen heeft de wobbegong een trage spijsvertering en hoeft hij niet vaak te eten.

Net als veel andere haaiensoorten eet de wobbegong van alles. Op zijn menu staan onder andere kleine haaien, vissen, kreeften, krabben, octopussen en andere dieren die dicht bij de bodem leven. Als de prooi te groot is om in één keer door te slikken, houdt hij die stevig vast tot het dier dood is. Daarna werkt hij het stukje bij beetje naar binnen.

Wobbegongs zijn vooral ’s nachts actief. Overdag rusten ze uit, goed verstopt tussen rotsen en zand.

Voortplanting

Wobbegongs brengen hun jongen levend ter wereld. Ze zijn ovovivipaar, wat betekent dat de eieren in het lichaam van het vrouwtje uitkomen. De babyhaaien worden dus levend geboren, vlak nadat ze uit het ei zijn gekropen in de baarmoeder. 

Bij de geboorte zijn de jonge wobbegongs gemiddeld zo’n 20 centimeter lang. Hoeveel baby’s er worden geboren, hangt af van de grootte van het vrouwtje. Een nest kan bestaan uit 9 tot wel 53 jongen. De zwangerschap duurt ongeveer 11 maanden. Toch krijgen vrouwtjeswobbegongs maar eens in de twee tot drie jaar een nest. Ze planten zich dus niet elk jaar voort.

Net als bij andere haaien gaat het paren bij wobbegongs op een bijzondere manier. Het mannetje bijt zich even vast in de vin van het vrouwtje om zichzelf op zijn plek te houden. Daarna gebruikt hij een soort buisje – dat heet een clasper – om zijn zaad bij het vrouwtje naar binnen te brengen. Dat gebeurt via een opening onder haar buik (cloaca), waar haar eitjes zitten. Zo wordt het vrouwtje bevrucht.

 

Luigi | Adobe Stock

Tassled Wobbegong  | © Luigi | Adobe Stock

Relatie tot de mens

De wobbegong is meestal niet gevaarlijk voor mensen. Hij zal alleen bijten als hij zich bedreigd voelt, of als iemand per ongeluk op hem stapt terwijl hij ligt te rusten op de zeebodem. Toch zijn er volgens de International Shark Attack File in 2018 nog 32 bijtincidenten met wobbegongs gemeld. De beet van een wobbegong kan behoorlijk pijnlijk zijn, vooral omdat hij soms niet meteen loslaat. Dat maakt het extra lastig.

Wobbegongs worden soms in aquaria gehouden, maar eerlijk is eerlijk: het is toch veel mooier om zo’n bijzondere haai in zijn eigen leefomgeving te zien – rustig liggend op de bodem, perfect gecamoufleerd tussen het koraal en zand?

Op dit moment is de wobbegong niet bedreigd. Toch wordt er in sommige delen van Australië op deze haai gevist. Zijn vlees wordt gegeten, bijvoorbeeld in het bekende gerecht fish and chips, en zijn huid wordt gebruikt om leer van te maken.

 

 

Uitsterving haaien - weinig-zorgen

 

Interessante artikelen: