Weddellzeehond

De weddellzeehond, Leptonychotes weddellii, is het meest zuidelijke levende zeedier in het Antarctische gebied, hij leeft maar op zo'n 1300 km vanaf de Zuidpool. Deze zeehond is bij uitstek gebouwd voor de kou en brengt het grootste deel van zijn leven door onder het ijs. Weddellzeehonden zijn ironisch genoeg vernoemd naar James Weddell, Oostende, 24 augustus 1787 – Londen, 9 september 1834, een Engelse zeevaarder, navigator, ontdekkingsreiziger en fanatieke jager op zeehonden. Hoe is het mogelijk. 

Bouw

Mensen die voor het eerst een weddellzeehond zien vinden het net een grote knuffel en toegegeven, ze zien er ook gewoon schattig uit. Weddellzeehonden zijn over het algemeen iets makkelijker te benaderen dan de meeste van hun soorgenoten. Wat opvalt aan de weddellzeehond is de fysieke gelijkenis tussen het hoofd van een weddellzeehond en die van een kat, beide dieren hebben namelijk een rone hoofd en een korte snuit die omringd is met snorharen. 

1. Lichaam

Het lichaam is voorzien van een dik laag blubber, maar een dunne vacht

5. Snorharen

De snorharen van een weddellzeehond zijn uitermate belangrijk tijdens de jacht. Ze nemen de taken over van de ogen waneer de ogen niets meer kunnen zien onder het ijs

2. Gebit

Het gebit van een weddellzeehond is uitermate geschikt om gaten in het ijs mee te bijten

3. Ogen

Weddellzeehonden hebben redelijk grote ogen die van een beschermend vliesje zijn voorzien.

6. Gehoor

Weddellzeehonden hebben een inwendige gehoororgaan.

4. Flippers

Voorflippers zijn kort en de 'vingers' aan de flippers hebben klauwen

7. Kleur

Weddellzeehonden zijn zwart - grijs van boven en een lichter kleur op de buik. Soms hebben ze ook een gevlekte vacht

Foto © oliver.dodd | Flickr

  1. Dit is niet de kleinste zeehondensoort op Antarctica, ze zijn zelfs redelijk groot. Weddellzeehonden kunnen 3 meter lang worden, waarbij de mannetjes net iets kleiner zijn de vrouwtjes. Hun gewicht mag er ook wel zijn, tussen 400 - 500 kilo. Net als alle zeehonden op Antarctica heeft de weddellzeehond ook een dikke blubbervetlaag, al is deze bij de weddellzeehond nog geprononceerder dan bij ander zeehonden. Dit heeft vermoedelijk ook te maken met de tijdspan dat ze dagelijks onder het ijs doorbrengen wat meer is dan dat van welke andere zeehondensoort op Antarctica. Opvallend bij de weddellzeehond is dan ook dat hij nogal 'vol' en rond oogt. Dit is gewoon zijn goed isolerend, dikke blubberlaag. Zij vacht is in verhouding niet dik, maar juist aan de dunne kat. Het tekort aan vacht wordt echter aangevuld door zijn flinke speklaag. 
  2. Het gebit van een weddellzeehond is zodanig ontwikkeld dat ze er gaten mee in het ijs kunnen uithakken. Deze gaten gebruiken ze om telkens lucht te happen en om uit het water op het ijs te klimmen. Dit heeft echter wel nadelen voor de kwaliteit van hun gebit, want door het uithakken van het ijs slijt ook hun gebit. Versleten tanden zijn nooit goed, zeker niet in het wild. Het gevolg is dat het moeilijker wordt om gaten uit te hakken in het ijs, te jagen en te eten. 
  3. De ogen van weddellzeehonden zijn voorzien van een vliesje om ze te beschermen tegen de sneeuw en het zoute water. Hun ogen zijn groot en bruin van kleur en 2x zo groot als die van een mens. Wanneer je bedenkt dat hun hoofdomvang ongeveer gelijk is aan die van ons, dan besef je pas hoe groot hun ogen daadwerlijk zijn. De ogen zijn zodanig ontwikkeld dat ze optimaal licht kunnen opvangen, wat natuurlijk heel handig is voor een leven onder het donkere ijs. Hun ogen hebben ze natuurlijk niet alleen nodig voor de jacht, maar ook om zichzelf te beschermen tegen predatoren. 
  4. De voor- en achterflippers zijn zodanig ontwikkeld dat ze er uitstekend mee kunnen zwemmen. De voorflippers zijn aan de korte kant en hebben vijf 'vingers' met kleine klauwen. Hun gemiddelde zwemsnelheid ligt op 10 km/u.
  5. De snorharen zijn uitermate belangrijk voor de weddellzeehond, want veel van de voortgang en succes van de jacht hangt af van de gevoeligheidsgraad ervan. weddellzeehondenogen zijn helemaal ingesteld op de donkere wereld onder het ijs, waar ze natuurlijk ook het grootste deel van hun leven doorbrengen. Hier komen hun snorharen weer goed van pas, want wanneer de ogen tekortschieten functioneren de snorharen als vervangende sensoren. Deze snorharen zijn uitermate belangrijk voor de overlevingskansen van weddellzeehonden, want wanneer zij falen eet de zeehond niets.
  6. Weddellzeehonden hebben inwendige gehoororganen. Dit zie je ook bij andere zeehondensoorten zoals de zeeluipaard, de krabbeneter en de zuidelijke zeeolifant. 
  7. De vacht van een weddellzeehond is zoals we al eerder aangaven niet dik, behalve dan bij de flippers, maar hun vacht is wel vol. De kleur van hun vacht varieert tussen zwart, grijs en wit. Meestal is de rug zwart-grijs en de buik wit. Ook heeft een weddellzeehond soms een gevlekte vacht wat soms voor verwarring kan zorgen, voornamelijk omdat zeeluipaarden ook een gevlekte vacht hebben. Een opvallend verschil tussen de lichaamsbouw van het mannetje en het vrouwtje is de dikte van de omgeving van de nek, neus en hoofd ten opzichte van een vrouwtjes weddellzeehond. 

 

Leuke weetje:

Weddellzeehonden kunnen met hun korte flippers niet over bij om zichzelf te verzorgen of om zichzelf te krabben. Ze lossen dit op door met hun nagels datgene te verzorgen waar ze wél bij kunnen en over de grond te rollen om de plekken waar ze niet bij kunnen ook te verzorgen. 

 

Leefgebied

Zoals we al hebben aangegeven leven weddellzeehonden het meest zuidelijk van alle zoogdieren op Antarctica. Hun hele leven speelt zich er op af, onder en rondom het bewegende ijs. Wanneer ze zich in het water begeven blijven ze meestal binnen een straal van 15 - 20 km binnen het zuidelijke zeegebied. 

Weddellzeehonden bijten gaten in het ijs en blijven meestal in de buurt van het gat om lucht te happen en om zichzelf tussendoor op het ijs te hijsen. Jonge zeehonden worden ook op het ijs geboren.

Wanneer ze zich onder het ijs bevinden blijven ze meestal binnen een straal van 50 - 100 km in de nabijheid van de kolonie. Adolecent weddellzeehondjes willen soms weleens honderden kilometers migreren naar andere plekken buiten de kolonie om. Hierdoor zijn er weddellzeehonden tot helemaal in Nieuw Zeeland en Australië gesignaleerd.  

Communiceren

Weddellzeehonden staan erom bekend dat ze nogal lawaaiërig zijn. De mannetjes produceren een meer complexer geluid dan vrouwtjes, maar hun stemgeluid is zo penetrant dat het vanonder het ijs duidelijk hoorbaar is, het kan zelfs worden waargenomen op ruim 128,8 km afstand. Het aantal geluiden dat weddellzeehonden produceren, 47 in totaal, varieert van fluitende tonen, tot pulserende geluiden. De geluiden variëren naar gelang het moment, dus agressieve tonen klinken weer anders dan territoriale tonen en parings tonen. 

 

{music}images/Antarctia/weddellzeehond{/music}  

Voedsel

Dankzij hun ergonomische bouw zijn weddellzeehonden heel goed ontwikkeld om te overleven onder het ijs en om hier dus ook te jagen. Het zijn carnivoren en hun dieet bestaat uit een variëteit aan bodemvissen, octopus, pijlinktvis en garnalen. Weddellzeehonden kunnen tot wel 600 meter diep duiken en zwemmen vaak laag in het water om naar prooi te zoeken dat zich boven hen bevindt. De actuele tijdslimiet waarop een weddellzeehond onder water kan blijven varieert, maar de meeste wetenschappers vermoeden dat ze van 60 tot wel 80 minuten lang onder water kunnen blijven, echter dan moeten ze wel weer omhoog om lucht te happen. Overigens blijven ze ook vaak langer onder water om op zoek te gaan naar andere luchtgaten in het ijs. Het langer kunnen duiken danken weddellzeehonden aan de hoeveelheid rode bloedcellen en een groter bloedvolume in hun systeem waardoor ze meer zuurstof kunnen vasthouden tijdens lange duiksessies.  

Weddellzeehonden hebben een unieke manier om te voorkomen dat ze last krijgen van caissonziekte. Ze ademen diep uit waardoor de longen en luchtwegen dichtklappen. Dit voorkomt de aanmaak van stikstof in hun bloed wat weer voorkomt dat ze last krijgen van caissonziekte. Dit fenomeen zie je ook terug bij de zuidelijke zeeolifanten.  

 

Weddellzeehond | © Sandwich | Flickr

Voortplanting

Weddellzeehonden komen elk jaar terug naar dezelfde plek om hun jong te krijgen. Mannetjes en vrouwtjes zijn gemiddeld 7 jaar wanneer ze seksueel actief worden. Het voortplantingsritueel geschiedt onder water en schijnt er behoorlijk luidruchtig aan toe te gaan, zo luidruchtig zelfs dat de geluiden dwars door het ijs heen te horen zijn. Tijdens de geslachtsdaad bijt het mannetje in de nek van het vrouwtje. Een zwangerschap duurt 11 maanden, maar de actuele implantatie van het bevruchte eicel geschiedt pas na een paar maanden. Een mannetje zal alles eraan doen om zijn luchtgat in het ijs te beschermen tegen andere mannetjes en kan zelfs zeer agressief worden. Ook tijdens de zwangerschap van het vrouwtje en wanneer de pup nog heel jong is zwemt het mannetje onder het ijs om zijn luchtgat te beschermen tegen andere mannetjes. 

Vanaf begin september tot november brengen de vrouwtjes gemiddeld 1 pup per jaar ter wereld. Soms kunnen ze zelfs een tweeling krijgen, de enige zeehondenfamilie die dat kan. De geboorte gebeurt heel snel en duurt maar 5 minuten. De pups wegen ongeveer 25 kilo en zijn 1,25 cm lang bij de geboorte. Pups hebben natuurlijk nog geen beschermende blubberlaag zoals hun ouders, maar daarentegen hebben ze wel een lekker warme zachte grijs vachtje, lanugo geheten. Dankzij de moedermelk komen de pups gemiddeld 2 kilo per dag aan. 

De pups zijn meestal al na een week in staat om te zwemmen, na een maand komen ze al in de rui en raken ze hun babyvacht kwijt, en na zeven tot acht weken worden ze gespeend, afhankelijk van het gebied waarin ze zich bevinden. Ze worden dan ook door hun moeder geleerd om te jagen. 

 

Weddellzeehond | © Beth Simmons | Flickr
Weddellzeehond | © Beth Simmons | Flickr
 

Foto rechts © Beth Simmons | Flickr

 

Natuurlijke vijanden

Net als elk andere dier in het wild heeft ook de weddellzeehond natuurlijke vijanden, met name de zeeluipaard en de orka. Om zichzelf zo goed mogelijk te beschermen tegen aanvallen van deze dieren zwemmen de weddellzeehonden zo dicht mogelijk onder het ijs. Hierdoor wordt het de zeeluipaard en orka moeilijk gemaakt om ze te grijpen. Helaas worden de nog jonge pups regelmatig slachtoffer van zeeluipaarden en orka's. Ook andere zeehonden op Antarctica zijn slachtoffer van de zeeluipaard, met name de krabbeneter pups hebben veel te lijden van de zeeluipaard. In het eerste jaar van hun leven vallen maar liefst 80% ten prooi aan de zeeluipaard. Ook pinguïns moeten het helaas zeer vaak ontgelden. 

 

Weddellzeehond | © ka hi | Flickr

Weddellzeehond | © ka hi | Flickr

 

Relatie tot de mens

Er zijn gemiddeld 800.000 weddellzeehonden. Weddellzeehonden hebben nooit veel te vrezen gehad van mensen of de jacht vanwege de nogal grote afstand van de gebieden waarin ze leven, gemiddeld 1300 km vanaf de zuidpool. Dit gaf de weddellzeehond nog een ruime mate van bescherming en dit is dan ook terug te zien in hun aantallen. Toch is er wel degelijk een periode van commerciële jacht geweest op deze zeehond en dan met name tussen 1986 - 1987 door de Sovjet Unie. Ook wilden wetenschappers uit Noorwegen 20 weddellzeehonden euthanaseren in de zomer van 2000 - 2001 voor een onderzoek naar milieuvervuiling. Gelukkig stak de Noorse regering hier ferm een stokje voor. Gelukkig wordt de jacht door mensen op zeehonden intensief gecontroleerd door Conservation of Antarctic Seals (CCAS) en de Antarctic Treaty

 

Interessante artikelen:

 

Reizen naar Antarctica: